Symbolen in de bijbel
Een omvangrijk boek van bijna honderd gulden, waarvan binnen korte tijd een tweede druk nodig was [1]. Een theologisch handboek nog wel. Dat mag opmerkelijk heten. De auteurs, C.J. den Heyer (de nieuwtestamenticus uit Kampen) en P. Schelling (werkzaam bij het Landelijk Dienstencentrum als beleidsmedewerker missionair werk) hebben de tijdgeest blijkbaar goed aangevoeld toen zij zich aan hun monnikenwerk zetten om een handboek te schrijven bij de beeldtaal van de bijbel.
‘De mens aan het begin van de eenentwintigste eeuw mogen we duiden als symboolgevoelig. Op uiteenlopende terreinen van de samenleving komt die gevoeligheid tot uiting (¼) Maar vooral ook in religieuze uitingen en vormgevingen. Om ervaringen te verwoorden, om kruispunten in het leven te markeren, om diepe roerselen te delen, om de geheimen van het leven te duiden, om God ter sprake te brengen, om het mysterie te vieren heeft de mens ritueel en symboliek nodig. Dit besef lijkt toe te nemen’ (blz. 7).
Nu kunnen we over een dergelijke hang naar symbolen (en rituelen) natuurlijk een beetje badinerend doen, er haast smalend op reageren: modern heidendom, religieuze prietpraat etc. Maar het is de vraag of dat terecht is. De filosoof Paul Ricoeur (deskundige op het terrein van taaltheorieën ten aanzien van symbolen en metaforen) bijvoorbeeld neemt de hedendaagse aandacht voor symbolen uiterst serieus. Hij beschouwt die aandacht niet als een restverschijnsel van afgedane religiositeit, maar als een protest tegen een instrumentele benadering van mens-zijn. Vraag is wel of je de hedendaagse symboolgevoeligheid zo makkelijk in verbinding kunt brengen met het bijbels gedachtegoed, ook als zich dat in beeldtaal aan ons voordoet. Blijft er niet een kloof bestaan tussen het zoeken naar religiositeit enerzijds en de boodschap van de bijbel anderzijds? Sluiten openbaring en ervaring zo naadloos op elkaar aan? In het boek wordt daar verder niet op ingegaan. De inleiding is vrij beperkt gehouden. Naar wat uitvoeriger begripsdefiniëringen en -onderscheidingen zoek je tevergeefs. Een symbool wordt omschreven als ‘het overdrachtelijk gebruik van een concreet woord’. Een juiste, maar brede omschrijving. Het zou verhelderend zijn geweest als de auteurs in hun inleiding nog wat nader waren ingegaan op het onderscheid tussen de begrippen ‘metafoor’ en ‘symbool’. Juist met het oog op het bijbels spraakgebruik is dat een belangrijke onderscheiding. (In het tijdschrift Interpretatie schrijft dr. Kune Biezeveld hier een interessante artikel naar aanleiding van het verschijnen van dit boek: ‘Symbooltaal en symboolgevoeligheid in het oude boek en de moderne cultuur’ (jrg. 8, nr. 8, dec.2000).)
Maar misschien overvragen we de auteurs wel met deze opmerkingen. Het is immers hun bedoeling met dit boek informatie te bieden aan allen die om culturele redenen geïnteresseerd zijn in het bijbels gedachtegoed, aan lezers van literatuur die achtergrondkennis zoeken over bijbelse symboliek, en aan hen die zich op de een of andere wijze met de uitleg van de bijbel bezighouden. In die opzet zijn ze uitstekend geslaagd. Het boek biedt een schat aan informatie. Heel veel materiaal is door de auteurs op overzichtelijke wijze bijeen gebracht en geordend. Na een korte introductie waarin een eerste koppeling wordt gemaakt tussen de tijd van de bijbel en onze tijd volgt bij elk woord de paragraaf ‘grondtekst’ (directe betekenis, plaats en de omvang van het woord in de bijbel). In de rubriek ‘letterlijk en concreet’ staat informatie over het functioneren van het woord in de dagelijkse werkelijkheid. Dan volgt telkens de belangrijkste paragraaf: ‘beeldspraak en symboliek’. Bij de rubriek ‘praxis’ tenslotte vinden we een groot aantal tips voor liederen, poëzie en themabespreking. De bruikbaarheid van het boek wordt nog vergroot door een uitvoerig register, met onderlinge verwijzingen.
Natuurlijk kun je je afvragen waarom bepaalde beelden wel gekozen zijn en andere juist buiten beschouwing gelaten. Dat is een beetje een flauwe vraag, want wil je een handboek als dit enigszins hanteerbaar houden, moeten er keuzes worden gemaakt. Je kunt nu eenmaal niet alles aan de orde stellen. Dat geldt ook voor de verwijzing naar lied– en gedichtenbundels. Logisch dat de schrijvers dan gekozen hebben voor hun bekende bundels, logisch dat jij dan net dat ene bundeltje mist. Toch is het boek behoorlijk compleet: bij een verkenning naar zomaar wat symbolen die bij me opkwamen heb ik zelden tevergeefs het boek opengeslagen.
Waar ik me wel over verbaasd heb, is dat ook het woord ‘god’ als bijbels symbool wordt opgevoerd in dit boek. Is het woord God niet van een heel andere orde dan symboolwoorden als water, brood, licht etc.? Die woorden worden wel gebruikt om iets van God mee aan te duiden. We spreken in beelden over God. Maar is het woord ‘God’ zelf ook een symboolwoord? Welk Godsbeeld zit daar achter, zou je haast vragen?
Symbolen in de bijbel is een boek om te gebruiken in de praktijk. Ik heb ervaren dat het inderdaad een boek is waar je telkens weer naar grijpt als je met het oog op de verkondiging, een bijbelkring of anderszins met bijbeluitleg bezig bent. Het lijkt me ook typisch een boek om op cd-rom te laten verschijnen, zodat je met een klik op de muis de gedichten en liederen waarnaar verwezen wordt zomaar tevoorschijn kan roepen en ga zo maar door. Aan zo’n project zullen vast wel de nodige haken en ogen zitten. Maar wellicht is het een idee voor de toekomst?
- Handboek, uitg. Meinema, Zoetermeer, 2000, 600 blz., f99,-