Redactioneel

In de afgelopen zomer fietste ik met mijn zoon naar onze vakantiebestemming op een van de Zuid-Hollandse eilanden. Tijdens zo’n fietstocht kom je op plekken waar je anders nooit komt. Sterker nog, er gebeurt ook iets met jezelf. Het landschap komt bij je binnen. De Rottemeren lijken onvoorstelbaar uitgestrekt. De skyline van Rotterdam doet denken aan die van Manhattan. Als je fietst ervaar je de mensen die je tegenkomt minder anoniem; ze geven iets prijs van hun stemming. De spanning van de werkweek is nog op hun gezicht te lezen. Eenmaal overgestoken bij de Nieuwe Waterweg proef je de verstilling. De winkels gaan vroeg op de dag al dicht, bij de sportvelden is er veel minder gehaast en de dorpjes liggen er verlaten bij. Voor wie voortraast op de snelweg blijft dit alles ontoegankelijk. Het lijkt erop dat onze manier van reizen ons eenzamer maakt, naarmate we sneller gaan. Vooruitgang maakt ons leven in eerste instantie makkelijker. Maar in tweede instantie beseffen we dat we ook iets kwijtraken.
In dit nummer vindt u een interview met historicus Auke van der Woud uit Groningen. Hij heeft een enorme sensitiviteit voor wat veranderingen in de omgeving met ons doen. Zijn specialiteit is de wisselwerking tussen de toename van de materiële welvaart en de mentale veranderprocessen in de 19e eeuw. De nieuwe cultuur van de 19e eeuw kwam met andere, aardse waarden en normen. Die werden massaal omarmd, vooral in de grote steden. Voor Van der Woud zit hier ook iets verontrustends in: de cultuur verliest haar innerlijke richting. ‘Nu is er geen Deugd meer, geen gezaghebbende moraal die ons op de levensweg begeleidt.’ Van der Woud heeft geen eenvoudig recept om de innerlijkheid terug te vinden. Maar dat we naast de drukte van de stad ook de discipline van de stilte nodig hebben, is zeker.
Het interview met Van der Woud is een aanzet tot onze nieuwe jaarserie ‘Thuis in ballingschap’. Hier valt al snel het woord vervreemding. Redactielid Willem Kater geeft een rondleiding langs de vele terreinen waarop we vervreemding kunnen merken. We denken vrij te zijn, maar hebben eigenlijk weinig te kiezen. Uiterst actueel is dit thema met het oog op het opkomende populisme. Onze leiders hebben ons in de steek gelaten en wij moeten als volk onze macht weer zien terug te winnen. We merken dat in ons eigen land, maar ook in de scepsis die het Europese project ten deel valt. Het verhaal van vrede en wederopbouw is verleden tijd. In deze jaarserie gaan we op zoek naar een nieuwe plot die kan verbinden, naar bronnen die onze samenleving weer kunnen inspireren. Zoiets begint altijd klein; ook de vervreemding in ons eigen leven komt ter sprake. Misschien helpt het al als we wat meer gaan fietsen.
  Klaas van der Zwaag bespreekt een recente publicatie over de scheuring van de Gereformeerde Gemeenten in de 1953. Deze scheuring is een van de zwarte bladzijden in de geschiedenis van de gereformeerde gezindte in ons land. In onze jaarserie in 2015 verbond George Harinck zwarte bladzijden in de kerkgeschiedenis ook met hoop. Als het conflict eenmaal is blootgelegd, is de weg naar verzoening geopend. Van der Zwaag heeft hier weinig vertrouwen in als het gaat over de scheuring van 1953. Zwarte bladzijden laten zich soms niet zomaar omslaan.
Onze redacteur Bert de Leede maakt een verrassende koppeling tussen twee recent verschenen boeken. Het gaat om de roman Mintijteer van de Duitse schrijfster Esther Maria Magnis en het theologische werk van Jan Muis Onze Vader. De Leede laat zien hoe Muis de werkelijk van Gods bestaan wil verstaan. De werkelijkheid van God legt een dimensie open, die aan onze door de natuurwetenschap gevormde denkwijze ontgaat. Zonder de wereld van de onzichtbare dingen kunnen wij niet leven. De parallelle lezing van Mintijteer helpt om te overwegen of dit christelijke basisbesef het uithoudt in een wereld vol van pijn en lijden.