Vogelvrij verklaard
‘Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.’ Er zijn Schriftwoorden waarbij het helemaal niet moeilijk is ze tegen jezelf in te lezen. Neem het zesvoudige ‘mantra’ in deze passage van de Bergrede. ‘Wees niet bezorgd’, zo klinkt het keer op keer uit Jezus’ mond. Het gaat als vanzelf tegen jezelf in. Want je bent niet zonder zorgen. Of het nu gaat over voorvallen in onze kleine levens of de problemen op wereldniveau: er is alle reden tot zorg. Deze woorden voelen als een evangelie-gesel: ‘Gij zult niet…’ Je zult maar op een heuvel aan het meer van Galilea zitten en je afvragen hoe je aan eten komt voor je kinderen.
Je neerleggen bij deze tegenspraak van hogerhand valt niet mee. Nog meer gesputter: zijn deze woorden niet wereldvreemd of op z’n best een stoer staaltje stoïcisme? Zoals Seneca eens schreef: ‘Er zijn meer dingen die ons bang maken dan die ons eronder houden en vaker lijden wij aan een verwachting dan aan de werkelijkheid.’ Dat is wellicht herkenbaar. En hij vervolgde: ‘Wat voor zin heeft het je eigen leed tegemoet te lopen? Misschien zal het gebeuren, misschien zal het niet gebeuren, intussen gebeurt het op dit moment nog niet.’ Sluit Jezus zich aan bij een ‘maak je niet zo druk en denk maar niet aan morgen’? Jezus’ woorden wekken een onbarmhartige indruk. Omgekeerd denk je juist: zou er in plaats van ‘wees niet bezorgd’ misschien ‘wees eens bezorgd’ moeten klinken? Een beetje meer urgentie, alstublieft, gezien de dreigende scenario’s!
Het is wel opvallend dat deze woorden tot zes keer klinken. Blijkbaar weet Jezus ook wel dat zijn volgelingen deze woorden niet zomaar slikken. Hij kent zijn mensen, we hebben de herhaling nodig. Alleen dat al kan goed doen: een hartelijk gebaar van begrip en van bemoediging. Een klap op je schouder: ‘Niet bij de pakken neerzitten!’ En helemaal als dat uit zijn mond klinkt.
Zo’n opkikker kunnen we wel gebruiken. Afgelopen mei verscheen bijvoorbeeld een onderzoek naar mentale problemen bij Nederlandse jongeren (Universiteit Utrecht & Trimbos). Onzekerheid, verlies van hoop voor de toekomst blijkt met name tienermeiden parten te spelen – bij 44% (!) van hen werden mentale problemen geconstateerd. Over zorgwekkend gesproken… En dan toch niet bezorgd zijn? Ja. Daar schuilt levenswijsheid in: laat niet de omstandigheden je leven regeren, want je raakt zomaar verstrikt in de angst. Jezus’ woorden hebben voluit leven op het oog. Zoals concentratiekampoverlevende Edith Eger haar lezers voorhoudt geen slachtoffer te zijn of blijven van de omstandigheden. (De verkoopcijfers van De keuze doen vermoeden dat ze een gevoelige snaar raakt.) ‘Ik wil je graag helpen om je te bevrijden van het verleden, van mislukkingen en angsten, van woede en fouten, van spijt en onverwerkt verdriet, en ik wil dat je de vrijheid ervaart om van het volle, rijke feest van het leven te genieten.’
‘Laat eens los’
Want daar wijst omgekeerd het woordje ‘bezorgd’ op: angst om te leven, voor dat waar je het benauwd van krijgt en wat je keel dichtknijpt. Jezus wijst zijn hoorders op de angst om de zekerheid van leven, eten en drinken. Met als resultaat dat werkelijk leven erbij inschiet. Bepaald geen achterhaalde woorden: angst blijkt een van de belangrijkste drijfveren voor ons handelen te zijn. Angst om te falen, angst om in het kamp van de losers terecht te komen. Het heeft je zomaar te pakken, ook als je aan de ‘winnende’ hand lijkt. Want je geordende leven is een onrustig bezit in een onzekere wereld. Voor je het weet lijk je op die peuter die per se met dat autootje wil spelen waar z’n broertje vanaf moet blijven. Je houdt het de hele middag stevig in je knuisten – maar het spelen schiet erbij in. Zomaar in de houdgreep van je succes of je gekoesterde imago. ‘Wees niet bezorgd, laat eens los’, zegt Jezus. Dat is niet zomaar een mantra. Hij zegt meer dan Eger. ‘Wees niet bezorgd’ vraagt niets minder dan overgave. Niet aan het realisme van iedere dag met z’n kwaad – maar overgave aan de Koning. Ook als de Koning mijn valse zekerheden bevraagt en me ervan bevrijdt.
De woorden van de Heiland bevatten dus meer realiteitszin dan je op het eerste gehoor zou denken. Hij weet er bovendien van: morgen brengt geen rimpelloze dageraad, maar ‘zijn eigen kwaad’. Hij is dan niet naïef, maar de vraag is wel of het klopt wat Hij zegt, wanneer Hij ons kijkles geeft in de natuur. ‘Kijk naar de vogels (…) kijk eens naar de lelies’, en denk dan aan de zorg van de hemelse Vader. Het klinkt wel ontspannend, maar Hij kijkt al te romantisch. Moet je dan maar passief zijn als de lelies? Een soort van laissez-faire met een beroep op de bloemen en de vogels? ‘Het is tenslotte zijn Koninkrijk…’.Niet boven je stand of onder de maat
Zo’n houding is toch het laatste wat we kunnen gebruiken terwijl crisis zich op crisis stapelt?! En over die vogels gesproken, waarvan Jezus zegt dat die zaaien noch oogsten of voorraadschuren vullen: kijk een zomerse middag naar de hemel en je ziet hoe bedrijvig die beestjes bezig zijn! Ze zitten nauwelijks stil. Kunnen die hardwerkende vogels dan voorbeeldig zijn in onbezorgd leven…? Toch wel! Het perfecte plaatje. ‘En dat is de blijdschap, waarmee hij zich aan het leven overgeeft – dat is het geloof in God. Want geloof in God, dat is het vermogen om te léven’ (Kaj Munk). Het ‘rijke feest van het leven’ (Eger), de levenslust heeft te maken met een Koning en zijn Koninkrijk.
Zo doen de vogels het ons voor: je onbekommerd en zonder terughoudendheid toewijden aan Gods Koninkrijk. Niet boven je stand of onder de maat, maar op de plek die God je geeft in deze wereld. En dan maakt het toch uit wie het zegt. Uit Jezus’ zijn is het geen goedkoop teken van medeleven. ‘Wees niet bezorgd.’ De Schriften zingen niet louter van paradijsvogels. Jezus weet er alles van beangst te zijn. ‘Ik blijf wakker, ben geworden als een vogel eenzaam op een dak’, zingt een van de geïsoleerde vogels uit Psalm 102. Alleen als een vogel, onbestemd tussen hemel en aarde – en dus compleet verlaten. Nergens thuis en onbeschermd. Dan verandert het hallél vroeg of laat in de klaagzang. Toewijding aan het Koninkrijk tot aan het kruis.
‘Wees niet bezorgd’ is dus geen losse slogan voor een tegeltje aan de huiselijke wand. Het zijn woorden van het Koninkrijk. De Kruiskoning vraagt onze angst om te leven op Hem te werpen. En dat vraagt inspanning en overgave. Geen struisvogelgedrag, wel leven bij de dag.
Oefenen in overgave
In de omgang van de HEER met het volk Israël tijdens de woestijnreis wordt dat uitgebeeld. Als het volk net onderweg is, verlangt het alweer terug naar gisteren. Het heeft heimwee naar het oude koninkrijk: Egypte. Ze zijn o zo bezorgd: waar is eten? En hun Koning, de HEER, geeft het: brood uit de hemel. Mozes zegt erbij: ‘Niemand mag ervan overlaten tot de volgende morgen’ (Exodus 16, 19). Dat is opvallend. Wij zouden het als een teken van wijsheid en matigheid beschouwen om iets te bewaren voor de volgende dag. Maar als sommige volksgenoten toch eten uitsparen voor de volgende dag is Mozes boos. Waarom? De houding verraadt wantrouwen. ‘Ík moet zorgen voor de dag van morgen, want of Hij het doet… Als Hij karig is, moet ik maar zuinig zijn.’ Angst die het leven beknelt. Het is dus oefenen in overgave, want leven bij Gods dag gaat ons niet gemakkelijk af: ‘Geef ons vandaag het brood dat we nodig hebben.’
En al oefenend maken we ons ‘geen zorgen voor morgen’. Niet om met de armen over elkaar de wereld, het (politieke) klimaat aan te zien, maar juist om met de vogels toegewijd te doen wat God ons vraagt op de plek die Hij je wijst en er iets van leven terechtkomt. Voor zolang het gevraagd wordt. Augustinus merkt bij deze laatste woorden op dat ‘morgen’ verwijst naar de orde van deze wereld, hier en nu. Daar horen zorgen bij. Zo is het uiteindelijk ook nog eens: geconfronteerd met de zorg van iedere dag verlangen naar de ‘jongste morgen’: zorgeloos in het volle licht van het Koninkrijk. En in de tussentijd als voorschot leren vliegen en zingen: vogel-vrij!
W.L.W. Kater, MA Msc studeert theologie aan de TUA en werkt in het voortgezet onderwijs. Hij is redacteur van Wapenveld.