De zelfopofferingsgroep

Sinds ik van werkplek ben veranderd is er voor mij een nieuwe vorm van groepstherapie bij gekomen: de autonomiegroep. De mensen die in deze groep behandeld worden hebben uiteenlopende klachten: angstklachten, somberheid of een burn-out bijvoorbeeld. Maar de overtuiging van de behandelaren is dat hun klachten in belangrijke mate terug te voeren zijn op een gebrek aan autonomie.

Gemiddeld genomen zitten er in de autonomiegroep mensen van wie ook ik denk dat ze een serieus autonomieprobleem hebben: ze cijferen zichzelf steeds weg, zijn sterk gericht op de behoeften van anderen en durven weinig aandacht te geven aan wat zij zelf willen en nodig hebben. Hanneke bijvoorbeeld, een conductrice die overbelast thuis is komen te zitten. Ze draaide altijd de vroege diensten die om 04.30 uur startten, omdat daar niemand anders voor te vinden was. Thuis loopt ze met twee jonge kinderen de benen uit haar lijf terwijl haar man zich weinig met zorgtaken bezighoudt omdat dat ‘niet echt zijn ding is.’ In de autonomiegroep leert ze beter voor zichzelf op te komen en haar grenzen aan te geven.

Maar de naamgeving van deze groep maakt duidelijk dat de waarde autonomie een belangrijke rol speelt in de manier waarop we naar mensen als Hanneke kijken. Psychotherapie is ondanks haar classificatiehandboeken en evidence-based protocollen blijkbaar niet zo neutraal en waardenvrij als ze lijkt te zijn; psychotherapie is ingebed in onze cultuur en doorspekt met de waarden die daarbij horen. Hebben de mensen in de autonomiegroep nu echt een psychiatrisch probleem of lopen ze vast door de mismatch tussen hen en de maatschappij?

Ik probeer me voor te stellen hoe het zou zijn als er een minimaatschappij bestond, samengesteld uit mensen die nu in de autonomiegroep zitten. Zouden ze allemaal voor elkaar gaan zorgen en zich zodoende een stuk beter voelen? In het geval van Hanneke zouden haar nieuwe collega’s zich vast en zeker ook aanmelden voor de vroege diensten, zodat de boel eerlijk verdeeld wordt. En Hannekes partner zou enthousiast zijn aandeel leveren in het huishouden en de zorg voor de kinderen, waardoor ze meer energie overhoudt.

Waarom is er eigenlijk geen behandelgroep voor mensen die zich aan de andere kant van het spectrum bevinden? Bedoeld voor mensen die sterk op zichzelf en hun eigen behoeften gericht zijn en daarmee voorbijgaan aan de belangen van de ander, de maatschappij en de wereld: een zelfopofferingsgroep. Ik zie talloze geschikte kandidaten voor me: werkgevers die hun personeel overvragen en bij ziekte het bedrijf uitwerken, partners die stelselmatig hun eigen belangen vooropstellen ten koste van hun geliefde en huizenbezitters die niet schromen de zwakke positie van starters op de woningmarkt uit te buiten met torenhoge huren.

Maar deze zelfopofferingsgroep bestaat niet. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat autonomie zo belangrijk is geworden dat we als maatschappij in zijn geheel een probleem hebben gekregen met zelfopoffering. Daar waar we steeds kiezen voor een fijne vliegvakantie ten koste van het klimaat, waar we het vanzelfsprekend vinden de belastingaangifte zo in te vullen dat we een minimum meebetalen en waar we echt vóór de opvang van asielzoekers zijn, maar liever niet in onze achtertuin.

Hoog tijd dus dat een ander deel van de samenleving aan de slag gaat met zichzelf: welkom in de zelfopofferingsgroep. Dan kan Hanneke in de tijd die ze in de autonomiegroep stak, lekker iets voor zichzelf gaan doen.

Dr. M. Groen-Blokhuis is werkzaam als psychiater. In 2014 promoveerde zij op een proefschrift over de genetica van ADHD.