‘Met de kennis van toen ...’, gedachten over gedenken

Bijbelschets naar aanleiding van Psalm 106

‘Met de kennis van nu…’, klinkt het tegenwoordig vaak als het om een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis gaat. En bijna standaard volgt dan een uitleg waarom we diezelfde fout vandaag niet meer zouden maken. Psalm 106 keert het om. ‘Met de kennis van toen’, zegt de dichter, ‘zie je dat we nog steeds dezelfde fouten maken. En toch wil het maar niet hopeloos worden.’ En als je dat leest, vraag je je af: hoe kan dat toch? Hoe kun je zo eerlijk en hoopvol omgaan met de zwarte bladzijden uit je heden en verleden?

Een eerste kennismaking laat inderdaad zien dat een belangrijk deel van psalm 106 in het teken staat van de zwarte bladzijden uit Israëls geschiedenis. Het begint al in Egypte en aan de oever van de Schelfzee. Vervolgens neemt de dichter ons mee naar de woestijn, waar de zorg van God en het gezag van Mozes het moeten ontgelden. Eenmaal bij de Horeb buigen ze zich voor het gouden kalf. Aangekomen bij de grens van het beloofde land, ontbreekt hen het vertrouwen om het in bezit te nemen. In plaats daarvan leggen ze het aan met Baäl-Peor. Bij Meriba twisten ze met God. En als ze ondanks alles jaren later dan toch het beloofde land binnengaan, vermengen ze zich met de volken die daar wonen. Ten langen leste geeft God hen daarom aan de heidenen over. Het is het relaas van Israëls geschiedenis met God. Een relaas waarin de zwarte bladzijden niet weggemoffeld worden, maar juist bijzondere aandacht krijgen. En je vraagt je af: waarom?

Wij hebben gezondigd, als onze vaderen
Wat opvalt, zijn de woorden waarmee dit deel van de psalm begint. ‘Wij hebben gezondigd zoals onze ouders, wij hebben ons misdragen, wij hebben goddeloos gehandeld’, zo klinkt het. Hier geen enkele poging om zich van de zwarte bladzijden uit de geschiedenis te distantiëren. Men rechtvaardigt zichzelf niet ten koste van voorgaande generaties. Ook beschouwt men zichzelf niet als slachtoffer van het verleden. Laat staan dat men zich terugtrekt op het individu om zo aan de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te ontkomen. Nee, voorop staat het tot driemaal terugkerende ‘wij’ van een geloofsgemeenschap die ook solidair is als het om zonde en schuld gaat. Daarom begint het bij het besef dat wij niet anders zijn dan hen die ons zijn voorgegaan. In dat kader komen dan de zwarte bladzijden ter sprake.

Kijk je nog wat beter naar die zwarte bladzijden, dan valt ook op dat het daarbij niet om het verleden op zich gaat. Het falen van het verleden wordt juist gebruikt als spiegel voor het heden. In die spiegel ontdek je wat er hier en nu misgaat. Dan zie je dat je inderdaad niet anders bent dan je ouders en anderen die je zijn voorgegaan. Wat de dichter van psalm 106 betreft, verheldert dat ook hoe het zover heeft kunnen komen dat Israël het beloofde land heeft moeten verlaten om in ballingschap weggevoerd te worden.

Het is een typisch voorbeeld van wat de Bijbel ‘gedenken’ noemt. Dan denk je niet alleen aan gebeurtenissen uit een ver verleden. En dan blijf je niet staan bij herinneringen aan vroeger. Maar dan krijgt het verleden opnieuw betekenis in het heden. Daarom is het niet vrijblijvend om als gemeente van Christus in te stemmen met dit lied van Israël. Wat dacht je bijvoorbeeld van Israël dat de wonderen van God in Egypte niet opmerkt? Als dat tot je doordringt, kan ons vragen naar God en zijn aanwezigheid in deze tijd zomaar in een ander licht komen te staan. Want is het wel zo dat God zwijgt en zich verbergt, zoals zo vaak gezegd wordt? Of zou het ook andersom kunnen zijn: dat wij doof en blind zijn voor wat Hij in ons midden zegt en doet?

Het is één voorbeeld van de manier waarop deze psalm ons ook vandaag te denken kan geven. En dan hebben we het nog helemaal niet over het vergeten van de grote daden van God in het verleden, het gegrepen zijn door begeerte, het boetseren van een god naar ons beeld, het dienen van de God én de goden en het blootstellen van kinderen aan de demonie van de machten. En toch voel je wel aan: dit gaat niet alleen over anderen uit lang vervlogen tijden. Dit raakt ook ons en ons leven hier en nu.

Vele malen kwam Hij hen bevrijden
Toch is er ook een andere kant. Diezelfde zwarte bladzijden vertellen namelijk ook Gods geschiedenis met Israël. ‘Vele malen kwam Hij hen bevrijden’ klinkt het daarom, ‘maar zij volhardden in opstandig gedrag en zonken weg door eigen schuld. Toch zag Hij naar hen om, telkens als Hij hen hoorde klagen in hun nood. Hij dacht weer aan zijn verbond met hen, zo trouw was Hij dat Hij deernis voelde en medelijden wekte bij allen die hen hadden weggevoerd.’ Het tekent de vasthoudendheid en vindingrijkheid waarmee de HEER steeds weer de totaal vastgelopen situatie waarin zijn volk zich bevindt, openbreekt naar een ongedachte toekomst. Soms doet Hij dat door zijn volk in haar ongeloof en ongehoorzaamheid te overstelpen met zijn genadig ingrijpen, zoals in Egypte en aan de oever van de Schelfzee. Een andere keer oefent Hij streng gericht tegen Dathan en Abiram of het volk dat in ballingschap gevoerd wordt. Weer een andere keer is het Mozes of Pinehas die het voor het volk opneemt in voorbede of gericht. Maar iedere keer weer baant God door oordeel en genade een weg naar een onverdiende toekomst.

Het is deze rode draad die psalm 106 kleurt tot een buitengewoon eerlijk en hoopvol lied over de zwarte bladzijden in Israëls geschiedenis. Wie onder de indruk is van Gods vasthoudendheid en vindingrijkheid om steeds weer reddend in te grijpen in de situatie van zijn schuldige volk, hoeft zijn eigen falen immers niet te bagatelliseren, maar kan haar eindelijk onder ogen zien. Ja, er is zelfs alle reden om hoopvol te zijn, want als Gods reddend en richtend ingrijpen in het verleden steeds de doorslag heeft gegeven, waarom zou dat in het heden of de toekomst dan anders zijn? ‘Verlos ons, HEER, onze God, verzamel ons uit de volken, om dank te zeggen uw heilige Naam, om U te roemen met een lofpsalm’, zingt Israël daarom midden in de ballingschap. Het is opnieuw zo’n typisch voorbeeld van wat de Bijbel ‘gedenken’ noemt. Dan schep je vandaag verwachting uit wat God in vroeger tijden deed. En dan kan zelfs een lied over de zwarte bladzijden uit je geschiedenis beginnen en eindigen met een lofprijzing. Want wat is er uiteindelijk meer te zeggen over het geheim van Gods geschiedenis met ons, dan dit: ‘Halleluja, dank de HEER, want Hij is goed, ja voor eeuwig duurt zijn trouw’ ?! Dat lijkt me iets om te gedenken. Juist nu ook wij aan den lijve ervaren dat de toekomst van de kerk niet vanzelfsprekend is.

Drs. Theo Doornebal is predikant van de Protestantse Gemeente Herveld en Slijk - Ewijk.