Impressie van een middag op de Zuidas
Werk en identiteit. Het thema van het komende RRQR-congres. Werk is identiteit. Ja of nee? Waar zou dat meer waar zijn dan op de Zuidas? Daar gebeurt het allemaal. Daar zitten de CEO’s in hoge torens, daar wordt 24/7 gewerkt om de economie van Nederland draaiende te houden. Misschien bevindt zich daar ook wel het centrum van de economische crisis. In ieder geval vinden we midden op de Zuidas De Nieuwe Poort, centrum voor zingeving. Mogelijk is daar een houdbare visie op de waarde van werk in deze tijd te vinden. Daarom proberen we in gesprek te komen met Ruben van Zwieten, initiator van De Nieuwe Poort, theoloog van het jaar 2013 en predikant. Maar dat valt niet mee.
De afspraak is gemaakt, we betreden de Zuidas. Vooraf lazen we het boek De Bijbel op de Zuidas, geschreven door de initiatiefnemers van De Nieuwe Poort. Hierin zetten de predikanten Ruben van Zwieten en Ad van Nieuwpoort uiteen hoe Bijbelverhalen een verrijking kunnen zijn voor zowel heilige als heiden: ‘Als de Bijbelverhalen tot je gaan spreken, krijg je dromen te dromen van een rechtvaardiger wereld (…). Als de kerk de mens nu weer zou onderrichten in de beeldende taal van de Bijbelse verhalen, dan zou ze eindelijk weer kritisch tegenover het huidige tijdsgewricht komen te staan.’
Prikkelende en inspirerende taal. Wij zijn benieuwd naar dit initiatief. Hoe krijgen deze predikanten het voor elkaar om met CEO’s, consultants en advocaten Bijbelverhalen te lezen en te praten over de richting in het leven? Lukt het de initiatiefnemers van De Nieuwe Poort om de Zuidas zelf kritisch te laten nadenken over de consequenties van haar handelen? Lukt het ons om erachter te komen hoe identiteit, werk en geloof hier samengaan?
Een minuut lopen vanaf station Amsterdam Zuid vinden we De Nieuwe Poort. Het oogt als een hip café, zonder popmuziek, maar met Vivaldi’s vier jaargetijden. De jonge mannen die er rondlopen dragen een strak pak, zoals ook de meeste mannen buiten De Nieuwe Poort. Grijze en kalende mannen doen samen een drankje. Jongere mannen werken achter een laptop. We zien piano’s en een vleugel, in de hoek een gouden kalf, daarnaast een goed gevuld wijnrek en een olijfboom. Opvallende attributen. Het geheel wordt gecompleteerd met een tekst van Multatuli op de muur: Wie durft muffe vakwijsheid hoger te stellen dan VRIJE STUDIE op algemeen gebied?
Rob Ittman komt naar ons toe. Hij is medewerker binnen de Nieuwe Poort en zal ons een rondleiding geven. Ruben van Zwieten zal later aansluiten om onze vragen te beantwoorden. Rob vertelt ons dat hij dezelfde middelbare school bezocht als Ruben. Toen de jonge predikant op zijn vroegere school kwam vertellen over het werk op de Zuidas, raakte Rob geïnteresseerd. Rob is niet kerkelijk opgevoed. Hij groeide op in Nunspeet, waar hij wel een keer een kerkdienst heeft bezocht. Dat sprak hem niet aan. Nu is hij vijftig uur per week te vinden in De Nieuwe Poort, de overige uren in de week vult Rob met een studie Nederlands. Tijdens de rondleiding vertelt Rob ons uitvoerig over De Nieuwe Poort.
Wat is het doel van De Nieuwe Poort?
‘We willen een huis zijn van ontmoeting en inspiratie, zoals de kerk dat vroeger was, maar dat nu voor velen niet meer is. De Bijbel vormt daarbij het kerndocument. De Nieuwe Poort is een voortzetting van Zingeving Zuidas. We kregen van buiten de Zuidas zoveel vragen of het initiatief enkel voor de Zuidas was bedoeld, dat we hebben besloten om de naam te wijzigen. Wat wij willen bereiken is dat mensen leren bestaande systemen open te breken, kritisch na gaan denken over hun handelen, zich afvragen of ze wel een verzekering willen verkopen die ze ook niet aan hun dochter zouden aanbieden.’
Hoe krijgen jullie dat voor elkaar?
‘We organiseren een scala aan activiteiten en proberen daarbij verschillende lagen van de samenleving met elkaar in contact te brengen. Zo is er vrijwilligerswerk, waarbij bankiers zakgeldles geven aan jongeren uit Nieuw-West. Maar ook een jaarlijks voetbaltoernooi hoort bij de activiteiten. Diederick en Sebastian spelen dan voetbal met Achmed en Ali, waarbij de eersten het inschrijfgeld en de shirtjes betalen voor de laatsten. Verder bespreken we met elkaar teksten uit de Bijbel of grote literaire werken. En dan zijn er ook nog de lunchpreek en de meesterpreek. Ruben van Zwieten of een CEO uit een van de bedrijven om ons heen houdt dan een reflectief verhaal over thema’s als concurrentie, leiderschap of rechtvaardigheid. We vragen de CEO dan altijd om iets te laten doorschemeren van zijn of haar kwetsbaarheid, de vragen waar hij of zij mee rondloopt, zodat luisteraars zich aan hem of haar kunnen spiegelen.’
Onder het praten laat Rob ons De Nieuwe Poort zien. Daarbij passeren we een afbeelding van de Trinitychurch op Wallstreet. Deze kerk biedt al eeuwenlang een plek om te knielen midden tussen de hectiek van de financiële wereld. Dat inspireerde Ruben tot het opzetten van een vergelijkbaar initiatief op de Zuidas.
Zien jullie jezelf dan ook als kerk?
‘Nee, dat zijn we bewust niet. Dit is een opzichzelfstaand nieuw initiatief. Ruben van Zwieten is predikant met een bijzondere opdracht namens de protestantse gemeente Amsterdam. Maar woorden als religieus en christelijk zijn hier eigenlijk een beetje taboe, Woorden als religieus en christelijk zijn hier eigenlijk een beetje taboe dat doet te veel aan de kerk denken en stoot mensen af. Veel mensen die hier komen hebben in het verleden wel wat gehad met de kerk, maar daarmee gebroken. Zij ervaren het verhaal van Ruben als vernieuwend, dat spreekt hen aan.’
Hoe krijgen jullie de drukbezette zakenlui De Nieuwe Poort in?
‘Ruben is naast predikant ook koopman. Hij heeft goede connecties binnen de bedrijven om ons heen. Hij probeert de bedrijven aan ons te binden. Zo bieden we hen de mogelijkheid om een abonnement af te sluiten op ‘Fitness voor de geest’. Wie wil er geen werknemers die breder kijken dan hun eigen belangen en hier kritisch op reflecteren? Een aantal grote bedrijven heeft zich inmiddels al aangesloten.’
Wanneer heeft De Nieuwe Poort haar doel bereikt?
‘Als mensen weer onderweg raken en uit hun systeem durven stappen, te breken met bestaande structuren en manieren van doen, zodat ze niet meer vastzitten. Het is belangrijk dat mensen zichzelf zullen gaan bevragen: waar kom ik vandaan, hoe ben ik hier gekomen en hoe wil ik weer verder?’
Hoe dat proces verloopt, is te lezen in De Bijbel op de Zuidas. Daarin vertellen de predikanten over Willemien, sinds zeven jaar advocaat zijn bij een vooraanstaand en ambitieus internationaal advocatenkantoor. Ze werd geboren in ’t Gooi, vanaf de peuterschool regelden haar ouders de juiste contacten voor een goede carrière en dat plan slaagt. Maar Willemien raakt vast in het systeem, ze stelt zichzelf geen kritische vragen meer. Tot ze een boek leest over een seculiere Joodse bankiersfamilie die op zoek gaat naar haar wortels. Daarin leest ze over Pesach, het feest van de bevrijding. Willemien ontdekt dat het leven niet altijd een feest is, vaak lijkt het ook een woestijn. Maar het is niet erg om in de woestijn te verkeren, dat leert je de juiste vragen te stellen.
Zou dat kunnen dat mensen hun bestemming elders, buiten de wereld van de Zuidas, moeten gaan zoeken?
‘Als het de Zuidas is, waarin je je belemmerd voelt, dan is dat zo, maar dat kunnen ook goed andere sociale groepen of omgevingen zijn.’
Het onderweg raken is voor de Nieuwe Poort een belangrijk punt. Maar waar gaat de reis naar toe? ‘Nadat je de uittocht hebt genomen (de exodus), kom je in de woestijn. Door de woestijn gaat de reis naar het beloofde land. Wat dat precies is, is lastig te zeggen; maar het besef op reis te zijn, geeft vrijheid. Uiteindelijk gaat het erom dat je telkens weer durft op te breken, dat je uit de bestaande rolpatronen stapt. Zo kun je je roeping vinden, doen wat bij je past. Daarbij benadrukken we altijd: Je bent gezegend om tot zegen te zijn. Dat proberen wij hier ook in de praktijk te brengen.’
Zien jullie al zegen op jullie werk voor de samenleving?
‘De Zuidas is eigenlijk een metafoor voor de samenleving. We hebben ons verloren in de taal van de werkvloer. Vaak kunnen we de zaken om ons heen alleen nog maar bedrijfskundig duiden, in korte lijstjes, oorzaak en gevolg, nut en noodzaak. Die balans is hier meer verloren dan waar dan ook. Dat willen we de mensen hier laten ontdekken. De taal van de Bijbel doet meer recht aan alle aspecten van het menselijk leven. Het zet aan tot denken en tot het stellen van de juiste vragen.’
Jullie noemen dat de ‘tale Kanaäns tegenover de taal van Babel’. Hoe krijg je die bij elkaar?
‘Door het samen lezen uit de Bijbel, letter voor letter en woord voor woord. Vanuit nieuwsgierigheid naar de geheimen in de verhalen, proberen we de Bijbel zo secuur mogelijk te lezen. Met elkaar ontrafelen we de structuur: waarom staat dat er zo?, wat betekent die beeldspraak? De nadruk ligt daarbij op de levensverhalen die in de Bijbel te vinden zijn, verhalen waarin we onszelf herkennen. In het Bijbelverhaal worden wijzelf aangesproken om onszelf in de Bijbelfiguren te lezen. Zo komt God, net als Jezus, naast jou staan. Of het nu bij de Jabbok is, vanaf de Jakobsladder of om je de voeten te wassen. De relatie dient zich – afhankelijk van hoe de spirit waait – zelf aan.
We beginnen meestal direct met een persoonlijke vraag, zoals ‘wanneer voelde jij je als Jona in de walvis?’ Op die momenten is variatie in de deelnemers zowel interessant als helpend. De bankier durft zich niet altijd gelijk kwetsbaar op te stellen, maar als een huismoeder naast hem start, volgt hij vanzelf. Als een huismoeder start, volgt de bankier vanzelf In de gesprekken merk je goed dat de Bijbel echt op een ander niveau staat dan de wereldliteratuur. Vanuit bijvoorbeeld Max Havelaar van Multatuli zijn de gesprekken toch minder diepgaand. Van het team wordt verwacht dat je meedoet aan het programma, mee studeert. Ik leer daar erg veel van. Ruben en de andere theologen die hier werken zijn zo enthousiast over de verhalen in de Bijbel, zij steken daarmee ook mij aan.’
Ondertussen houdt Rob goed in de gaten of Ruben er al aankomt. Wij zijn erg benieuwd naar deze jonge predikant, die dit initiatief van de grond heeft weten te krijgen. Met hem willen we graag in gesprek over werk en identiteit. Wat komt hij voor vragen tegen in de ontmoeting met adviseurs en topadvocaten? Wat kan hij als predikant meegeven aan deze omgeving die alles al lijkt te hebben? Gehaast komt Ruben aanlopen. Er is wat tussen gekomen, een crisissituatie. Kort stellen we ons voor, Ruben luistert, reageert ad rem, en schuift zijn stoel alweer naar achteren. Het werk roept. We kunnen onze vragen aan Rob voorleggen, wat overblijft zal hij per mail beantwoorden.
Dat klinkt als de taal van de Zuidas, blijkbaar toch niet helemaal buiten de deur te houden. We nemen afscheid van Rob. Die licht toe dat Ruben het erg druk heeft. De media laten hem niet los, iedereen is nieuwsgierig naar de jurist en voormalig president van het Leids studentencorps Minerva. Een houdbare visie op de waarde van werk in deze tijd hebben we nog niet boven tafel gekregen. Is het kritisch nadenken over eigen handelen afdoende om de relatie tussen werk en identiteit in balans te houden? Een vraag die overblijft na onze middag op de Zuidas.
Simone Aman-Braaksma is abactis binnen het bestuur van de RRQR. Ze is getrouwd met Jurjan en houdt zich binnen diverse tijdelijke functies bezig met de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen.
Joost Veldman is vice-preses binnen het bestuur van de RRQR. Hij is getrouwd met Marian, is raadslid voor de CU/SGP in Dordrecht en als beleidsadviseur werkzaam bij het ministerie van Defensie.