Profetisch wandelen langs het jaagpad van de economie

Bespreking van Capitalism Reconnected, Jan Peter Balkenende en Govert Buijs

Er schort blijkbaar iets aan ons economisch gedachtengoed. Waarom zou een voormalig premier anders een boek schrijven dat de fundamenten ervan aan de kaak stelt? Balkenende deed dat samen met filosoof Govert Buijs. In Capitalism Reconnected praten ze ons bij over de nieuwste inzichten, en leveren ze veel stof tot debat.

In zijn boek Wij slaven van Suriname beschrijft Anton de Kom de rol van geldzucht in het lot van Suriname:

Gij kent dit land alleen nog als een nadeelige post op de jaarlijksche begrooting en herinnert U wrevelig de vette dagen van Mauricius en Sommelsdijk. Gij berekent sluw hoeveel jaren vrijdom van belasting de verkoop van dit land U geven kan. Suriname, Uw voormalig suikerland, niet waar? Zoo verkoopt gij een slaaf; zoo verkoopt gij een kreupel kind.[1]

In de geschiedenis van Suriname is het telkens weer de handelsgeest van de Nederlander, de winstgerichtheid, die andere overwegingen van rechtvaardigheid lijkt weg te drukken. De Kom gebruikt de term ‘kapitalisme’ maar twee keer in zijn boek, maar de winstgerichtheid is een terugkerend thema. Het kapitalisme is op verschillende momenten in de geschiedenis een onderstroom, een macht van geldzucht die bindt en verblindt.

Met dit in gedachten nam ik het boek Capitalism Reconnected ter hand, het nieuwe boek van voormalig premier Jan Peter Balkenende en de filosoof Govert Buijs. Dat er ook nu iets aan ons economisch gedachtengoed schort, blijkt wel als de voormalig premier van Nederland een boek schrijft dat de fundamenten van onze economische orde aan de kaak stelt. Balkenende en Buijs hebben samen een boekwerk geproduceerd dat opvalt. Dat zag ook de voorzitter van het Europarlement, Roberta Metsola, die het in Brussel in ontvangst nam op 30 november 2023. Kortom, dit is een boek dat je zou willen lezen of op zijn minst doorbladeren.

Wie aan een boek zoals dit begint kan maar beter goed voorbereid zijn. Lezen is namelijk geen passieve activiteit, maar te vergelijken met een potje honkbal: het vangen van de bal is net zo goed een activiteit als het slaan of werpen van de bal.[2] Balkenende en Buijs hebben een lijvig werk van 400 pagina’s geschreven. En ook nog in het Engels. Zij hebben geworpen, het is aan de lezer op de juiste wijze te vangen.

Balkenende heeft een uniek perspectief als iemand die eerst geholpen heeft om decentralisatie en privatisering te laten indalen in de politiek (bij het WI van het CDA). Die het als premier in de praktijk heeft gebracht, bijvoorbeeld bij het zorgstelsel of de invoering van de WMO. In het jaar van de financiële crisis, 2008, was hij degene die banken moest redden. Balkenende kent dus de voorgeschiedenis, was actief in het beoefenen van economische politiek en heeft de uitwassen van dichtbij gezien. Dit boek is een voorlopig, uitgebreid antwoord, en uitdaging aan het economisch denken van de 21e eeuw.

Govert Buijs is een filosoof die zich op het economische heeft gestort. Sinds het uitbreken van de financiële crisis van 2008 richt hij zich op de noodzakelijke heroriëntatie van economie. Dat was hard nodig, als we in gedachten houden de opmerking van Greenspan uit 2008, bij een hoorzitting van het Amerikaanse Congres: “Het model waar ik mijn hele leven in heb geloofd, blijkt niet te kloppen.”[3] Greenspan doelde hiermee op de vrije werking van competitie op financiële markten en het geloof dat die competitie vanzelf zou leiden tot goed gedrag van elke deelnemer. 

Buijs heeft met meerdere projecten, beurzen en boeken, zijn ideeën over economische modellen kunnen ontwikkelen. Dit boek is het resultaat van dit werk, waarbij grote en kleine economen, denkers en filosofen zijn betrokken. Het biedt een goede kennismaking met de laatste inzichten over een verantwoorde economische ontwikkeling.

Voor het juiste ‘vangen’ van dit boek zal ik in deze bespreking stilstaan bij achtereenvolgens de grotere context van dit boek, de belangrijkste ideeën en de nieuwe vragen die het oproept.

Een competitie van economische ideeën
In de wereld van economisch denken tekenen zich steeds duidelijker twee mogelijke varianten af. Het ene is het Amerikaanse aandeelhouderskapitalisme. Het andere is het Chinese staatsgeleide kapitalisme.

Centraal in het Amerikaanse model staat de vrijheid om een bedrijf te starten. Werknemers worden makkelijk ontslagen. De publieke sector, inclusief de gezondheidszorg, is duur en inefficiënt. Maar het past bij de Amerikaanse cultuur. En het levert groei op. Onlangs constateerde Mario Draghi nog dat de economische groei in de VS een procentpunt hoger uitvalt dan in Europa.[4] Dat is een extreem groot verschil, met name veroorzaakt door de technologiesector.

China dan. Ook daar lijkt hun economisch model goed te werken. De groei is nog steeds hoog, ondanks problemen in de vastgoedsector en toenemende vergrijzing. De Staat heeft een grote invloed op de richting van de economie en er is weinig politieke vrijheid. Maar het ‘werkt’. We hebben er als Europa zelfs baat bij, door goedkope zonnecellen en elektrische auto’s.De veerkracht achter de Europese ideeënwereld lijkt verdwenen

In bovenstaande beschrijving laat ik allerlei details weg. Het is een ruwe schets. En er zijn meer modellen en varianten te vinden. Maar het is behulpzaam voor het begrip van de denkwereld waarin Balkenende en Buijs zich bewegen. Tussen deze twee giganten, China en de VS, moet Europa haar eigen economische model ontwikkelen. Haar project van economische hervorming, voortgedreven door de Europese Commissie, steunde op pilaren van vrijhandel, competitie en een overheid die haar kerntaken efficiënt uitvoert. Het heeft gewerkt. En de ideeën zijn nog steeds waardevol. Maar de veerkracht, de energie achter deze ideeënwereld lijkt verdwenen te zijn. Het is daarmee zinnig om te beschrijven hoe een eigenstandige Europese visie op economische ontwikkeling eruit zou moeten ziet. Dit is de uitdaging waar Balkenende en Buijs zich aan gewaagd hebben.

Het denkkader
Het denken van de auteurs is duidelijk geschraagd door een lange onderdompeling in de christendemocratische traditie. In die traditie hebben staat, markt en maatschappelijk middenveld hun onderscheiden rol. De mens is een sociaal wezen en verbindt zich van nature met anderen. Het denken zien we terug in het benoemen van de juist ordening, ‘wie doet wat?’ Expliciet komt dit aan de orde in hoofdstuk 9, waarin gespreide verantwoordelijkheid wordt benoemd als de ‘multiactor approach’. De verschillende actoren in de economie worden benoemd, zoals dat hoort, in hoofdstuk 10 (de makers), 11 (inbedders) en 12 (innovators). Geen étatisme dus, waarbij de staat van bovenaf dirigeert, maar een besef van dat we op elkaar zijn aangewezen. En dat elke kring zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. Iedereen is aangesproken.

Diagnose en aanbeveling
Het boek valt uiteen in drie delen. Deel 1 geeft een diagnose van de huidige situatie in Europa. Het beslaat de eerste vier hoofdstukken, waarin aanleiding, geschiedenis, teleurstelling en verwarring achtereenvolgens worden beschreven. Het eindigt met de noodzaak tot een heroriëntering van ons economisch model naar een ‘verantwoordelijk kapitalisme’.

Deel 2 beschrijft vijf pilaren en drie ‘vliegwielen’ om de principes onder dat verantwoordelijke kapitalisme te beschrijven. De pilaren zijn de vaste waarden en overtuigingen die onder elke duurzame vorm van ontwikkeling nodig zijn. Dit is bijvoorbeeld het gegeven van de Europese geschiedenis en de noodzaak om goed maatstaven te gebruiken voor economische ontwikkeling.

De ‘vliegwielen’ beschrijven de verschillende kringen of onderscheiden groepen in de samenleving waar we besef van moeten hebben. Dit past geheel bij het concept van een verantwoordelijk kapitalisme, waarin de waarden belichaamd worden in de samenleving zelf. Het kan ook niet anders, als we niet willen vervallen tot staatsgeleid kapitalisme. Balkenende en Buijs verdelen de vliegwielen in drie delen. Het eerste deel is dat van de productie-consumptie sector. Zeg maar, het traditionele deel van de economie.

Het vernieuwende van deze aanpak is dat het hier niet bij blijft. Een tweede groep is die van de ‘embedders’. Het is moeilijk te vertalen, maar lijkt op ‘belichamers’. De auteurs zien een aparte rol weggelegd voor groepen mensen of belangen wiens stem luid moet klinken. Het belang van natuur, bijvoorbeeld, moet een aparte waardering krijgen, los van economische motieven. Ook gemeenschappen hebben hun eigen waarde. Mensen die op een bepaalde manier samenleven, in gemeenschappelijk verband, hebben recht op hun eigen stem en vertegenwoordiging in het publieke debat.

De derde groep is die van de vernieuwers. Dit beperkt zich gelukkig niet tot de tech-ondernemers, maar bevat de media, bedrijven en wetenschappers. In dit vliegwiel staat verbeelding centraal, op een manier die Einstein ook zou aanspreken (‘Verbeelding is belangrijker dan kennis’).

Deel 3 geeft een mogelijk pad voor Europa in een wereld die gekenmerkt wordt door geopolitieke tegenstellingen. In drie hoofdstukken wordt geschetst hoe Europa haar verantwoordelijkheid kan nemen in een onzekere wereld: open en nieuwsgierig, niet-imperiaal en met besef van de grote uitdagingen.

Thema’s
De opbrengst, de ideeën van Capitalism Reconnected zijn niet eenvoudig in één beeld te vatten. Het helpt de lezer om te bedenken dat dit ook niet nodig is. Het is juist een typisch Europees fenomeen dat we in onze geschiedenis allerlei ideeën van buiten op ons laten inwerken, zonder dat we ons gedwongen voelen het onder een noemer te plaatsen. Rémi Brague noemt dit de ‘excentrische’ focus van het Europese denken.[5] Het zijn altijd invloeden uit andere landen geweest die Europa richting gaven. Capitalism Reconnected is dan ook een echt Europees boek waar zij ideeën van buiten presenteert en aanbiedt als vernieuwing voor Europa.

Duurzame doelen
Een grote rol is in het boek weggelegd voor de SDG’s, de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. Die zijn ontwikkeld in de VS of in een multi-gouvernementele context. Ze proberen kaders te geven voor internationale ontwikkeling van markten en overheidsbeleid. De vernieuwing schuilt in het meenemen van wat er in de hele wereld gebeurt.[6] Het boek benoemt op meerdere plekken hoe de SDG’s kunnen functioneren als richtingaanwijzer of ‘zijlichten’ (in de woorden van Goudzwaard) voor een verantwoorde economische ontwikkeling.

Post-koloniaal denken
Een ander thema is het post-koloniale tijdperk waarin we ons bevinden. Na het verliezen van hun kolonies, het verdwijnen van ‘empire’, waren de Europese landen wel gedwongen om zich op elkaar te richten.[7] Vrijhandel, samenwerking en het afstemmen van nationaal beleid zijn dus het gevolg van een noodzaak. En niet, zoals nationalisten beweren, een afrekening met de natiestaat. Een land heeft externe ankers nodig om te functioneren. Iemand als Timothy Snyder wijst dan ook de idee af dat landen een ‘wijze oude deugd’ in zich bergen waar ze zich aan vast kunnen houden.De ontwikkeling van Afrika is een historische plicht

In Capitalism Reconnected wordt dit idee ontwikkeld in hoofdstuk 14, dat gaat over Europa’s bijdrage aan de wereld. Het koloniale verleden van Europese landen wordt benoemd, en als aanleiding genoemd om werk te maken van de toekomst. Er moet werk gemaakt worden van goede relaties met armere landen. Europa moet iets betekenen voor de wereld. En met name voor Afrika, als historische plicht, zoals Schuman dit al verwoordde in 1950: ‘Met meer middelen zal Europa de verwezenlijking van een van zijn voornaamste taken kunnen voortzetten: de ontwikkeling van het Afrikaanse continent.’[8]

De grote verschillen in groeicijfers tussen de VS en Europa worden opgemerkt. Hoofdstuk 12 richt zich dan ook op het belang van innovatie. We zien het effect daarvan in de Verenigde Staten met haar enorme technologiesector en sterk groeiende AI-sector. Maar nog sterker wordt dit duidelijk in de ontwikkeling van China en India. Deze landen hebben ingezien dat technologische innovatie de weg is naar de toekomst. Alleen met veel publieke en private investeringen in R&D kan het bedrijfsleven productief blijven en duurzame werkgelegenheid verschaffen. Het hoofdstuk vertaalt dit naar de Europese context, waar innovatiebeleid vooralsnog maar moeilijk van de grond komt.

Nieuwe dilemma’s
Een correcte beschrijving van de werkelijkheid moet wel enige tegenstrijdigheden bevatten. Onze wereld is nu eenmaal niet hermetisch, maar open en vol van ambiguïteit. Maar dit is precies wat filosoferen zo interessant maakt. Het is nooit klaar, en nooit helemaal af.

Het is de waarde van Capitalism Reconnected dat ze nieuwe tegenstellingen blootlegt. Het boek zelf lijkt dat niet altijd zo te verwoorden, maar de realiteit sijpelt er als het ware doorheen. Er zijn wensen ten aanzien van de economische orde die niet tegelijkertijd gerealiseerd kunnen worden.

Armoede en vooruitgang
De eerste paradox vinden we bij het onderwerp armoede en vooruitgang. Enerzijds is economisch denken (vanuit het begrip van naastenliefde) sterk gericht op materiële vooruitgang. We weten namelijk dat armoede en werkloosheid een sterke relatie hebben met economische groei. Anderzijds lijkt de ontwikkeling van markten en de financiële sector ook weer nieuwe ‘verliezers’ op te leveren. Het boek maakt deze paradox helder, door in hoofdstuk 1 duidelijk neer te zetten hoe de ontwikkeling van marktwerking en de neoklassieke aanpak van economische groei heeft geleid tot een onvoorstelbare vooruitgang. Abjecte armoede is enorm afgenomen door het gebruik van klassieke IMF-stijl hervormingen in India en China. Maar tegelijk is de eenzijdige aandacht voor welvaart enorm ongemakkelijk. We zouden willen dat verdere ontwikkeling gepaard gaat met een betere leefomgeving, gezondheid en sociale samenhang. Maar armer worden, dat willen we ook weer niet.Seks scoort hoog op de geluksschaal, opvoeding van kinderen laag

Het wordt spannend als we de blik naar buiten Europa richten. Men zou in een land als, zeg, Honduras, de handen dichtknijpen als ze daar een ‘markteconomie’ konden krijgen als de onze: een sociale structuur met regels, normen, gericht op de vrije ondernemings­gewijze productie. Hoe vaak is in de geschiedenis niet de politieke en economisch vrijheid opgeofferd ten faveure van een samenlevingsideaal dat enkel de zittende machthebbers ten goede kwam.

Alternatieve maatstaven voor ontwikkeling
We komen ook een tegenstelling tegen bij de pogingen om een alternatieve maatstaf voor groei te ontwikkelen. De auteurs zouden willen dat we de waarde van natuur, sociale samenhang en gezondheid konden vatten in een betere maatstaf dan het ‘bruto binnenlands product’ (BBP). Dit is een herkenbaar verlangen. Maar het levert allerlei paradoxen op, zoals dat we beter af zouden zijn in een recessie: door de werkloosheid worden de files minder, reistijden korter en de luchtkwaliteit beter. Maar zou dat echt als ‘beter’ voelen? Ik denk van niet.

Ook de poging om ‘geluk’ te vangen in een maatstaf levert dit soort paradoxen op. Seks scoort hoog. Het opvoeden van kinderen scoort laag op de geluksschaal.

Culturele waardenparadox
Een derde paradox is de nadruk op waarden en cultuur. Waarden en cultuur zijn een gegeven. Ze ontstaan niet uit de wil van een mens, en zijn geen beredeneerde uitkomst van een denkproces.[9] Dat we gesprekken over identiteit of de ‘Nederlandse cultuur’ voeren is een cultureel gegeven, maar levert geen enkele bijdrage aan het culturele bewustzijn zelf. Cultuur, een vaste set normen, vindt zijn werking nu juist in het feit dat het niet bespreekbaar is. De sterkste normen blijven onbenoemd.

Het kan niet anders of Balkenende en Buijs weten dit ook. Toch doen ze in het boek verschillende pogingen om ‘nieuwe’ culturele waarden te ontwikkelen, of te pleiten voor een herwaardering van oude waarden. Ze beroepen zich op de mogelijkheid om met overtuiging te spreken en met woorden invloed te hebben op de publieke opinie. Die mogelijkheid is er zeker, maar bevindt zich achter een sluier van onwetendheid over de oorsprong van culturele ontwikkeling.

De wereldhandel, massatoerisme, internet en sociale media hebben invloed op onze culturele ontwikkeling, op wat we acceptabel vinden en wat niet. Op hoe culturele verschillen tussen landen kleiner worden. Maar hoe dit precies werkt en welke richting het opgaat, dat kan niemand zeggen.

Op economisch vlak zien we de cultuurparadox terug in het ongelijkheidswerk van Thomas Piketty.[10] Enerzijds is zijn naam gevestigd doordat hij liet zien hoe groeiende ongelijkheid een onvermijdelijke trend kent, sinds oude tijden. Alleen oorlog, ziekte of natuurrampen leiden tot een trendbreuk.[11] Maar tegelijk is Piketty in zijn activisme een pleitbezorger voor allerlei maatregelen om ongelijkheid tegen te gaan. En dat vereist een geloof dat dit soort maatregelen effect kan hebben. De oude Piketty is hier in strijd met de jonge Piketty.

Conclusie
Al met al geeft Capitalism Reconnected veel stof tot debat. Dat is ook de grootste waarde van het boek. Het bevat zo ongeveer alle belangrijke inzichten over de economische orde van dit moment, en is daarmee vrij volledig. Lezers zouden een apart deel of hoofdstuk ter hand kunnen nemen om daarmee een goed gesprek te kunnen voeren. Het einde van het eerste hoofdstuk bevat ook een leeshulp met verschillende ‘routes’ door het boek.

Met de leeshulp blijven de auteurs geheel in de geest van het boek, namelijk dat er politieke keuzes te maken zijn. We zijn niet gedoemd om op één manier naar de economische orde te kijken alsof er geen alternatief is. Er zijn er meerdere, en dit boek is daarvan het bewijs.

Ik begon deze bespreking met een citaat van Anton de Kom. Het is te hopen dat de nieuwe inzichten over een verantwoord kapitalisme aanslaan bij een groter publiek en bij de bewustwording van ons als Europeanen. Opdat we in de toekomst niet opnieuw vervallen in een bewustzijnsvernauwing waarin verantwoorde keuzes als ‘te duur’ worden gezien. 

Prof. dr. A.H. Siegmann is hoogleraar waardevol werk en christelijk-sociaal denken aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en stafmedewerker van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA.

  1. Anton de Kom, Wij slaven van Suriname, 1934. Een recente uitgave is uit 2020, van Atlas Contact, met beschouwingen van Mitchell Esajas, Tessa Leuwsha en Duco van Oostrum.
  2. Adler, Mortimer J., and Charles Van Doren. How to read a book. Simon and Schuster, 1972.
  3. Andrew Clark & Jill Treanor, ‘Greenspan - I was wrong about the economy. Sort of’, The Guardian, 24 oktober 2008.
  4. Mario Draghi, An Industrial Strategy For Europe, speech bij de aanvaarding van de Carlos V European Award, 14 juni 2024. https://geopolitique.eu/en/2024/06/14/mario-draghi-grand-continent-an-industrial-strategy-for-europe/
  5. Rémi Brague, Europa, De Romeinse weg, Klement/Pelckmans, 2013.
  6. https://www.undp.org/sdg-accelerator/background-goals
  7. Timothy Snyder, Europe’s dangerous creation myth, Politico, 1 maart 2019. https://www.politico.eu/article/europe-creation-project-myth-history-nation-state/
  8. Schuman declaratie, 1950. De Nederlandse tekst is hier te vinden: https://european-union.europa.eu/principles-countries-history/history-eu/1945-59/schuman-declaration-may-1950_nl
  9. Roy, Olivier. The Crisis of Culture: Identity Politics and the Empire of Norms. Oxford University Press, 2024.
  10. Piketty, Thomas, and Emmanuel Saez. Inequality in the long run. Science, 344.6186 (2014): p.838-843.
  11. Scheidel, Walter. The great leveler: Violence and the history of inequality from the stone age to the twenty-first century. Princeton University Press, 2017.