Memento tempori

James K.A. Smith over het bewonen van de tijd

Abstract

Als tiener leerde ik op school het verschil tussen de middeleeuwse en de moderne levenshouding aan de hand van twee Latijnse termen: memento mori en carpe diem. Het eerste betekent ‘gedenk te sterven’, bedenk dat je eindig bent en ‘tot stof zult wederkeren’, zoals psalm 90 het zegt. Dit was de middeleeuwse levenshouding, die gestempeld werd door eeuwigheidsbesef, wat zorgde voor ernst in het alledaagse leven. De ontluikende renaissance stelde daartegenover de tweede term, ‘pluk de dag’, geniet van het leven dat je nu leidt. Ook hier is het besef van vergankelijkheid aanwezig, maar is de ernst veranderd in vrolijkheid. Het is een hedonistisch perspectief.

De moraal van het verhaal was natuurlijk dat die tweede levenshouding in christelijk perspectief niet deugde. Een christelijke levenshouding zou zich beter kunnen spiegelen aan die van de middeleeuwers. Dat klonk aannemelijk in een seculariserende cultuur. Wie beseft dat het levenseinde een Godsontmoeting betekent, zal anders met zijn tijd omgaan dan wie ervan uitgaat dat dit leven alles is. Toch heb ik de overzichtelijke tegenstelling in levenshoudingen nooit heel vruchtbaar gevonden. Het is te veel karikatuur om als sjabloon te kunnen dienen voor een christelijke omgang met en visie op tijd.

Levensernst is niet voorbehouden aan gelovigen. De moderne filosofie is diep doordrongen van de eindigheid zonder daarover lichtvoetig te worden. Echt leven in het nu blijkt allesbehalve gemakkelijk. Millennials maken zich grote zorgen over de toekomst van onze planeet en lijken soms door al hun zorgen niet meer aan het plukken van de dag toe te komen. Andersom geldt dat focus op het onmiddellijke ‘nu’ in de christelijke spiritualiteit een plek heeft. Denk aan Prediker, voor alles is een tijd, ook voor het genieten in je jeugd. Benedictijnen leren om je met volledige aandacht te wijden aan wat je nu voor handen hebt, zonder steeds vooruit te blikken op wat komt. Tish Warren bepleit iets vergelijkbaars met wat zij de ‘liturgie van het alledaagse’ noemt, waarin je betekenis en vreugde ervaart in kleine en ogenschijnlijk onbeduidende handelingen.

Niet alleen is de tegenstelling tussen memento mori en carpe diem te simplistisch voor het duiden van een christelijke versus seculiere levenshouding. Beide typeringen laten ook veel zaken onbesproken die wel van belang zijn voor een goede visie op en omgang met (levens)tijd. Bijvoorbeeld hoe we omgaan met het verleden dat ons heeft gevormd, met verlangens naar en zorgen over wat komen gaat. Dit komt uiteindelijk heel dichtbij en gaat over identiteit. Hier zit ook een collectieve kant aan: de manier waarop we ons tot de geschiedenis verhouden, hoe we omgaan met verlies en met de tijdgeest. Bovendien gaat het niet slechts om de manier waarop we verstrijkende kloktijd (chronos) doorbrengen, maar vooral ook hoe we tijd ervaren, welke betekenisvolle momenten zich daarin voordoen (kairos) en hoe we daar dan weer mee omgaan. De Amerikaanse filosoof James K.A. Smith spreekt daarom liever over memento tempori – bedenk dat je tijdelijk bent, dat je in de tijd leeft.

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.