Naast mijn opa
Ik kan het plekje in de Christelijke gereformeerde kerk van Heerde nog aanwijzen. Daar zat ik als kleine jongen regelmatig op zondag, naast mijn opa. Met voor mij, op het plankje, zijn oude psalmboekje met kleine kriebelletters in de oude berijming. Naast het psalmboekje lagen twee pepermunten, in vieren gebroken. Want míjn opa kon pepermunten in vieren breken met zijn blote handen (na veel oefenen kan ik het inmiddels ook). Acht witte puntjes. Als je het goed plande, kon je daar een hele dienst mee doen.
In die diensten ging vaak dominee Bé Bijleveld voor. Dominee Bijleveld was een echte heer en een bijzonder lieve man. Als dominee Bijleveld preekte, deed ik altijd extra mijn best om goed op te letten en het te snappen. Dat lukte eigenlijk nooit. Veel van wat hij zei begreep ik niet. Maar wel begreep ik dat de dingen waar hij over sprak belangrijk waren. Er was een geheim, waar je af en toe een klein stukje van kunt zien. En waarvan je begreep, dat het schitterend was.
Op een van die zondagen bleven we na de dienst koffie drinken met de gemeente. Wat de aanleiding daarvoor was weet ik niet meer. Waarover gesproken werd weet ik ook niet meer. Maar wat ik nooit zal vergeten is dat we, na het koffiedrinken, zittend in het bijzaaltje, nog een psalm zongen. Iemand uit de gemeente mocht die opgeven. Het werd 68:10.
Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag,
Met Zijne gunstbewijzen.
Die God is onze zaligheid;
Wie zou die hoogste Majesteit
Dan niet met eerbied prijzen?
Het werd gedragen gezongen, met eerbied, zonder begeleiding en misschien net iets te langzaam. En ook vanuit het hart. Ik herinner me nog heel goed dat ik daar voor het eerst bewust proefde dat wat deze mensen zongen echt was. Er was een loflied aangeheven om de Heere te loven. En Hij was er zelf bij. Er was een werkelijke dankbaarheid jegens en een diep ontzag voor die God, Die onze zaligheid is.
Dat oude psalmboekje van mijn opa ligt in mijn studeerkamer. Het is me dierbaar. Ik kijk er regelmatig naar. Het zegt iets van Gods trouw door de geslachten heen. Het duidt verbondenheid aan met de heiligen die mij voorgingen.
Die zondagen naast mijn opa hebben mijn geloofsleven mede gevormd. Ze hebben me geleerd in de klassieke gereformeerde liturgie Gods goedheid te proeven. Ze hebben me liefde geleerd voor de psalmen, voor het Woord van God.
En mede door die ervaringen ben ik tot de overtuiging gekomen dat er in de hemel minstens één afdeling moet zijn, waar die hoogste Majesteit geprezen wordt op hele noten, en dat Hij er innig van geniet.
Drs. R. Bikker (1972) studeerde theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en is Christelijk gereformeerd predikant in Aalten.