Een tijd van oorlog

Over pacifisten, opportunisten en vreedzamen

Abstract

Kort na de Russische inval zat ik aan tafel met een Oekraïens echtpaar dat net was gevlucht. Devote, baptistische christenen. Ze waren opgevangen door familie, en ik hield hen gezelschap. Gedurende die avond vertelden ze iets over hun ervaringen en overwegingen. Later realiseerde ik me dat ze niet primair waren gevlucht voor bommen en Russen. Ze waren gevlucht voor de dienstplicht.

De man, en zijn zonen, zouden opgeroepen worden om bij te dragen aan de strijd tegen de Russen. Ze meenden dat ze dat niet mochten doen en namen uit een relatief veilig deel van Oekraïne de wijk naar het buitenland. Naast hun kritiek op de ‘slechte’ regering in Oekraïne beriepen ze zich op het christelijk geloof, dat geweld, en politiek in het algemeen, zou afwijzen. Ze zijn pacifist, en voegen zich daarmee in een oude traditie die ook onder christenen opgang heeft gemaakt.

Christelijke pacifisten beroepen zich vaak op het Nieuwe Testament. Christus is de Vredevorst, die vredestichters zalig sprak en die geslagenen leerde de andere wang toe te keren aan die hen sloeg. Die zijn discipelen voorhield hun vijanden lief te hebben, en te bidden voor degenen die hen vervolgen. Die bovendien geen aards rijk stichtte en geen legers verzamelde, maar bij zijn arrestatie Petrus beval het zwaard terug in de schede te steken. Veel vroegchristelijke auteurs wezen oorlogsvoering af, of ten minste de deelname van christenen daaraan. In allerlei christelijke groeperingen komen ook tegenwoordig pacifisten voor, en voor sommige, zoals quakers en bepaalde baptisten, is het pacifisme een belangrijk leerstuk.

Ik was graag pacifist geweest en hoop het ooit te worden. Het lijkt een duidelijke verkondiging te zijn van de vredesboodschap. Het lijkt ook humaan, fatsoenlijk en volwassen. Hoewel ze geweld afwijzen, willen pacifisten doorgaans niet voor passievelingen aangezien worden. Tegen de wapens stellen zij het (diplomatiek) gesprek, en (hooguit) geweldloos verzet. Geen olie op het vuur, maar balsem in de wonde. Tegen haat, verzoening. Tegen het bruut geweld, de stille krachten. Tegen de tunnelvisie en de escalatie, de creatieve poging om boven het conflict uit te stijgen.

Ondanks mijn sympathie voor dit Oekraïense echtpaar en hun situatie riep hun pacifisme ook vragen op. Wie lijkt er eigenlijk het meest op de vredestichter die door Jezus ‘zalig’ genoemd wordt? Een gewapende militair, of een activist met een spandoek over ‘Peace’? De wat onhandige kantoorklerk die zich in een camouflagepak gehesen heeft en voor het eerst een geweer vasthoudt, of de vriendelijke vluchteling die via een vertaalapp vraagt hoe hij hier een BSN-nummer, een uitkering en een woning kan krijgen?

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.