Arme Nellie, het vervolgverhaal in Europa

Woorden als werelden

In de jaren 1840/41 publiceerde de Engelse schrij­ ver Charles Dickens zijn roman The Old Curiosity Shop in het door hem opgerichte tijdschrift Master Humphrey’s Clock. De roman vertelt over het leven van het meisje Nellie. Zij leeft samen met haar grootvader in een groot huis, is gelukkig en brengt ook anderen geluk. Helaas moeten grootvader en Nellie vluchten wegens de schulden die grootvader met het gokken heeft gemaakt. Tijdens hun vlucht liggen allerlei gevaren op de loer. Een boosaardige kerel wil Nellie zelfs dwingen om de zijne te worden. De ellende waar Nellie aan is blootgesteld, leidt tot haar dood.

Voordat zij sterft, geeft Nellie de volgende opdracht voor haar begrafenis: ‘Als ik gestorven ben, leg dan iets bij mij dat het licht heeft liefgehad en dat de open hemel altijd boven zich bezat.’ Dat lezeressen en lezers emotioneel geraakt werden door het lot van de arme, lieftallige Nellie, is voor een deel aan de illustraties in de roman te danken. Van deze tekeningen is het beeld van de gestorven Nellie op haar doodsbed wel het meest ontroerend. Nellies levensverhaal bereikte de lezer in fragmenten. Deze publicatievorm droeg het zijne bij aan de gevoelsmatige betrokkenheid van het lezerspubliek. Nellie werd zelfs deel van het echte geleefde leven alsof zij een familielid was.

Het vervolgverhaal, de roman in afleveringen, was gedurende het grootste deel van de negentiende eeuw de meest dominante vorm van de letterkunde. De serial novel bepaalde het literaire leven in Europa en de Verenigde Staten. Tijdens de achttiende eeuw gebruikten de tijdschriften weliswaar reeds gepubliceerde romans om die in delen te splitsen en in te zetten als fillers, als opvullers. Maar de echte romans in afleveringen werden geschreven met de bedoeling om in opeenvolgende delen te verschijnen. Daarom zijn de briefromans die Joseph Addison en Richard Steele in hun tijdschriften The Tatler en The Spectator uitbrachten, net zo min vervolgverhalen/vervolgromans als de roman Robinson Crusoe van Daniel Defoe.

Als eerste, werkelijk belangrijke roman in afleveringen, die expliciet als magazine serial uitkwam, geldt Tobias Smolletts The Life and  Adventures  of Sir Lancelot Greaves. Deze roman kwam in 25 delen, voorzien van illustraties, uit in het British Magazine in 1760 en 1761.

Op de proef gesteld
De roman in afleveringen was een verschijnsel dat geheel Europa omvatte. Nieuwe druktechnieken, bovenal de uitvinding van de litho, zorgden voor grotere en aantrekkelijker edities van week- en maandbladen. De negentiende eeuw hongerde naar kennis over de wereld. Naast artikelen over grote uitvinders, over technische vernieuwingen, over exotische werelden en godsdienstige zaken en illustraties van idyllische aard boden deze tijdschriften interessante menselijke wederwaardigheden in de vorm van verhalen en romans. Omdat deze verhalen en romans de epische handeling in delen aanboden, werd het verlangen van de lezers naar de afloop van het spannende verhaal tot de volgende aflevering op de proef gesteld. Alleen zo is te verklaren waarom de Amerikaanse lezers van de vervolgroman The Old Curiosity Shop naar de kade in New York kwamen om de bemanning van binnenlopende schepen uit Engeland te vragen of Nellie nog in leven was.

Wie zich met de seriële publicatie van literatuur gedurende de negentiende en begin twintigste eeuw bezig houdt, zal automatisch de vraag stellen naar het verband van medium en vervolgverhaal. Het dagblad bevatte net als het weekblad en het maandblad vrijwel altijd een roman in delen. Deze uit samenhangende delen bestaande publicatie deed een bijzonder beroep op de lezers om over het vervolg van de geschiedenis na te denken, creatief en productief te zijn. Daarmee sloot deze vorm aan bij het algemene effect van het massamedium dat het dagblad is. Daarin ligt de reden dat de relatie tussen dagblad en lezer tot op de dag van heden een hachelijke is. De krant moet de band met de lezer bestendigen en kan zich onder meer om commerciële redenen niet te veel afwijkingen permitteren van de waardenvoorstellingen op allerlei gebied van de kant van de lezer.

Exact hetzelfde geldt voor de in het massamedium gepubliceerde verhalen en romans. De morele codex van de lezer moet gerespecteerd worden. In dat geval is de oplage veilig; deze kan aardig groeien wanneer er een positieve prikkel van het gepubliceerde literaire werk uitgaat. Wanneer een redactie incalculeert dat de publicatie van een bepaalde tekst tot groot verlies van abonnees zal leiden, zal publicatie achterwege blijven. Dat overkwam de Oostenrijkse schrijver Leopold von Sacher-Masoch, op wiens werk het begrip ‘masochisme’ teruggaat, toen hij zijn romans aan populaire tijdschriften aanbood. De voorpublicaties creëerden een publiek voor het complete boek

De vervolgroman heet in Nederland doorgaans ‘feuilleton’. De oorspronkelijke betekenis van feuilleton is: blaadje of kleine bijlage. In Duitsland is het ‘Feuilleton’ thans de culturele bijlage bij kranten en weekbladen als Die Zeit. In Frankrijk was de feuilletonroman tijdens de negentiende eeuw vooral met het dagblad verbonden. Voor de feuilletonroman in Frankrijk was 1884 een topjaar. Na Honoré de Balzac met zijn roman La vieille fille (De oude vrijster) trad vooral Eugène Sue op de voorgrond met Les mystères de Paris. Er was blijkbaar een grote behoefte aan kennis omtrent de duistere kanten van het leven in de grote stad Parijs. De variaties van de mysteries van Parijs waren talrijk en ook de nachten en andere geheimen van andere grote Europese steden kwamen royaal aan de beurt.

De feuilletonroman was voor de auteurs van dit genre een economisch gezien noodzakelijke voorpublicatie. Na de seriële publicatie kwam de integrale boekeditie meestal in december uit met het oog op de Kerstmarkt. De voorpublicaties brachten geld in het laatje en creëerden een lezerspubliek voor het complete boek.

Het honorarium is niet het belangrijkste aspect van deze bijzondere publicatievorm. Het belangrijkste is de rol die het lezerspubliek in het kader van het feuilleton kreeg toebedeeld. Door de hiaten in de tijd die samenhingen met de periodieke publicatie in delen die dikwijls op spannende momenten (de cliffhangers) eindigden, werd de literatuur voor grote groepen lezers deel van het dagelijks bestaan. De vrije ruimte die de lezer ter invulling kreeg aangereikt, zorgde voor integratie van het gelezene in de ervaring van het eigen leven.

Downton Abbey
Daarom was de mate van inleving in de lotgevallen van personages als Nellie, Eline Vere van Louis Couperus of Lene Nimptsch van Theodor Fontane zo groot.

De lezer anno 2017 leest Charles Dickens in boekvorm. De Dickens-lezer van 1840 kreeg een tekst onder ogen die een appel deed op het gevoel en op de verbeeldingskracht. Bij iedere toe-eigening van literaire teksten vindt ongetwijfeld een soort appel plaats, maar bij de feuilletonroman is de inbreng van de lezer in ieder geval anders.

Tijdens de twintigste eeuw is de feuilletonroman nog over als hoekje in de krant met jeugdromans voor de jonge lezers. Opvallend genoeg begon Franca Treur in Trouw een romanfeuilleton in woord en beeld. Maar dat is een randverschijnsel. De behoefte waarin de feuilletonroman voorzag, is verschoven naar het televisiefeuilleton, als familiesaga of als misdaadfilm in afleveringen. Uit de serie Downton Abbey is gebleken dat de identificatie met het lief en leed van fictieve personages in de huidige cultuur niet minder groot is dan in de tijd van Charles Dickens.

Dr. J. Ester studeerde Duits, Afrikaans en theologie in Amsterdam (UvA) en was lange tijd universitair docent in Nijmegen. Hij is medewerker van enkele dagbladen.