Redactioneel

Onze wereldwijde plasticproductie liegt er niet om. In 2019 was het een slordige 368 miljoen ton per jaar. Voor wie wat meer behapbare getallen wil: per persoon produceren we in Nederland per jaar ruim 150 kilo aan plastic afval. De WHO en allerlei andere organisaties hebben recent aan de bel getrokken over de hoeveelheid covid-afvalmaterialen die in het milieu terecht komen. Sinds het begin van de crisis is wereldwijd meer dan 10 miljoen ton aan afval ontstaan van mondkapjes, testkits en handschoenen. Die 10 miljoen is nog steeds maar 3% van onze totale plasticproductie, maar deze extra afvalberg is allang niet meer verwaarloosbaar. De eerste vissen met mondkapjes zijn al gesignaleerd. En ook de eerste wetenschappelijke papers over toekomstige gezondheidsproblemen door corona-afval zijn al verschenen.

De plastic afvalberg houdt ons een spiegel voor, die past bij de inhoud van het interview met Ton Lemaire. Lemaire is bekend geworden om zijn kritische verhouding tot het westerse denken dat in zijn heerszucht de natuur te gronde heeft gericht. Zelf leeft hij teruggetrokken op het Franse platteland en doet zo min mogelijk mee aan de consumptiemaatschappij. Onze redacteur Herman Oevermans ontlokt hem een diepzinnige beschouwing over de beperktheid van het wetenschappelijke verstaan van het leven. Om aan die beperktheid van het westerse denken te ontsnappen, zijn goede voornemens alleen niet genoeg. Wie zich niet grondig heroriënteert, valt gemakkelijk terug in technische oplossingen als de nood aan de man komt. Met alle bijwerkingen die daarbij horen. Wie het interview leest, wordt uitgenodigd op zoek te gaan naar ‘een levenshouding die voeling houdt met het mysterie van de dingen’.

De plastic afvalberg is ook een mooi bruggetje naar onze nieuwe jaarserie: Dit kan echt niet meer! Als Nederlanders produceren we belachelijk veel plastic afval; we doen het slechter dan veel andere Europese landen, om over de rest van de wereld maar niet te spreken. Dat kan echt niet meer. Het kan je zomaar overvallen als je weer eens naar de vuilstort rijdt: afvalschaamte.

Hoe vreselijk de plastic afvalberg ook is, wie op een te grote plastic-voet leeft, zal niet snel gecanceld worden. Dat is wel anders met andere kwesties waarbij de uitroep ‘dit kan echt niet meer’ gebezigd wordt. In het openingsartikel bij de jaarserie wordt het optreden van Sylvana Simons genoemd. Zij mag anderen er graag op wijzen dat ze niet serieus mee kunnen debatteren zolang ze zelf niet weten wat het betekent om achtergesteld en gediscrimineerd te worden. Witte mannen moeten zich schamen en ze zullen nooit begrijpen wat het is om vrouw, homo of zwart te zijn.

‘Dit kan echt niet meer!’ kan een uitspraak worden die anderen monddood maakt. Tegelijkertijd is het waar dat er steeds grotere groepen van de Nederlandse bevolking structureel niet gehoord worden in politiek Den Haag en in de media. Het gaat hier om het aloude thema van de tolerantie: hoeveel diversiteit kan onze samenleving verdragen? De discussie hierover is meer en meer geradicaliseerd en Wapenveld zoekt het kwetsbare midden zodat we ons gemeenschappelijke huis niet prijsgeven.

We publiceren in dit nummer een bewerking van de inaugurele rede van Elco van de Burg over betekenisvol organiseren. Hij eindigt met een visioen van vrede waarin trouw en waarheid elkaar omhelzen.

Tot slot introduceren we een nieuw genre dat voortbouwt op de rubriek Miniatuur. Naast het gedicht komt nu het gebed. We zullen de komende tijd vertaalde gebeden publiceren van de Amerikaanse theoloog Walter Brueggemann. Redacteur Hendrik Mosterd geeft trefzeker aan waarom deze gebeden verschil kunnen maken: ‘In de gebeden van Brueggemann klinken theologische overtuigingen en visies op de maatschappij door. De taal is niet willekeurig maar zorgvuldig gekozen.’ Ook wie bidt, denkt na over wat hij zegt.