Wat je aandacht geeft, dat groeit

Over de tango tussen politiek en media

In het Haagse circuit dansen politiek en media een tango die een houdgreep kan worden. Als ophef en clicks het nieuws gaan bepalen, delft de aandacht voor echte problemen en complexe oplossingen het onderspit. Mirjam Bikker ziet hierin niet alleen een taak voor journalist en politicus, maar ook voor de nieuwsconsument.

‘Meneer Timmermans, ik ben chronisch ziek. Het hele jaar door. Ik betaal 385 euro, elk jaar weer. Ik kan het niet betalen met alleen een uitkering, en velen met mij. U wilt niet weten hoeveel armoede er is in Nederland. Ik kijk om mij heen en kan wel janken, zo erg. De komende vier jaar is te laat. We zijn te laat!’

Het wordt gezien als een van de sleutelmomenten in de laatste verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer. In het SBS6-debat een week voor de verkiezingen gaat het over het eigen risico in de zorg, over bestaanszekerheid. Partijen spreken veel over bestaanszekerheid, leggen verschillende oplossingen op tafel om mensen uit de armoede te krijgen. Waar de ene lijsttrekker (Timmermans in dit geval) erbij zegt dat het niet van de een op andere dag geregeld kan worden, weet een ander daar wel raad mee. De woorden van Geert Wilders blijven echoën: ‘Dat de leider van de sociaaldemocratie niet zegt: “Mevrouw, we gaan nu morgen dat eigen risico afschaffen,” is een schande. U bent het contact met de werkelijkheid totaal verloren.’ Een symbool is geboren.

Teleurstelling
Of we nu de afschaffing van het eigen risico of stevig klinkende maatregelen rond migratie bespreken, oplossingen die van de ene op de andere dag alles beter maken, zijn er zelden. Toch is er elke campagne, en zelfs elk debat in de Tweede Kamer, weer de simplificatie. Die nodig is om een verhaal snel te vertellen. Die aantrekkelijk is, omdat het mensen duidelijkheid geeft aan welke kant van de streep men staat. Omdat het makkelijk in een krantenkop te vatten is, omdat een urenlang debat samengevat moet worden. Het is vervolgens wachten op een latere nuancering, of erger, een teleurstelling.

De stand van zaken een half jaar later voor de mevrouw uit het SBS-debat? De PVV werd de grootste partij, mocht de leiding nemen bij de onderhandelingen voor een nieuw kabinet. Daar is van alles over te zeggen, maar wat betreft die afschaffing van het eigen risico: dat ging toch niet zo eenvoudig. Het eigen risico blijft bestaan en zal vanaf 2027 worden gehalveerd. Waarbij volledigheidshalve moet worden vermeld dat zeer waarschijnlijk de zorgpremies omhooggaan. Alle kranten hebben in de weken die volgden inzichtgevende artikelen geschreven over de uiteindelijke plannen voor de zorg, over de uiteindelijke plannen voor verbetering van de bestaanszekerheid. Maar de gemiddelde Nederlander zal vooral dat ene moment onthouden hebben. De mevrouw die leeft in armoede, de politicus die haar lijkt te begrijpen, die daadkracht en een oplossing suggereert. Dat die oplossing niks doet voor mensen in armoede, dat het weinig met de waarheid te maken heeft, omdat het een symbool is in plaats van een maatregel die structureel de armoede omlaag brengt, dat blijft veel minder goed hangen. Wat de kranten later over de zorgplannen schrijven, zakt sneller weg dan zo’n pakkende interventie in een goed bekeken debat.

De tango
Op de dag van schrijven ben ik op de kop af 1200 dagen Kamerlid. Een mooi moment om eens te reflecteren, op die wisselwerking tussen media en politiek. Helder is dat ze elkaar nodig hebben, dat er flinke uitdagingen zijn in deze tijd boordevol headlines, krantenkoppen en filmpjes overal vandaan. Aan nieuws is geen gebrek, er wordt continu geselecteerd. Dat heeft tot gevolg dat opvallen loont. Helder is ook dat het genuanceerde verhaal, of de techniek die nodig is om tot oplossingen te komen, niet altijd geschikt is voor een debat vol oneliners, laat staan voor de filmpjes die partijen tegenwoordig graag maken om hun kiezers te bereiken.Kunnen we nog laten zien hoe een weg van lange adem wordt ingezet?

De vraag is, hoe blijf je als politicus op een goede manier gevoed worden? Hoe blijf je recht doen aan wat er daadwerkelijk aan de hand is en de eerlijke oplossingen die daarbij horen? Met pluriforme media waarbij de ene krant andere accenten zal leggen dan de andere. Voeg daarbij de impact van online media, die vierentwintig uur per etmaal bereikbaar zijn. Online moeten filmpjes pakkend zijn, en de wet van de ophef zorgt voor veel clicks en likes, zodat het mediaplatform een filmpje vaker laat zien. Dat leidt vervolgens ook weer tot meer clicks, en zo wordt het groter en groter. In de wetenschap dat jongeren zich voor hun nieuwsgaring vooral laten voeden via de social media. Kan de overheid in een pluriforme samenleving, die steeds meer ‘verbubbelt’, mensen nog meenemen in een gezamenlijk streven? Kan een politicus nog laten zien dat taaie problemen worden aangepakt, hoe een weg van de lange adem wordt ingezet? Ook als het vertrouwen tanende is? Goed journalistiek werk is essentieel voor een gezonde democratie. Eerlijke politiek is essentieel voor het vertrouwen in die democratie en in de slagkracht van de overheid. Daar staat in deze tijden heel wat op het spel. Niet alleen voor journalisten, of voor politici, uiteindelijk voor elke burger in ons land.  

Zwakke plekken
Het is gezond dat journalisten een ander belang hebben dan politici. Waar een volksvertegenwoordiger graag het eigen verhaal wil laten horen, zal een journalist terecht iets anders voor ogen hebben: informeren, quotes of nieuwswaardige feiten presenteren die meer inzicht geven en die laten zien hoe de politieke voornemens al dan niet een oplossing zijn voor actuele problemen. Daarbij zal de journalist altijd moeten selecteren. De krant kan immers niet oneindig gevuld worden, moet lezenswaardig zijn, tv-programma’s blijven alleen bestaan als er kijkers zijn. Online wordt er rekening gehouden met de algoritmes die nieuws groot maken. In de afgelopen jaren zijn daarbij een aantal zwakke plekken in die wisselwerking duidelijk geworden. Dat is niet alleen een abstract verhaal, dat raakt ons allemaal als we nieuws tot ons nemen en opvattingen hebben over wat het land nodig heeft. Sinds ik in maart 2021 Kamerlid werd, zijn er twee parlementaire enquêtes gepasseerd. Beide leggen óók de vinger bij zwakke plekken in die wisselwerking tussen media, politiek en bestuur.

Afstand en aandacht: de zwakke plekken in de afgelopen jaren
Allereerst moet opgemerkt dat de parlementaire enquêtes vooral stilstaan bij fouten die gemaakt zijn door de overheid én door politici. De overheid die geen recht verschaft aan mensen, maar ze in een moeras van procedures steeds dieper laat wegzakken. Het blijft confronterend, en politiek verantwoordelijken – kabinet en Kamer – behoren daarop aangesproken te worden. Dit artikel is niet bedoeld om aan die conclusie te tornen. In de verschillende debatten heb ik daar woorden aan gegeven. En nog steeds, bij elk werkbezoek in het bevingsgebied, bij elk gesprek met een gedupeerde toeslagenouder, vertrek ik met schaamte. Dan besef ik dat ook een goedwillende overheid een vermorzelende overheid kan zijn. Het is bovendien een harde waarheid dat goedwillende politici met nieuwe oplossingen geregeld de ellende groter hebben gemaakt, in plaats van kleiner. De verhalen van mensen over de ellende waar ze jarenlang doorheen trekken, wat dit betekent voor het gezinsleven, hoe kinderen opgroeien in stress of armoede, het snijdt door de ziel. Maar brengt heel eerlijk, ook de vraag naar voren: hoe kan het dat de ernst hiervan zolang niet tot ons doordrong? Of het nu gaat om Groningen of het toeslagenschandaal, de vraag blijft staan hoe het kan dat dit zo lang heeft kunnen duren. De parlementaire enquêtecommissie Groningen schrijft daarover:

‘Het lange tijd onderschatten van de problemen in Groningen als gevolg van de gaswinning is niet voorbehouden aan mensen die daar beroepsmatig bij betrokken zijn. Ook een deel van de Nederlanders lijkt de problemen van de Groningers nauwelijks te kennen of serieus te nemen. Dit heeft de commissie herhaaldelijk verbaasd. De ernst van de zaak en de fundamentele veronachtzaming van de belangen van Groningers lijken vaak niet door te dringen tot de rest van Nederland. Ook bij de landelijke media lijkt dit lange tijd het geval. Waar dat aan ligt, is voor de commissie lastig te duiden.’

Maar vervolgens doet de commissie wel een eerste poging tot duiding. Namelijk dat een uitgesmeerde ‘ramp’ die zich uitstrekt over decennia, waarbij elke beving het een beetje erger maakt, minder opvalt en minder aandacht krijgt dan een eenmalige heftige gebeurtenis.

‘Daarnaast kan de afstand meespelen in de onderschatting van problemen. De aardbevingsproblematiek speelt “helemaal in Groningen”. De commissie heeft in gesprekken vaak gehoord dat als dit in de Randstad was gebeurd, het nooit zolang geduurd had voordat de ernst van de zaak en de belangen van bewoners op het netvlies waren gekomen.’[1]

Groningen kreeg niet de aandacht die het verdiende, door de langdurige stapeling en door de afstand stond het te vaak niet stevig genoeg op het vizier. Andere en vooral economische belangen kregen daarom telkens voorrang. De behandeling van het enquêterapport was een moment van erkenning van al het leed in Groningen. Bij de moeizame weg van herstel trappen we echter in dezelfde valkuil. Wie de afgelopen debatten over de nieuwe coalitie gevolgd heeft, zal alleen over Groningen gehoord hebben als hij zich laat informeren door noordelijke media. De bijzondere constellatie van het kabinet, de eerder gedane uitspraken van bewindspersonen, en het gedrag op sociale media domineerden de verslaggeving. Dat is zeer goed te begrijpen, maar de aandacht voor de hersteloperatie sneeuwt opnieuw onder.

Het andere grote overheidsfalen van de afgelopen tien jaar behelst het toeslagenschandaal en het fraudebeleid. De enquête daarover laat zien dat hier een heel andere dynamiek was tussen media en politiek. Een zwakke plek met grote gevolgen, zoals in het rapport te lezen is.

‘De commissie concludeert dat sprake is geweest van een wisselwerking tussen Kamerleden en journalisten waarin ze op dit onderwerp het slechtste in elkaar naar boven hebben gehaald. Mensen werden hiervan de dupe. In de politiek worden er dagelijks beslissingen genomen die het leven van mensen raken. Journalisten bepalen welke onderwerpen wel of niet aandacht krijgen. Hiermee ontstaat er een afhankelijkheidsrelatie tussen Kamerleden en journalisten.

De commissie ziet dat media vooral aandacht hebben voor ophef en conflict en minder voor het inhoudelijke debat. Als er geen conflict of schandaal is, dan verdwijnt een onderwerp meestal weer snel naar de achtergrond. De wisselwerking tussen Kamerleden en journalisten heeft gevolgen gehad voor de wijze waarop Kamerleden hun taak invullen. De medewetgevende taak van Kamerleden, zeker als het technische complexe wetten betreft, kreeg om die reden veel minder aandacht.

Dit heeft een zelfversterkend effect: een papegaaiencircuit tussen politiek en media. Er is onevenredig vaak geschreven over fraude binnen de sociale zekerheid. Sociale zekerheid werd synoniem voor fraude. Bij fraude ging het bovendien met name over fraude door mensen met een migratieachtergrond. Dit alles heeft bijgedragen aan een verhard maatschappelijk politiek klimaat, waarin enkelvoudige beelden dominant zijn. Kamerleden hebben bewindspersonen aangespoord het fraudebeleid verder te verharden.’[2]

Waar signalen van fraude en stevige uitspraken over de aanpak makkelijk de krant halen, is dat een stuk minder eenvoudig voor de grote technische veranderingen die nodig zijn in het sociale-zekerheidstelsel. Of het nu gaat om het aanpassen van alle hardheidsclausules in de wetgeving, of de meer structurele oplossingen in het vereenvoudigen van het toeslagenstelsel.

Wat krijgt aandacht
Elke dag komt er nieuws uit Den Haag, agenderen politici problemen en oplossingen. Elke dag staan politici voor een camera of microfoon. Daarbij valt op dat het journalistieke adagium ‘Een ramp voor het land, een feest voor de krant,’ evenzeer geldt voor politici. Toch zijn beide niet geroepen tot het enkel brengen van ophef, en dat is ook niet de inzet. De beroepsethiek en het vakmanschap vragen om een andere houding. In het openingsartikel van deze jaarserie schreef Johan Snel over dat vakmanschap van de journalist. Niet alleen de objectieve journalistiek verhoudt zich tot de feiten, ook de betrokken journalistiek, die verder gaat in duiding en waarheidsvinding. Dat geldt alle media, ook de media uit eigen kring. In vast te onderscheiden rollen is er de opdracht om te bouwen aan een sterke en transparante democratie, een samenleving waarin we weet hebben van verschil en het toch met elkaar uithouden.

In de literatuur worden de onderscheiden rollen van de media nader gespecificeerd:

1. de informerende rol, waarbij de media mensen in het land vertellen wat er gaande is;
2. de controlerende rol, ofwel de zogenaamde waakhondfunctie, waarbij de media onafhankelijk van het politieke proces kunnen doorvragen, en doorgraven als er iets gebeurt wat niet in de haak lijkt te zijn. Zo kunnen schandalen, misstanden of problemen bovenwater komen;
3. de podiumfunctie, waarbij de media maatschappelijke actoren, maar ook politieke groeperingen, een podium geven om hun gedachten en belangen te bespreken;
4. de vermaaksfunctie, die in eerste instantie geen rol speelt bij politieke uitzendingen of het achtuurjournaal, maar die wel steeds meer hand in hand gaat met de nieuwsfunctie bij programma’s, zowel op internet als op tv.

Het jaar 2023 was het eerste jaar dat mensen voor hun nieuwsgaring meer gebruik maakten van online media dan van tv. Wie de ontwikkelingen online ziet, weet dat we steeds vaker gepersonaliseerde berichten krijgen. Als je in vakantietijd één keer online naar een tentje voor de kinderen zoekt, krijg je telkens tentjes aangeboden op allerlei andere websites. Voor het nieuws dat we zoeken of aanklikken is dat niet anders. Nu de sociale media in handen zijn van grote techbedrijven met hun eigen algoritmes, is er een extra kwetsbaarheid. Blijven bovenstaande rollen van de media behouden? Andersom, de politicus met een doorwrocht verhaal, die zich degelijk heeft voorbereid op een wetsbehandeling, kan het daarbij ook niet meer laten. Ook in een fractie zijn integere vakmensen nodig om dat verhaal ook communicatief op een pakkende manier onder de aandacht te brengen.

Naast de overheid, die pluriforme onafhankelijke media moet waarborgen, is er ook de eigen verantwoordelijkheid van eenieder van ons. Uiteindelijk nemen wij allemaal op heel veel verschillende manieren het nieuws tot ons. We verbinden er gedachten aan, geven ons beeld van de samenleving om ons heen, gedachten over de toekomst. Het is goed om onszelf daar rekenschap van te geven bij het consumeren van nieuws, bij het reageren erop. Recente onderzoeken laten zien hoe steeds vaker non-stop het nieuws gevolgd wordt. Van het ontbijt tot het slapen gaan, op het telefoonscherm komt scrollend en klikkend de hele wereld voorbij. In de afgelopen jaren hebben we lessen geleerd wat er daarbij mis kan gaan. Zowel ophef en overreactie, bij gebrek aan aandacht door de afstand en het lang voortduren van een probleem, vervormen ons beeld. Ook in de actualiteit zijn daar wereldwijd volop voorbeelden van te geven. Conflicten die dagelijks in beeld komen en vreselijke situaties waar zelden over bericht wordt. Voor mij is het een reden geworden om veel meer de regionale media te volgen, en het contact met lokale bestuurders te versterken. In de afgelopen jaren ben ik de stevige onderzoeksjournalistiek steeds meer gaan waarderen. Wat is het nodig dat er dieper wordt gespit, dat een heel verhaal gebracht wordt en niet alleen een soundbite of een eerste bevinding. Het is confronterend te merken hoe snel de laatste nieuwsupdates je gek genoeg ook kunnen afleiden van wat er op het spel staat, van waar het in het nieuws werkelijk om gaat. Hoe je in beslag genomen wordt door de laatste stand van zaken, zonder op zoek te gaan naar duiding. Het zou ons allen goed doen als we onszelf de nieuwsgierigheid naar het waarom gunnen, in plaats van de sappige eerste feiten. Wie betrokken journalistiek wenst, zal dat zelf ook aandacht moeten geven. Want wat aandacht krijgt, dat groeit.

Mr. M.H. Bikker is fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer en redactielid van Wapenveld.

  1. Groningers boven gas, conclusies en aanbevelingen, boek I, p. 44-45
  2. Blind voor mens en recht, rapport parlementaire enquête Fraudebeleid en dienstverlening, p. 63