Redactioneel

Na corona zijn we inmiddels in een andere crisis terechtgekomen. De virologen zijn in de praatprogramma’s vervangen door militaire deskundigen. Waar de virologen nog weleens opriepen tot nog krachtiger maatregelen, zijn de generaals buiten dienst voorzichtiger. Zij plaatsen kanttekeningen bij de oproep om zo stevig mogelijk op te treden richting Rusland. Waar sommigen graag de overeenkomsten tussen onze reactie op het virus en op de oorlog benadrukken, zijn de verschillen minsten even intrigerend. De onvoorspelbaarheid van een oorlog is een andere dan die van een virus. Ondanks alle ferme woorden is er niemand die durft te beweren dat het om zich heen grijpende geweld in Oekraïne zomaar even bezworen kan worden.

Maar toch begrijpt iedereen ook dat oorlog te maken heeft met wat wij mensen doen. Oorlog overkomt ons niet. Op verschillende manieren worden in dit nummer pogingen gedaan om geweld en oorlog te plaatsen in het kader van de menselijke verantwoordelijkheid. Wie spreekt over verantwoordelijkheid, gaat zelf nooit vrijuit.

In de Bijbelschets door onze dienstdoend huistheoloog Hendrik Mosterd klinken donkere tonen: ‘De stad waarin het bloed van onschuldigen vloeit zal door de Heer gecanceld worden. Ze zal worden belegerd, ingenomen en verwoest.’ Soms zijn Bijbelteksten snoeihard.

Het gebed van de theoloog Brueggemann dat we publiceren maakt de situatie van oorlog en geweld ook voor ons ongemakkelijk. Het gaat om een gebed uit de Amerikaanse context van voor 2008, waarschijnlijk bij de inval in Irak of Afghanistan. Oorlogen die in het Westen op meer sympathie konden rekenen dan die van Poetin. Het onderscheid tussen daders en slachtoffers is niet altijd gemakkelijk te maken en wij staan niet vanzelf aan de goede kant.

Gertjan Schutte is de derde scribent die zich heeft laten raken door de oorlog en beschrijft wat hem opvalt bij het opnieuw bekijken van een Russische film. Naast het kijken van films voor Wapenveld was hij de afgelopen tijd druk met het afronden van zijn proefschrift over de achttiende-eeuwse geschiedenis van het denken over politieke economie, dat hij op 4 april in Florence verdedigde. Als redactie wensen we hem van harte geluk met het bereiken van deze mijlpaal.

In dit nummer gaan we verder met de jaarserie ‘Dit kan echt niet meer. Deze keer met een diepteboring door de theoloog Henk Brons. Hij brengt de Pools-Britse denker Kolakowski in stelling om de totalitaire tendensen in de huidige cancelcultuur zichtbaar te maken. Een tegengif ziet Kolakowski in de bescherming van het heilige in onze cultuur. ‘Een cultuur zonder besef van heiligheid is gedoemd te verdwijnen. Verlies van heiligheid kan in eerste instantie ervaren worden als een bevrijding, maar is uiteindelijk dodelijk.’

De negentiende eeuw komt in dit nummer ter sprake in het artikel van George Harinck over de theoloog Herman Bavinck. Bavinck was de theoloog naast Abraham Kuyper. Behalve overeenkomsten tussen hen, zijn er ook verschillen. Het kostte Bavinck naarmate hij ouder werd moeite om de strijdbare en vaak stellige Kuyper te blijven steunen. Bavinck was zachtmoediger en worstelde met de vragen van de moderne tijd. Harinck bepleit in een fijnzinnige slotparagraaf het tegoed van de theologie van Bavinck voor onze tijd.

Het artikel van Herman Paul over Charles Taylor bevat troost voor een matte ziel. We leven in een tijd vol tegenstrijdigheden en het lijkt erop dat onze wereld in diepgaande problemen raakt. Het christelijke geloof biedt perspectief aan burgers die worstelen met angst, schuld en onmacht. Paul noemt drie elementen: ‘belijdenis van schuld, geloof in Gods toekomst en heilige onvrede met het “normale” leven.’ We moeten in actie komen, niet omdat onze daden effectief zijn, maar omdat ze verwijzen naar die wereld van schuld, hoop en onvrede.