Documentaires als confronterende spiegels
Er zijn van die hoofdpersonen die zich in je hoofd nestelen. Unieke karakters, die je raken en van wie je je zo nu en dan afvraagt: ‘Hoe zou het met ze zijn?’ Dat hoeven niet per se fictionele personages te zijn. In documentaires leef je mee met échte mensen, die weliswaar ook op een bewuste manier in beeld gebracht worden zodat je nooit helemaal weet of dit nu het 'ware' verhaal is. Een van die mensen die me zijn bijgebleven is Jane, een arbeidster op een bloemenbedrijf in Kenia. Ze was een van de personages die centraal stonden in de schrijnende documentaire A blooming business, van Ton van Zantvoort uit 2009.
Het was de eerste keer dat ik me realiseerde dat chocola en koffie niet de enige producten zijn waar slechte werkomstandigheden de boventoon voeren. Ook de bloemensector is niet vrij van misstanden. Achter mijn wekelijkse bos rozen zit blijkbaar een wereld van gif, aanranding en slechte woonomstandigheden.
A blooming business volgt drie mensen die werken in Kenia's rozenindustrie. Naast Jane waren dat Kennedy, een visser die zijn gebied steeds verder ziet krimpen en Oscar, die geen andere keuze heeft dan zwaar vervuild water uit het meer verkopen als drinkwater nadat hij is ontslagen bij een rozenboerderij. Door de vele chemicaliën die gebruikt worden, raakt het water in Kenia steeds verder vervuild.
Daarnaast is het vele gif funest voor de werkers zelf, die in de loop der tijd bijna allemaal verminkt raken. Dat is al erg genoeg, maar voor de vrouwelijke werknemers zit er nog een ander aspect aan: alleen mooie, jonge vrouwen krijgen werk. Als de sporen van het gif op hun lijf zichtbaar zijn, worden ze meestal terzijde geschoven door de voormannen. Veel vrouwen worden aangerand of moeten andere ongewenste intimiteiten accepteren. Doen ze dat niet, dan krijgen ze minder werk of worden ze zelfs ontslagen.
Jane bleef me bij omdat ze een jonge moeder was die je niet stuk kon krijgen. Haar geloof in God hield haar op de been – tijdens het kijken realiseerde ik mij dat ik op een bepaalde manier met haar verbonden was. Ze was immers christen en dus een zuster van mijzelf, al zou ik haar nooit ontmoeten en heeft zij geen weet van mijn bestaan. Sinds ik A blooming business zag, probeer ik op te letten welke bloemen ik koop, maar dat is ingewikkeld. Uit de documentaire bleek namelijk dat een Max Havelaar- of ander keurmerk geen garantie is voor betere omstandigheden. Boerderijen met keurmerk blijken vaak rozen van andere bedrijven door te verkopen, zodat het keurmerk feitelijk een wassen neus is. Wat er klopte van het verhaal dat Jane ontslagen was, werd ook niet duidelijk.
Trekpleister
Hoe het nu met Jane gaat, weet ik niet. Ik ben wel de filmmaker van A blooming business blijven volgen. Ton van Zantvoort debuteerde in 2006 met de geweldige documentaire Grito de Piedra (Schreeuw van de Steen). Een poëtische film over een vader en zoon in een zilvermijn in Bolivia. De vader werkt als mijnwerker, zijn zoon als gids in dezelfde mijn. Harde werkomstandigheden worden zo een toeristische trekpleister. Al in dit debuut liet Van Zantvoort zien dat hij een maatschappelijke boodschap tamelijk subtiel in beeld kon brengen. De regisseur is in de eerste plaats kunstenaar en geen journalist. Hij werkt bijvoorbeeld het liefst zonder interviews. De beelden en het geluid vertelden het verhaal. Dat leidt tot een boodschap die veel beter beklijft dan de gemiddelde reportage op televisie.
In het voorjaar van 2019 kwam Schapenheld uit, misschien wel Van Zantvoorts meest succesvolle film. De film was zowel in de Nederlandse filmtheaters en het online platform Picl te zien als op documentairefestivals zoals het IDFA en Docfeed. Net als in zijn eerdere films koos Van Zantvoort voor een markante hoofdpersoon en een maatschappelijke boodschap. Vergeleken met Grito de Piedra en A blooming business is de technische vooruitgang zichtbaar. Van Zantvoort viel altijd al op met zijn poëtische stijl en prachtige cameravoering, maar door het gebruik van drones kan hij nog meer gebruik maken van zijn kwaliteiten. Sommige shots van de grote schapenkudde zijn ronduit adembenemend. Tegelijkertijd gaat het in Schapenheld in essentie om een klein verhaal met grote gevolgen.Niets spelen met lammetjes of psalmen dichten - grof geld verdienen!
De Brabantse Stijn koos een jaar of twintig geleden voor een idealistisch bestaan als zelfstandig schapenherder. Hij wilde terug naar de natuur en zelfvoorzienend zijn met zijn gezin. De afgelopen tien jaar wordt hij af en toe gevolgd door Ton van Zantvoort, die gegrepen werd door Stijns eenvoudige leven en grote dromen. In de loop der jaren raakt Stijn echter verbitterd door de omstandigheden: hij wordt tegengewerkt door de gemeente en provincie en dreigt als zelfstandig herder te worden opgeslokt door grotere bedrijven die de schapen zien als economisch kapitaal in plaats van dieren die simpelweg gevoed moeten worden.
De worsteling van Stijn is niet alleen zichtbaar maar ook voelbaar. Zijn frustratie spat van het scherm en wordt al snel ook de frustratie van de kijker. Want je voelt aan alles: dit klopt niet. Hier wordt een idealist uiteindelijk slachtoffer van het neoliberalisme, waar schaalvergroting en efficiëntie het hoogste goed vormen. Een schaapskudde heeft niets romantisch meer, een herder is ver verwijderd van de gelijkenissen van Jezus of het leven van David. Niets psalmen dichten of met lammetjes spelen, er moet grof geld verdiend worden!
In Schapenheld komen alle thema's van het werk van Ton van Zantvoort samen. In zijn regiestatement schrijft hij: ‘Mijn films gaan over mensen die ik ontmoet; over de wereld waarin we leven en hoe klein deze is geworden.’ Veel van zijn hoofdpersonages zijn ‘mensen die vechten om hun dromen te verwezenlijken. Mensen die ons zorgeloze leventje een confronterende spiegel voor houden.’
Gedrag en levensstijl
Om die confronterende spiegel gaat het. Of ik nu naar Jane kijk uit A blooming business of naar Stijn uit Schapenheld: zij laten mij zien dat ieder mens zijn eigen dromen en idealen heeft en hetzelfde recht op een menswaardig bestaan. Geluk en voorspoed zijn niet aan iedereen voorbehouden, maar waarom zou ik er in Nederland meer recht op hebben dan Jane in Kenia? Dat is de kracht van poëtische documentaires zoals die van Ton van Zantvoort. Ze zijn niet alleen mooi om naar te kijken, maar hebben ook het potentieel om mij als kijker aan te spreken op mijn gedrag en levensstijl – hoe ingewikkeld dat ook is.
A blooming business is te bestellen via www.newtonfilm.nl. Schapenheld is nog te zien op het online platform www.picl.nl of via NPO Start.
Dr. A.C. van Hell promoveerde op de relatie tussen de toe-eigening van films en de religieuze identiteit bij orthodox-protestantse filmkijkers. Ze is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede en freelance filmrecensent.