Why Beauty Matters

Weense wandelingen

Volgens de gerenommeerde Economist Intelligence Unit (EIU) is Wenen de meest leefbare stad ter wereld. In tegenstelling tot veel grote steden in Nederland, heeft Wenen in de afgelopen decennia flink geïnvesteerd in betaalbare huisvesting. Terwijl het in Amsterdam uiterst lastig is om een normale huurwoning te vinden, is dit in Wenen relatief eenvoudig. Een van de redenen hiervoor zijn de vele ‘Gemeindewohnungen’, die tussen 1920 en 1930 door de toenmalige socialistische regering gebouwd zijn in Wenen.

Door de Weners is ook nagedacht over de structuur van de stad. Wanneer ik door de stad wandel, merk ik dat in de stadsplanning alles is gedaan om het tot een organisch geheel te maken. Wenen heeft 23 districten (Bezirke). In het hart van de stad is het eerste district, waar de mooie en beroemde gebouwen en kerken te vinden zijn. In dit opzicht lijkt Wenen juist weer wel op Amsterdam. Doordat de andere wijken als een ring om het eerste district heen gebouwd zijn, loop je de kans met enige regelmaat vrienden en bekenden in het eerste district te ontmoeten. Rondom het eerste Bezirk is een aantal parken aangelegd zoals Volkspark, Stadtpark en het Museumpark. Een van de redenen waarom Wenen zo hoog scoort als de meest leefbare stad is precies deze aanwezigheid van parken. Tot slot is er weinig hoogbouw en de hoogbouw die er is, is netjes geconcentreerd, buiten het centrum van de stad.

Tijdens een bezoek van een vriend hier in Wenen spraken we bij een kop koffie in een Weens koffiehuis over deze esthetische dimensie van Wenen. Naar mijn mening geeft de architectuur je een gevoel van vertrouwdheid en geborgenheid, die bijdraagt aan de leefbaarheid. Dit komt door de vele details die op de gebouwen aangebracht zijn, zoals kleine ornamenten en een zekere eigenheid door het gebruik van verschillende kleuren en stenen. Zijn mening was dat Wenen juist erg burgerlijk en saai is. Qua bouwstijl zou het niet erg verschillen van andere Europese steden, zoals Parijs.

Misschien is die burgerlijkheid en vertrouwdheid wel wat veel mensen verlangen van een stad. Onlangs luisterde ik naar een aflevering van de Ongelooflijke Podcast waarin met architect en theoloog Willem Jan de Hek gesproken werd over de wending in de architectuur van esthetiek naar waarachtigheid. Gebouwen zouden niet zozeer esthetisch maar waarachtig moeten zijn. Je moet aan de buitenkant zien wat er aan de binnenkant gebeurt, in Wenen is dat nauwelijks het geval.

Stefan Paas analyseerde dat gebouwen in de moderne visie niet meer zouden moeten verheffen. In Wenen ervaar ik juist het tegenovergestelde als ik door de stad loop. De gotische Stephansdom en de barokke kerken verheffen de blik naar boven. Werken in de openbare Weense bibliotheken is een genot door de prachtig gedecoreerde plafonds. En de fraaie stadsparken laten je op adem komen, zonder dat er sprake is van overlast of van massatourisme.

Tot slot is er nog een belangrijk argument voor het bouwen van mooie steden. De Britse filosoof Roger Scruton, die zijn hele leven nagedacht heeft over esthetiek, stelde in de documentaire Why Beauty Matters dat schoonheid een waarde in zichzelf is. Een mooi gebouw wil niet alleen gebruikt worden, het wil ook bewonderd worden. Schoonheid wekt in ons zo het verlangen op naar bewondering en uiteindelijk aanbidding omdat schoonheid de waarde van een transcendente wereld toont. In een wereld waarin we gewend zijn om alles te gebruiken en te verbruiken, is schoonheid daarom van groot belang. ‘Schoonheid zal de wereld redden,’ schreef Fjodor Dostojevski zelfs in De Idioot. Aan ons de nobele taak om de intrinsieke waarde van schoonheid weer te herontdekken.