Het kwaad in films

Een van de meest fascinerende vragen over het kijken naar films is deze: waarom ben je als toeschouwer zo geneigd mee te leven met hoofdpersonen, ook als deze het pure kwaad belichamen? Sommige seriemoordenaars behoren zelfs tot de meest geliefde filmpersonages;  denk aan Dexter Morgan uit de televisieserie Dexter of Hannibal Lector uit Silence of the Lambs. In de nieuwe film van de veelbekroonde regisseur Fatih Akin, Der goldene Handschuh, staat ook een gevreesde seriemoordenaar centraal.

Meeleven met deze man is echter nagenoeg onmogelijk, omdat hij wordt neergezet als loser, een volkomen belachelijke en mismaakte psychopaat. Het is de vraag of Akins portret recht doet aan de realiteit en of de Duitse filmmaker, bekend van sterke en uiterst beklemmende drama's zoals Gegen die Wand (2004) en Auf der anderen Seite (2007) dit keer zijn doel wel bereikt. Akins Honka roept namelijk sympathie noch woede op, maar alleen walging en een soort absurde humor. Alsof Akin wil dat je zijn schepsel niet serieus neemt, maar om hem lacht.

Toch is Der goldene Handschuh gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Akins portret van seriemoordenaar Fritz Honka, die in de jaren zeventig in een achterbuurt in Hamburg op verschrikkelijke wijze vrouwen verkrachtte en vermoordde, is zowel gebaseerd op de werkelijkheid als op de gelijknamige roman van Heinz Strunk uit 2016. Honka was een uiterst lelijke, mismaakte man die zichzelf door het leven sleepte middels het consumeren van ongelooflijke hoeveelheden alcohol. Hij pikte zijn slachtoffers op in de lokale kroeg 'Der goldene Handschuh’ (De Gouden Handschoen). Het waren zonder uitzondering gemankeerde vrouwen, vaak prostituées of alcoholistes. Honka was zelf ook een door-en-door getroubleerd mens, als kind misbruikt en mishandeld en getekend door het nazisme in de Tweede Wereldoorlog.

Gevleugelde naam
In interviews geeft Akin aan dat Fritz Honka in zijn jeugd een gevleugelde naam was, een soort boeman waarmee Hamburgse ouders en leerkrachten kinderen angst inboezemden. "Pas op wat je doet, want anders zal Honka je wel krijgen!" Zijn grote uitdaging was om een portret van Honka te schetsen waarbij kijkers geen afkeer krijgen van de hoofdpersoon. Voor hemzelf vond hij daarvoor inspiratie bij de roman van Strunk, waarin meer achtergrond wordt geschetst door in te gaan op Honka's moeilijke jeugd vol vernedering en misbruik.

In de film wordt deze achtergrond echter niet gegeven. In plaats daarvan kiest Akin voor een bijna absurdistisch gewelddadige benadering. Het geweld wordt vol in beeld gebracht en acteur Jonas Dassler speelt Honka als mismaakte psychopaat, met gebroken neus, loensende blik en angstaanjagend accent. Ook de vermoorde vrouwen worden weggezet als lelijk, afhankelijk of te dronken om nog na te denken. Het voelt als kunstje en te gemakkelijke humor over de rug van kwetsbare mensen. De entourage van de kroeg ‘Der goldende Handschuh’ is het afvoerputje van de maatschappij, vol mannen en vrouwen die de weg kwijt zijn. Het lijkt erop dat dit humor moet oproepen om een zekere relativering te brengen en een manier om met de slechtheid van Honka zelf om te gaan, maar in de film wordt het tegendeel bereikt.

De film roept zoveel walging op dat het de kijker dwingt om na te denken over redenen waarom hij er nog naar wil kijken. Daar ligt wel een interessante vraag. Mensen zoals Fritz Honka bestaan – we kennen ze ook in deze tijd nog. Een van de redenen dat de zaak van Anne Faber zoveel publiciteit kreeg is omdat dit soort verkrachtings- en moordzaken ons confronteren met existentiële angsten. Het had elk van ons kunnen overkomen en dat roept een gevoel van onveiligheid op dat we moeilijk te lijf kunnen gaan omdat het onderliggende kwaad ongrijpbaar is. Wat brengt een Fritz Honka of een Michael P. tot hun daden? In hoeverre is een psychopaat mentaal gestoord of simpelweg een personificatie van het Kwade?

We krijgen er de vinger niet achter, en daarom vormen juist dit soort psychopaten en seriemoordenaars een dankbaar onderwerp voor filmmakers. Der goldene Handschuh had daarmee een belangrijke film kunnen worden, omdat hij de kijker had kunnen helpen een soort reflectieproces aan te gaan. Door geen enkele verklaring te geven voor het gedrag van Honka en vol in te zoomen op sadistisch en weerzinwekkend geweld bereikt Akin echter het omgekeerde. Bijna geen ruimte voor morele reflectie

Het kan ook anders. Dexter Morgan uit de serie Dexter (te zien op Videoland) is zo'n personage waarin het kwaad gepersonifieerd wordt. Hier wordt echter wel een verklaring geboden voor Dexters afwijking en een motivatie gegeven voor zijn daden. Als klein kind is Dexter getuige geweest van de brute moord op zijn moeder, waardoor hij een psychopatische stoornis heeft opgelopen. Zijn pleegvader onderkent deze stoornis al vroeg en probeert dit om te buigen. Hij geeft Dexter een grondige training waarmee hij misdadigers die door de mazen van de wet zijn geglipt kan opsporen en vermoorden.

Zo wordt de maatschappij van haar zondaars bevrijd en de wereld een beetje veiliger gemaakt. Dexter worstelt bovendien met zijn moordlustige neigingen, dus voor de kijker is het relatief makkelijk om met deze jongeman mee te leven. Dexter is in feite de belichaming van Paulus' verzuchting uit Romeinen 7: ‘Het goede dat ik wil, dat doe ik niet en het kwade, dat ik niet wil, doe ik wel.’

Belachelijk
Nu is dat op zichzelf nog geen legitimatie, maar het verklaart wel waarom gewelddadige thrillers en horrorfilms zo'n aantrekkingskracht hebben op kijkers. Volgens horrorschrijver Stephen King biedt horror de mens een manier om met dood en vergankelijkheid om te gaan. Tijdens het kijken naar een horrorfilm zie je je diepste angsten onder ogen en leer je deze – op onbewust niveau – te hanteren. Pure angst wordt in de donkere bioscoop gekanaliseerd en in een veilige omgeving doorleefd, waardoor in het dagelijks leven een soort katarsis optreedt.

Voorwaarde hiervoor is wel dat er een moreel kader wordt geboden om op deze existentiële vragen te reflecteren. Bij Der goldene Handschuh heeft Akin dit nagelaten door horror-elementen en thrillerconventies alleen in te zetten voor effectbejag. Hij richt zich alleen op de vorm en biedt geen enkele mogelijkheid om de acties van Honka te begrijpen of zelfs maar te veroordelen. Hij bereikt zo alleen dat de personages belachelijk worden gemaakt en er bijna geen ruimte is voor morele reflectie of begrip voor de personages. Daarmee schiet hij zijn doel voorbij.

Der goldene Handschuh (Fatih Akin, Duitsland 2019, 115 min.) is in de Nederlandse filmtheaters te zien vanaf 20 juni.

Dr. A.C. van Hell promoveerde op de relatie tussen de toe-eigening van films en de religieuze identiteit bij orthodox-protestantse filmkijkers. Ze is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede en freelance filmrecensent.