Bidden met bevoorrechten
De bidder zegt, ‘Almachtig God, die alle harten kent’,
en terwijl we ons naar de volgende zin kunnen haasten,
staan we hier stil
en laten dan ons hart spreken,
onze diepste liefde en toewijding,
ons levensbloed,
de bron van onze beslissingen,
ons volle zelf.
Onze harten – die wanhopig hameren, verlangend naar u –
onze harten staan open.
En dat is lang niet altijd onze keus,
want vaak zouden we graag
ons hart, ons denken en onze handen sluiten
maar alles staat open, want
ons hart kan niet op tegen uw
langdurige zorg en aandacht.
Ons hart staat open voor u, uitgesproken God
want u hebt ons gemaakt
met een rusteloos hart
dat rusten kan bij u.
Ga uw mysterieuze majesteitelijke goddelijke gang
met ons hart,
verover,
ververs,
en vernieuw het,
en laat ons dan weer gaan,
verbouwd,
veranderd
en verbeterd,
en maak ons wat we door uw aandacht zouden kunnen zijn,
maar nog niet omarmd hebben:
open en ontvankelijk,
eerlijk en ontspannen,
nergens bang voor en klaar om te gehoorzamen.
Laat het ritme van ons hart een hameren zijn
op de cadans van uw voorschriften:
spreek en dan zullen wij luisteren,
spreek ons tegen en dan buigen wij het hoofd,
wijs ons de weg en dan zullen wij volgen
naar waar we nooit gedacht hadden te gaan
naar U,
niet naar elkaar,
niet naar onze plannen,
niet naar onze zelfgekozen plek,
maar naar U. Ons hart staat open:
want wij zijn van U. Wees opnieuw onze God.
Uit Prayers for a Privileged People
Vertaling: Jacqueline Vorst