Redactioneel

Een collega van mij nam me pas mee naar het Natural History Museum in de wereldstad waar hij woont. We kwamen terecht op de afdeling van de dinosauriërs. Dat zijn geen kleine jongens. Mijn collega vond het bezoek aan de dinosauriërs pretty sobering. Wij kleine mensen vallen in het niet bij deze beesten. Toch waren ze ook kwetsbaar. Miljoenen jaren terug zijn ze opeens verdwenen.

Zo’n museumbezoek laat je met een onbestemd gevoel achter. Je merkt de aanwezigheid van iets wat tegelijk reusachtig en onvoorspelbaar is. Om dat te beseffen hoef je geen dinosauriërs tegen te komen. We worden in onze maatschappij geconfronteerd met problemen die onze maat te boven gaan, maar ons toch tegelijkertijd in de greep houden. Dat is de achtergrond van de klimaatprotesten, de gele hesjes en de Brexiteers in Engeland. We protesteren, gedreven door angst, op zoek naar vrijheid. Hier ligt de voedingsbodem van het populisme. De wereld is vol dreiging, maar stem op ons; wij gaan het voor u fiksen!

We kunnen niet langer met liberale hoogmoed onze neus ophalen voor de populisten. Evenmin kunnen we ons neerleggen bij een berustende of zelfs cynische reactie, alsof deze wereld aan de rand staat van de ondergang. We zijn niet aan de goden, maar aan elkaar overgeleverd. Daar ergens moet het begin zijn te vinden van een hoopgevender perspectief. In de nieuwe jaarserie van Wapenveld gaan we daarom op zoek naar een gemeenschappelijk huis. De sleutels van dat huis lijken we te zijn kwijtgeraakt.

Ons redactielid Pieter Jan Dijkman schetst de contouren van wat zo’n gemeenschappelijk huis omvat. Illustratief is het verhaal dat hij doorgeeft over de veertiende-eeuwse mystica Catharina van Siena. Zij vroeg de Allerhoogste waarom Hij de mensen had geschapen met een tekort. Het antwoord luidde dat Hij dat bewust had gedaan om de mensen te dwingen zich te oefenen in liefde voor elkaar, in zorgzaamheid en verantwoordelijkheid. Dit verhaal wijst een weg voorbij aan populisme en cynisme. Bert de Leede geeft theologische diepgang aan deze insteek. Met de opstanding in de rug, verbleekt het kwaad in deze wereld. Vergeet niet om rekening te houden met goede machten, die ons ‘trouw en stil omgeven’ (Bonhoeffer).

‘We leven niet in een wetenschappelijk universum, we leven in een leefwereld.’ Dat zinnetje komt van de filosoof Ger Groot, die we vijftien jaar terug voor Wapenveld interviewden. In dit nummer heten we hem welkom als essayist in ons blad. Het komend jaar gaat hij ons in elk nummer bij de les houden.

De onderwijspedagoog Gert Biesta is de armoede van het wetenschappelijke universum ontvlucht. Hij komt uitgebreid aan het woord in een interview. Een school is geen laboratorium. Een mens is geen dier. Hij kan worden aangesproken. Dat moet zwaar wegen in het onderwijs.

Arjan Plaisier gaat verder met zijn essays waarin hij elke vorm van christelijke tobberij in de houdgreep neemt van een christelijk geloof dat eeuwig jong is. ‘Kerkelijke tradities hebben joekels van blinde vlekken.’ Dat schrijft de theoloog Kees van Ekris in een bijdrage over zijn onderzoek naar profetisch spreken in het heden. Hij verbindt zo het licht van Plaisier met de bananenschil waar Gerard den Hertog over schrijft: het beroep op de Bijbelse scheppingsorde in de ethiek. In zijn betoog laat hij een uitnemender weg zien. 

In de redactie verwelkomen we Robert van Putten. Hij is momenteel bezig met promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het gebied van de filosofie van de bestuurskunde. Hij is ook verbonden aan het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. In Wapenveld was hij al geen onbekende en u gaat de komende tijd meer van hem horen!