Redactioneel

Een tijdje terug was er een volksfeest in de Iraanse hoofdstad Teheran. De onderhandelaars over het atoomprogramma waren rijkbeladen teruggekomen. Op de televisie hield de Iraanse president Rohani een toespraak waarin hij alles precies uitlegde. De foto van Khomeini die in beeld was vlak naast hem leverde bij mij een kleine kortsluiting op. In de jaren tachtig jaagde Khomeini ruim honderdduizend jongens de Iraakse mijnenvelden in. Het merendeel van hen ging een wisse dood tegemoet. Wie het overleefde, was niet meer welkom in Iran. Zouden er onder de feestvierders in Teheran vijftigers zijn geweest die zich nog hun jonggestorven broer konden herinneren? Dachten ze onwillekeurig even aan hem toen ze de foto van Khomeini zagen opdoemen op de televisie? In de jaarserie van Wapenveld proberen we zwarte bladzijden te benoemen en zoeken we naar woorden om ermee om te gaan. Of dat in Iran ook gebeurt? Ik zou het niet weten. De Iraniërs die ik door de jaren heen ontmoette in Nederland blijven hun leven lang doodsbang voor de geheime dienst en weten sterke verhalen te vertellen over de lange arm van de leiders in Teheran. Wapenveld reist dit nummer niet naar Iran – Iraniërs zullen hun eigen geschiedenis moeten verwerken – maar gaat terug naar de Deutsche Christen in de Tweede Wereldoorlog. Zij geloofden in het samengaan van christelijk geloof en nationaalsocialistische ideologie. Theoloog Dick Schinkelshoek analyseert de morele blindheid die hen parten speelde en komt in zijn analyse dicht bij huis.

Wapenveld-redacteur Herman Oevermans staat stil bij het overlijden van de denker des vaderlands, René Gude. Hij memoreert een van zijn laatste bijdragen in Trouw. Gude schrijft over de oefenprogramma’s waar de mens over kan beschikken om het leven leefbaar te maken: sport, kunst, filosofie en religie. Ook over die laatste schrijft Gude op een betrokken manier. ‘Religie heeft rituelen ontwikkeld om met treurnis om te gaan, tot op heden kunnen de andere oefenprogramma’s dat niet.’ Gude noemt religie in één adem met ‘de vieringen van het goede, de jubel’. Dat brengt Oevermans ertoe om Gude postuum in gesprek te brengen met de theoloog Van Ruler. Sterker nog, Oevermans was jarenlang zelf van plan Gude te interviewen en hem toe te voegen aan zijn inmiddels indrukwekkende interview-oeuvre. Nu stelt hij zijn vragen postuum. De goede lezer vermoedt ook een andere vraag in de mijmeringen van Oevermans. Wij voelen ons verbonden met de zoekers die het traditionele christendom achter zich hebben gelaten, maar die op een existentiële manier hun verlangen naar religie weten te verwoorden. Zou het kunnen zijn dat wij deze stem van buiten nodig hebben om te leren waar het in religie echt om gaat?

Naast de gebruikelijke rubrieken serveert Wapenveld in dit nummer twee moedgevende verhalen over de kerk. Eind vorig jaar ontfutselden we Bas Plaisier de toezegging om zijn China-ervaring te documenteren. Wat is er gebeurd met de kerk in China? Inmiddels is ruim tien procent van de één miljard Chinezen christen. Wij kunnen het als westerlingen maar nauwelijks bevatten. En wie denkt de kerk in Europa wel te begrijpen, leze het interview met de Britse historicus en theoloog David Goodhew. Hij schrijft in Engeland over kerkopbouw en daagt de kerk in het Westen uit die het verval van de kerk vanzelfsprekend is gaan vinden. Goodhew schreef juist een theologie van kerkopbouw. Wie het verhaal van Bas Plaisier leest over China, kan alleen maar beamen dat er onverwachte mogelijkheden zijn voor de kerk.