De naastenliefde als voorspel voor politiek handelen

Over het proefschrift van Hannah Arendt

Abstract

De Nederlandse vertaling van Der Liebesbegriff bei Augustin verschijnt niets te vroeg. Bijna een eeuw nadat Hannah Arendt haar proefschrift voltooide en publiceerde (1928/1929) kan het Nederlandse lezerspubliek nu kennismaken met Het liefdesbegrip bij Augustinus (LBA), dankzij het uitstekende werk (of de ‘arbeid’) van Mark Wildschut, die eerder onder meer Heideggers Sein und Zeit vertaalde. Aangezien een groot deel van het oeuvre van Arendt reeds in het Nederlands beschikbaar is, kan men zich afvragen waarom dit intrigerende vroege werk nooit eerder in onze taal werd gepubliceerd.

Een deel van het antwoord ligt wellicht in de onduidelijke relatie tussen de dissertatie en de grote werken waarmee Arendt vele jaren later bekendheid verwierf als politiek denker. Hoewel men met wat intellectuele inspanning en interpretatieve vaardigheid allerlei lijnen kan trekken tussen thema’s uit het proefschrift en haar politieke geschriften – een van die lijnen zal ik zo meteen expliciet maken – gaat de oorspronkelijke tekst van LBA uitdrukkelijk niet over politiek. Ook de politiek-filosofisch relevante verwijzingen naar Augustinus die herhaaldelijk opduiken in haar latere werk (Augustinus als brugfiguur tussen de Romeinse opvatting van politiek en die van de Middeleeuwen, alsook zijn uitspraak ‘dat een mens werd geschapen opdat er een begin zou zijn’) ontbreken in het proefschrift.

Men zou LBA daarom gemakkelijk kunnen wegzetten als het eerste schuchtere probeersel van een denker die nog volledig leefde in de schaduw van haar wijsgerige leermeesters, Martin Heidegger en Karl Jaspers, en die haar ware roeping nog niet had gevonden. Het klopt dat de dissertatie een onmiskenbaar heideggeriaans stempel draagt. Toch staat ze van meet af aan in het teken van een heel eigen vraagstelling die iets onthult over datgene wat Arendt later drijft als politiek denker. Hierna zal ik verder ingaan op bijzondere positie van LBA tussen Arendts filosofische opleiding en haar latere politieke denken. Daarbij zal ook blijken hoe Arendt in 1928 als het ware aan de drempel staat van een basisinzicht dat beslissend zal zijn voor haar latere denken, maar dat toen nog niet in het volle licht kon treden.

Heidegger was niet de Doktorvater van Arendt. Ze studeerde bij hem in Marburg in 1924-1925, maar schreef haar dissertatie uiteindelijk in Heidelberg onder begeleiding van Karl Jaspers. Er is heel wat inkt gevloeid over de liefdesrelatie tussen Heidegger en Arendt alsook over zijn invloed op haar denken. Deze invloed lijkt onmiskenbaar in LBA. Vooral de tijdelijkheid van de mens lijkt een thema dat Heidegger en Arendt (en Augustinus) met elkaar verbindt. 

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.