Als de ziel uit de zorg verdwijnt

Een analyse van diepgevoelde onvrede

Abstract

De zorg staat onder druk. Toenemende personeelstekorten in combinatie met een groeiende zorgvraag zorgen voor grote problemen. Het verzuim is hoog en velen verlaten gedesillusioneerd de sector. Dat is niet vreemd: het wezen van gezondheid en zorgen is bekneld geraakt.

Over de zorg valt veel goeds te zeggen. Talloze mensen hebben er een deel van hun gezondheid of zelfs hun leven aan te danken. Ik kan in mijn directe omgeving vele voorbeelden aanwijzen, en wie niet? Ook heeft de beschikbaarheid van zorg een geruststellend effect. Velen vinden in de zorg een prachtige plek om betekenisvol werk te doen. En toch is er ook diepgevoelde onvrede. Hoe komt dat? Dit artikel is een poging daar woorden aan te geven, in vier bedrijven.

1. Mensen zijn relationeel, uniek en een geheel
In de zorg bestaat de neiging de menselijke werkelijkheid gefragmenteerd te benaderen. Aan de onbevattelijke ingewikkeldheid en wanorde van het leven gaat men dan voorbij. Om te beginnen wordt er vaak vanuit gegaan dat mensen geïsoleerde individuen zijn, met een op zichzelf staand probleem. Het gaat om ‘de patiënt’, hij of zij heeft een vraag die fysiek ontleed en behandeld kan worden.

Mensen zijn echter door en door sociale wezens. Ze worden sterk beïnvloed door hun opvoeding, en ook in het latere leven blijven ze in nauwe verbinding staan met anderen. Verbondenheid is essentieel voor menselijk welzijn. We hebben diepe invloed op elkaars stemming, fysiologie en welbevinden. Ook de mate waarin mensen in evenwicht leven met de natuur is van belang. Dat wordt duidelijk bij het ontbreken daarvan, bijvoorbeeld in de effecten van stress, pesticiden, geluidsoverlast en luchtvervuiling. 

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.