Op zich
De Visie van deze week, u kent dat blad vast wel, dat is van de omroep die zich heel onderscheidend richt op tranentrekkende emotie-tv, de Visie van deze week interviewt Arjan Plaisier. Arjan Plaisier vertelt dat hij het licht zag, zich geroepen wist, na lezing van De Graaffs Als de goden sterven. Dat vond ik altijd een beetje een buitendelijntjeskleurend boek, maar goed als je jong bent ben je daar misschien vatbaar voor. Natuurlijk wil ik niet beweren beter te weten, maar goed, verontrustend is het wel als de leidsman van de PKN zijn carrière aanvangt met niet geheel orthodoxe lectuur. In mijn tijd waren Delftse studenten er nogal druk mee, dus misschien dat dat mij mijn vooroordelen ingeeft. Ik heb groot respect voor Plaisier, ik heb zijn Overvloed en overgave met plezier gelezen, maar toch bleven bepaalde punten in het interview pijnlijk haken.
Wat ik dan zo heerlijk vind van de EO, is dat ze George Harinck op pad sturen om eens lekker Abraham Kuyper in het zonnetje te zetten. De methode is Geertmakkiaans – je doet een reis na die iemand anders zoveel tijd eerder gemaakt had, zodat je een plaatje bij het verhaaltje hebt. Het is vermakelijk om te horen hoe de grootste gereformeerde staatsman die Nederland ooit gekend heeft meer dan eeuw geleden de zwaktes van de Amerikaanse cultuur uitlicht die wij graag horen (het draait allemaal om geld!) terwijl hij tegelijkertijd moppert dat hij maar niets van thuis hoort, van zijn vrouw.
Kuyper, dat is nog uit de tijd dat we het zeker wisten. Dat we nog meedoen, dat is nou niet bepaald de teneur van Plaisier – hij is niet heel relativistisch, zeker niet, maar het hele interview, ja zelfs de hele Visie ademt een sfeer van acceptatie – dat christenen (we?) een minderheid vormen in Nederland. En dat het wel goed is zo, eigenlijk beter. Bijbelser. Op zich, schrijft Arjan Lock, hoeven we er niet treurig om te zijn dat we als christenen een minderheid zijn geworden. Op zich, let wel.
Op zich, staat boven een ander interview in de Visie, zegt Thierry Baudet, op zich heb ik niets tegen immigratie. Ha, dat is zo iets als zeggen, op zich wil ik de vaat wel doen – maar dan weet je al dat de spreker je nu de redenen gaat vertellen waarom hij of zij die vaat níet gaat doen. Dus ja.
Op zich niet treurig dat we een minderheid zijn, maar waarom dan dat gedoe dan met Kuyper? Het lijkt op het bedienen van de EO-achterban, door eens flink een gereformeerde nestgeur de beeldbuis uit te laten walmen. Nee, zeg ik u, het is weemoed, die ’s avonds komt. Er zit een hoop ongemak bij Neêrlands christendom, en dat is dat we verlegen zijn geworden met de vroegere stelligheid. Plaisier kan ook niet praten over zijn persoonlijke geloof zonder dat hij vertelt dat het wel bestreden geloof is. Ook daarin is hij de protestantse paus, of hij het wil of niet.
Er zit een tekenende scène in dat programma over Kuyper, waarin George Harinck een hippieachtige straatprediker interviewt, zo een met een bord omhoog en Bijbel in de hand. De straatprediker weet het allemaal heel zeker, want hij was persoonlijk in zijn leven naar de hel afgedaald, en nu teruggekomen om mensen te vertellen dat ze in Jezus moesten gaan geloven als ze niet in de hel wilden belanden. Eenvoudige boodschap, zou je denken. Anders dan andere interviews kreeg deze scène geen commentaar. De opkomst van Trump wordt omstandig uitgebeend, maar deze man krijgt slechts stilte. Wat is dat - een bedremmeld zwijgen, een besmuikt we-weten-wel-beter, of een plaatsvervangende schaamte voor een broeder die het zo durft te zeggen zoals wij het niet meer durven?
Je zou gaan terugverlangen naar tijden waarin men de dingen weer eens op zich nam.