Heilige Geest of pure nostalgie?

Of ik mijn column wat luchtig wilde houden. Want, aldus de eindredacteur,  ‘de inhoud van Wapenveld is al best zwaar’. En waar denk je dan aan als je Wapenveld en luchtigheid combineert? Inderdaad: aan de liederen uit Opwekking. Die lagen vorige maand onder vuur door een lezing van mijn oud-collega ds. J.M.D. de Heer (om misverstanden te vermijden: ik was nooit predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten, maar Jaco was wel lange tijd journalist).

Volgens het Reformatorisch Dagblad zei hij: ‘Als de emoties die je bij een lied ervaart weg zijn, wat blijft er dan over van het Woord?’ En: ‘De teksten botsen met de prediking van Wet en Evangelie, van schuld en genade van Adam en Christus.’ Daarnaast citeerde hij mij: ‘Opwekkingsliederen hebben meer invloed gehad in kerk en evangelische wereld dan alle theologen bij elkaar.’

Die laatste quote kunnen we ook terugvinden in zijn recente monumentale dissertatie Spiegel en spanningsbron, opinievorming in Reformatorische kerken over de Evangelische Beweging en de Charismatische kerken. Voor wie het boek op zijn (of haar) nachtkastje heeft liggen: pagina 468. Die quote klopt overigens. En ik sta er nog helemaal achter.

Maar nu die emotie van de Opwekkingsliederen. Verschilt die nu zo van die van de psalmen? Ik geloof er niets van. Sinds een aantal jaren presenteer ik op zondagochtend op radio 5 het programma Groot Nieuws, gewijde muziek en een meditatie. Meestal beginnen we met massale samenzang uit de Bovenkerk in Kampen.

En ach mensen, wat mooi, kippenvel, koude rillingen, tranen in je ogen, zeker als er ook nog getransponeerd wordt en het pedaal een halve seconde later komt. Wat komt het geloof dan dichtbij. Wat raken de hemel en de aarde elkaar dan. Wat is de Heilige Geest dan aan het werk.

Of?

Of is het nostalgie van de bovenste plank en raak ik psychologisch ontroerd. Wie het weet mag het zeggen. Calvijn schreef al dat de psalmen ‘een anatomie van alle gevoelens van de ziel bevatten’. Vreugde woede, aanvechting en verdriet. Want wat voel ik als ik psalm 139 zing: ‘k Zal hen altijd volkomen haten, die trots’lijk Uwen dienst verlaten’? Of psalm 68:1 ‘De Heer’ zal opstaan tot den strijd, Hij zal zijn haters wijd en zijd, verjaagd, verstrooid doen zuchten’? Dat zingen ze zelfs niet in een salafistische moskee (wordt daar wel gezongen?).

U en ik kennen het antwoord. Je moet de psalmen in hun historische context lezen en het verband van het Oude Testament meewegen. Maar dat doen we nu net niet als we de psalmen zingen. Dan zingen we gemeentetheologie de kerk in en iemand moet me maar eens aanwijzen waar de toe-eigening van het heil een plek heeft in de psalmen.

Ergens half mei mocht ik in Dordrecht een inleiding houden over Arminius en Gomarus, de remonstranten en contraremonstranten. En om mijn zowel reformatorische als evangelische publiek wat bij elkaar te krijgen citeerde ik een lied uit Opwekking. ‘Door uw genade Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige daden, maar door het bloed van het Lam’(Nr. 369). Leg daar eens (als voorbeeld) een paar regels uit Psalm 26 naast: ‘Ik houd oprecht van handel, daar ‘k in Uw waarheid wandel, mijn schreden naar Uw wet gericht’.

Waar ik heen wil? Twee dingen: ik houd een pleidooi voor het zingen van psalmen, gezangen, Opwekkingsliederen, de bundel van Johannes de Heer, Psalmen voor Nu en Schrijvers voor Gerechtigheid in de kerkdienst. Mitst getoetst aan Schrift en Belijdenis. Dan blijven er heel veel over.

Verder daag ik ds. De Heer uit om alle psalmverzen in de eredienst te gaan zingen. En dan zonder historische en hermeneutische inleiding bij iedere psalm. Dat gaat hem niet lukken.

Kortom, zo simpel ligt het allemaal niet.

En ik? Ik heb de laatste twee jaar een serie over de psalmen gepreekt. Met volle vreugde en met mijn hele hart.