Vorming is geboden!

Bespreking van Joep Dohmen, Iemand zijn.

In onderwijsland wemelt het van de pleidooien voor meer menswording, Bildung, of persoonsvorming; begrippen die niet zelden elkaars equivalent vormen.[2] In dit rijtje kan de vuistdikke publicatie Iemand zijn van emeritus-hoogleraar Joep Dohmen geschaard worden. Hoewel dit misschien wat tekortdoet aan zijn zeer uitgewerkte vormingsleer: van een klassieke visie op paideia tot en met een ‘nieuw’ idee van volwassenheid. Tegelijkertijd is zijn pleidooi wel een erg dikke pil.

Het pedagogische weerbericht is somber: het gaat niet goed met de jongeren in Nederland.[3] Ze worstelen met depressies en andere ernstige psychische klachten. Onderliggende redenen zijn eenzaamheid en het ervaren van (veel) stress door bijvoorbeeld prestatiedruk.[4] Dohmen (1949) deelt hierin een eigen-schuld-dikke bult-verwijt uit aan het adres van de niet-opvoedende samenleving. Speciale aandacht besteedt hij aan de oorzaak van pedagogische verwaarlozing door ouders en de vormingscrisis in het onderwijs. Toch is het in het eerste deel van het boek even zoeken naar Dohmens specifieke punt. Hij analyseert uitgebreid de door hem veelvuldig gehekelde neoliberale samenleving, en klaagt die aan, al dan niet aan de hand van andere auteurs. In zijn recente opinieartikelen is hij meer to the point. Daarin stelt hij dat het levensgevaarlijk is om jongeren verantwoordelijk te stellen voor hun eigen leven. Hun vermogens zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld en ze hebben nog te weinig overzicht over zichzelf en de wereld.[5]

Een nieuwe cultuur van het zelf
De emeritus-hoogleraar wijsgerige en praktijkgerichte ethiek is aan het einde van het eerste deel uiteindelijk duidelijk: leer jongeren weer te zoeken naar een zinvol leven, en rust ze stevig toe door ze een verhaal te bieden. Het is dus tijd voor een nieuwe, normatieve opvoedingsleer die Dohmen verwoordt als ‘een nieuwe cultuur van het zelf’. Bij Dohmen blijft het niet slechts bij een pleidooi, hij formuleert zijn ideeën uitgebreid en zelfverzekerd. ‘Ik (…) bied daar een geloofwaardiger verhaal. (…) De traditie had een bindend verhaal, maar daar geloven we niet meer in. We hebben inderdaad een nieuw vormingsideaal nodig.’[6] Hij opent dit verhaal met het formuleren van een stevige basis in de filosofie: startend in de Griekse mythologie tot en met de moderne tijd. Dit tweede deel van het boek voelt als aangename (herhaal)colleges filosofie. Het is bovendien geheel toevertrouwd aan Dohmen als filosoof met behoorlijke staat van dienst. In het vervolg van het boek bouwt hij voort op deze basis, in deel III verwoordt hij de nieuwe cultuur van het zelf, en in deel IV schetst hij een nieuwe invulling van volwassenheid.

Route Foucault
Inzicht in de opbouw met vier delen heeft de lezer nodig als houvast gedurende het lezen van dit omvangrijke boek. Het helpt ook om Dohmens ‘nieuwe’ ideeën over zelfcultuur te begrijpen en te ordenen. Tijdens bestudering bladerde ik regelmatig terug naar dit voorgestelde programma van zijn betoog. De kopteksten waren daartoe ook behulpzaam. De route tot de nieuwe cultuur (deel III) kent echter wel erg veel zijwegen. Een voorbeeld. Dohmen schrijft dat hij in deel drie aan de hand van Foucaults begrip van zelfzorg uitwerkt hoe wij tot een reëel zelfbeeld, zelfdiscipline en gemotiveerd leven kunnen komen. Het is echter de vraag of dat lukt. De lezer maakt weliswaar kennis met allerlei rijke en interessante thema’s zoals zelfvorming en zelfkennis, motivatie, vorming en verbinding, en leven in het hier en nu. Maar de route via Foucault raakt uit zicht. Het regent concepten, grote en minder grote denkers en ideeën, die uiteindelijk allen wisselgeld voor elkaar lijken te zijn.

FOMO
Dohmen poogt overzicht te bieden in diverse inleidingen, vooruitblikken en besluiten. Maar deze verantwoordingen zijn zo veelvuldig aanwezig dat het doel wordt mist. De uitgebreide inhoudsopgave aan het einde van het boek helpt, maar is daarvoor niet voldoende. Het is bijna ironisch dat Dohmen met zijn bestaansethiek beoogt dat mensen de moed niet kwijtraken als het gaat om opvoeden tot persoonsvorming, en hoopt dat zijn visie ‘van onderop gaat werken’. Natuurlijk bedoelt Dohmen dit met betrekking tot de inhoud, maar de vele pagina’s en omtrekkende bewegingen ontnemen mij juist de moed. Waarom zo’n dikke pil als we tot actie moeten komen? Is het niet mogelijk om directer tot een nieuwe opvoedingsleer te komen? Misschien één waarin niet iedereen die er iets over te zeggen heeft is opgenomen, maar waarin een keuze is gemaakt? Juist Dohmens omvangrijke bestaansethiek met vele zijwegen en naambordjes ontnemen mij het zicht. Hij lijkt in zijn wil tot volledigheid zelf aan FOMO (fear of missing out) te lijden, een kenmerk van de ongelukkige jeugd.

Essentiële ingrediënten
Wil de lezer op een meer ontspannen manier lezen, dan kan volstaan worden met de mooie samenvatting die te vinden is in de algemene inleiding. Een inleiding die bovendien afsluit met de gedreven oproep aan de lezer om zich niet als slachtoffer op te stellen, maar verantwoordelijkheid te dragen. Of, en dat is een compliment: de lezer kan random hoofdstukken of delen van het boek lezen, omdat het betoog dit toelaat en die zijwegen op zichzelf mooie routes zijn. Met een paar pagina’s kan eenieder geïnspireerd raken om aan Dohmens oproep te voldoen. Het zijn waardevolle en herkenbare thema’s als zelfkennis, zelfdiscipline, vrijheid en verantwoordelijkheid; altijd samengaand met de erkenning van de ander. Thema’s die ik met Dohmen onderschrijf als essentiële ingrediënten in de vorming van jongeren. Bovendien – en voor mij niet onbelangrijk – zijn deze thema’s te verbinden met een verticaal perspectief: een opvoeding die zich niet alleen richt op het liefhebben van ‘de naaste als jezelf’ en gelijk staat aan het liefhebben van God. Uiteraard is dat laatste aan de lezer zelf om te doen. Dohmen stelt dat ‘we’ daarin niet meer geloven, de levensbeschouwelijke invulling van ‘iemand zijn’ mist geheel in het boek.

Praten als Bregman
De tekst is prettig leesbaar, waarbij Dohmen soms wel erg kort door de bocht gaat (populaire omschrijvingen als ‘onderwijsbestuurders rekenen wel, maar denken niet’), maar er ook gegrinnikt wordt om leuke omschrijvingen (praten als [Rutger] Bregman, modieus zelfhulpgeneuzel). Herkenbare publicaties krijgen een plaats in het betoog, zoals van Hannah Arendt, René Gudde, Joke Hermsen, Renée van Riessen. Het feest der herkenning wordt compleet gemaakt door het op de laatste pagina’s te vinden Namenregister. Mijn advies: haal alle namen die slechts een keer genoemd worden weg. Less is more, ten gunste van het grip krijgen op die nieuwe cultuur van het zelf.Bijzonder dat de pedagogiek er maar magertjes afkomt 

Iemand zijn beoogt allen aan te spreken die zich in het (Nederlandse) domein van vorming, jeugd, opvoeding en onderwijs begeven. Een brede groep dus, al zal het vooral de onderwijsprofessionals aanspreken door de veelvuldige reflectie op het onderwijsbeleid en -bestuur, en het teruggrijpen op onderwijshervormingen als Onderwijs2032. Om die reden is het bijzonder dat de pedagogiek er maar magertjes vanaf komt, slechts een pagina wijdt hij eraan. Natuurlijk is dit beroepseer, maar toch… Juist pedagogen zijn op dit punt de uitgelezen groep professionals, omdat zij de vragen van het waarom, hoe en waartoe op dit terrein verwoorden en beantwoorden. Bovendien is het opvallend dat in Dohmens invulling, én in die veelheid van namen die hij bezigt, juist de groep wijsgerige pedagogen uit Nederlandse academische pedagogiek schitteren in afwezigheid. En dat is een groep die de ‘nieuwe cultuur van het zelf’ en ‘nieuwe ideeën over volwassenheid’ had kunnen verrijken omdat Dohmen centrale thema’s als verantwoordelijkheid, (zelf)vorming en Bildung met hen deelt. Wellicht laat Dohmen deze taak aan de pedagogen zelf? Dat zou goed kunnen, hij maakt zich in ieder geval sterk op het terrein waarop hij begaafd is: de filosofie.

Schatplichtig
Gezien de summiere positie van de (wijsgerige) pedagogiek, is het daarom wel bevredigend te lezen dat Dohmen tot zijn eigen verbazing aan het einde van zijn boek vaststelt dat hij een opvolger blijkt te zijn van de Nederlandse pedagoog Martinus Jan Langeveld (1905-1989). Dohmens voorstel tot invulling van volwassenheid valt uiteindelijk samen met Langevelds key idea over vorming: opvoeden tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling. Dat betekent een opvoeding waarin kinderen en jongeren wordt geleerd zichzelf vorm te geven onder begeleiding van opvoeders. Een spannende mix van (toenemende) vrijheid en verantwoordelijkheid, met als opvoedingsdoel dat een jongere volledige verantwoordelijkheid draagt voor zijn of haar eigen leven en dat van de ander. Langeveld had echter voor deze boodschap wel wat minder pagina’s nodig.[7]

Kortom, Dohmens nieuwe cultuur van het zelf is dus niet zo nieuw. En dat is ook niet erg. Zijn betoog is geslaagd omdat het de vinger op de zere plek legt: er wordt te veel vrijheid en verantwoordelijkheid bij jongeren neergelegd en dat is vragen om problemen. Vorming is geboden! De thematieken van zijn ‘nieuwe’ zelfcultuur zijn lezenswaardig en herkenbaar en staan door de filosofische basis (weer) stevig op de kaart. Maar als start van een vormingsoffensief zijn het te veel pagina’s en omtrekkende bewegingen.

M.L.M. Hoencamp MSc is als docent en promovendus (historische) pedagogiek verbonden aan Driestar hogeschool (Gouda) en de Vrije Universiteit (Amsterdam).

  1. Joep Dohmen, Iemand zijn. Filosofie van de persoonlijke vorming, Ambo l Anthos, Amsterdam 2022, ISBN 978 90 26361975, 813 pagina’s, €45,99.
  2. Zie bijvoorbeeld Gerdien Bertram-Troost, Menswording in een laag-vertrouwensamenleving: kansen en uitdagingen voor onderwijs (Inaugurele rede Vrije Universiteit, 2022); Gert Biesta, Risking Ourselves In Education: Qualification, Socialization, And Subjectification Revisited, Educational Theory 70 (1), p. 89-104; Wolter Huttinga, Persoon zijn. Een theologisch-antropologische bezinning voor goed onderwijs (Utrecht: Theologische Universiteit Utrecht/Expertisecentrum Onderwijs & Identiteit, 2023); Abraham de Muynck, Tijd voor verlangen: persoonsvorming als toetssteen voor bevindelijke pedagogiek (Oratie Theologische Universiteit Apeldoorn, 2016); Gerdine Velthoven, Worden wie je wilt zijn (Tilburg: Lectoraat Wendbare Onderwijsprofessionals Fontys Leraren Opleiding, 2022).
  3. RIVM, Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs (RIVM Rapport, 2023; Kaya Bouma, Waarom zijn het zo vaak meisjes en jonge vrouwen die zichzelf verliezen in het donker? Volkskrant, 6 januari 2024.
  4. Zie o.a.: Trimbos instituut (2023), Harder Better Faster Stronger?
  5. Joep Dohmen, Geef jongeren uitzicht op een zinvol leven, NRC, 30 september 2023.
  6. P. 156-157.
  7. Zie: Martinus Jan Langeveld, Beknopte theoretische pedagogiek, Groningen: Wolters, 1945.