Redactioneel

Als ik tegenwoordig bij het koffieapparaat sta, kijk ik even om me heen of niemand mij ziet. Pas heeft het lokale Greenteam ons op het hart gedrukt geen gebruik meer te maken van de bekertjes bij de apparaten. Gebruik je eigen mok. Nu heb ik er daar een heleboel van, maar ze zitten niet altijd in mijn broekzak. Soms heb ik dan in een zwak moment zomaar weer koffie getapt in zo’n milieubelastend stuk drinkgerei.

Volgens de in 2015 overleden Duitse socioloog Ulrich Beck laat dit voorbeeld zien dat we leven in een ‘kosmopolitische handelingsruimte’. Dat betekent dat ons handelen altijd als vanzelf wordt ingekleurd door de grote wereld waar we in leven. Wie een tijdje nadenkt, ziet die kosmopolitisering overal terug. Het mobieltje in onze zak bevat zeldzame metalen waar andere wereldburgers voor moeten bloeden. Het gas waar we op koken, komt misschien uit Groningen, maar de prijs is het resultaat van ingewikkelde deals op de ‘gas rotonde’, waar zo’n beetje heel de wereld, Rusland incluis, een rol in speelt.

We zijn niet alleen wereldburgers, maar ook wereldspelers geworden. De neveneffecten van de modernisering, of het nu de digitalisering is of de uitputting van de aarde, hebben ons gemaakt tot andere mensen. Beck noemt dat de metamorfose van de wereld. Dat klinkt minder bedreigend dan ‘catastrofe’, maar toch blijft het spannend. Weet de rups vooraf dat hij een vlinder wordt?

In onze jaarserie zoeken we naar voorzetten binnen de kosmopolitische handelingsruimte die perspectief bieden. Nyenrode-hoogleraar Henk Kievit introduceert het idee van de ecosystemen. Die brengen een organische en harmonieuze benadering vanuit de natuur naar het domein van de politiek en het bedrijfsleven. Ecosysteem-denken houdt rekening met afhankelijkheden en feedbacklussen en past zo helemaal in de kosmopolitische handelingsruimte van Beck. Tegelijk probeert Kievit ook een normatief perspectief te bieden en zo paal en perk te stellen aan het neoliberalisme.

Maar wat als de wereld nu eens niet slechts handelingsruimte is? Omdat de metamorfose van de wereld nog wel even duurt, durven we in Wapenveld ook die vraag te stellen. Onze huisfilosoof Gert-Jan van der Heiden speelt het klaar om de hele geschiedenis van de filosofie in luttele pagina’s te laten resoneren. Dankzij Descartes is denken vooral een poging geworden om de werkelijkheid naar onze hand te zetten. Tot en met de keuzes die we maken bij het koffieapparaat. Hiermee is echter niet alles gezegd. Denken kan ook tot inkeer brengen en juist ons onvermogen tot handelen doen inzien. Dat is de afslag die Pascal nam, maar die het in de moderniteit slecht heeft gedaan.

Gelukkig niet altijd, zo blijkt uit het puntige stuk van Simon Polinder en Menno Kamminga. Zij zetten, in het spoor van de Amerikaanse theoloog Reinhold Niebuhr, een aantal remedies tegen polarisatie op een rij. Het lijkt er soms op dat kosmopolitisch handelen niet kan zonder stelligheid. Ik weet hoe mijn handelen samenhangt met wat elders in de wereld zich afspeelt. Wie anders denkt, steekt zijn kop in het zand. Een van de remedies van Niebuhr luidt: maak het kwaad in de ander niet groter dan het kwaad in jezelf. Deze benadering zou weleens dicht kunnen aanschurken tegen het personalisme in de politiek dat Maurits Potappel bespreekt: we moeten objectieve normen niet uitspelen tegen de vrijheid en de zelfstandigheid van de persoon.

De Leuvens theoloog Zuijdwegt zoekt ook naar een zijuitgang in de handelingsruimte van Beck. Want wie religie daar naar binnen haalt, komt van een koude kermis thuis. De zingevende dimensie van religie kan zo uit zicht raken en bovendien kan het conflict tussen geloof en wetenschap onnodig uit de hand lopen.

Of we het ons kunnen permitteren om bij het koffieapparaat of elders dingen te doen waarvan we de wereldsamenhang niet overzien, is een vraag die deze Wapenveld niet beantwoordt. U wel?