Een overzicht ten behoeve van de vakantie
Het mooiste boek van Vonne van der Meer vind ik Spookliefde. Een Iers verhaal (1995). Het is tevens haar ernstigste tot dusver. Spookliefde is een vakantieverhaal met mythische trekken. Op het eerste oog is alles losjes verteld, maar in werkelijkheid is het verhaal - binnen een verhaal dat erop lijkt - heel zorgvuldig in elkaar gezet. Een meisje raakt gehecht aan de man die als eerste iets liefs doet als zij tegen haar zin terechtkomt op een eiland voor de Ierse kust. Zij ziet in hem een spontaan, onhandig iemand en meteen een vertegenwoordiger van de cultuur: de man is onderwijzer en zet een boekhandel op. In deze novelle zijn natuur en cultuur echter niet wat ze lijken. Verzaking lijdt tot verlies. Er wordt een bijna heidens-tragische wereld getekend, die tegelijk door God wordt gezien. Spookliefde telt 93 bladzijden, laat zich vaak herlezen en is ook daarom het aanschaffen meer dan waard (F19,50).
Prominent in de boekhandel aanwezig is de gebonden uitgave De verhalen. Een keuze uit eigen werk (1997, 232 blz., F39,50). De schrijfster voegde, op verzoek van de uitgever misschien, haar bekende debuut Het limonadegevoel en andere verhalen (1985) bij de latere bundel Nachtgoed (1993), schrapte uit het eerste boek één verhaal en uit het tweede twee [1], en vulde die lege plekken op met 'Zwerfkat', volgens de verantwoording ooit geschreven voor Margriet, en 'Bericht uit de bezemkast', een verhaal dat niet alleen in Tirade maar als ik me niet vergis ook in Trouw is gepubliceerd: 'Ik weet niet precies wanneer het begonnen is, ik heb geen geheugen voor jaartallen, maar ergens rond de eeuwwisseling, tegen tweeduizend - ik liep zelf toen tegen de vijftig -, werd het steeds moeilijker om oud te worden. Tachtig kon nog, maar vijfentachtig was not done.'
De beide eraan ten grondslag liggende verhalenpaperbacks zijn ook nog wel los te bemachtigen, zowel in de boekhandel (F27,50 en F29,50) als hier en daar in het antiquariaat, maar dit nieuwe boek heeft toch iets. In deze omgeving lijken de Nachtgoed-verhalen meer tot hun recht te komen. In de laatste Tirade (1998-2) is overigens opnieuw een verhaal van Vonne van der Meer te lezen.
Dat Van der Meer meteen door haar verhalendebuut bekend is geworden, is niet toevallig. Zij vertelt aanstekelijk, gebruikt originele, heel aansprekende beelden (waarvan het prik-limonadegevoel een prachtig specimen is - wat zou dat nu zijn?), schrikt niet terug voor het aanduiden van ontroering, of wekt die door de grote herkenbaarheid van wat zij beschrijft. - Zou ik nu ook nog de termen warmte en hartelijkheid inbrengen, dan heb ik het schrijverschap van Vonne van der Meer getypeerd als door en door vrouwelijk. Dat is het ook, maar daar vertel ik dan graag bij dat ik werd geattendeerd op haar werk door iemand (m) die ik eerder ken van zijn kritiek op vrouwelijk schrijverschap - 'Haasse daar kom ik niet doorheen' bijvoorbeeld - dan zijn bewondering ervan. Misschien is Haasse hem wel te rationeel of ingehouden, bedenk ik nu. Van der Meer is uitbundig.
Hartelijkheid, warmte en ontroering zijn in de Nederlandse literatuur van dit moment weliswaar onderscheidende kenmerken, maar daarmee is de sfeer die al Van der Meers boeken kenmerkt nog niet voldoende getroffen. Haar verhalen hebben vaak een licht fantastisch karakter. Die verwerkelijkte fantasieën hebben echter, vind ik, ook iets dwars, iets van: het moest opgeschreven worden. Is dan misschien het hoge ethische gehalte van haar werk het bijzondere ervan? Zij preekt nooit, ook niet impliciet - zoals haar echtgenoot Willem Jan Otten - maar de ruggegraat van haar werk is de moraal. De personages in de romans en verhalen van Vonne van der Meer zijn op zoek naar het leven (zo kun je het wel noemen), ze zoeken ervaringen, ze willen wijzer worden en ze maken daarbij naïeve en moedwillige fouten, ze stellen zichzelf lang niet altijd gewetensvragen en toch hebben ze allemaal moraal.
Dat zou het kunnen zijn. Net zoals het de sterkte van de karakters zou kunnen zijn, die meteen de typische Van der Meer-sfeer oproept. Maar als het nu niet zo mooi verteld was, zo zorgvuldig opgeschreven, zo sterk gestileerd dat het ongedwongen geworden is, als Van der Meer alle verteltechnieken niet zo beheerste als zij doet: compositie, symboliek, grammaticale tijdsvoering, het kiezen of verbeelden van een vertellerspositie - dan was het slappe kost.
Wie voor de vakantie behalve de reguliere boekhandel ook De Slegte aandoet, kan voor F3,95 de vierde druk van Van der Meers romandebuut Een warme rug (1988, 1e dr. '87) meenemen. De bovengegeven omschrijvingen zijn hierop goed van toepassing. Het thema is de ontluikende seksualiteit van een meisje en een misstap van de moeder. Het boek had gemakkelijk en met recht een aanklacht kunnen zijn van de inmiddels volwassen dochter die de ik-verteller is. Maar alle ergernissen en verbijstering ten spijt is Een warme rug een verzoend boek.
Misschien geldt het ook voor het andere werk van Vonne van der Meer: de distantie die nodig is om van een anekdote literatuur te maken, wordt niet alleen bereikt door de knappe vertelkunst maar ook doordat de personages bínnen het verhaal met de gebeurtenissen in het reine komen, of vaker nog iets vertellen op het moment dat zij er reeds mee verzoend zijn geraakt.
Blijven nog de romans De reis naar het kind (1989) en Zo is hij (1991), die beide voor F29,50 te koop zijn of tussen de boeken van (streek?)romanschrijfster ****** van der Meer-Prins in de bibliotheek te vinden zijn. (Je kunt immers moeilijk alles ineens aanschaffen. Stel dat het niet bevalt.)
Eerstgenoemde uitgave trof ik aan op een literatuurlijstje voor mensen - bijna had ik geschreven 'ouders' - die zich willen oriënteren op adoptie. Maar die mensen kunnen vrees ik toch beter Moeders kindje van Hannemieke Stamperius lezen. Want verzoening of niet, de pil in De reis naar het kind zal bitter zijn voor wie serieus op reis gaat naar een kind. Dat neemt niet weg dat het een prachtig boek is. Thema: ontferming. Ontdooiing? Aangenaam na de lichte obsessie in Stamperius' autobiografisch relaas.
En dan Zo is hij. Mensen mopperen altijd op het einde van die roman. Zo onwezenlijk. Ik houd het op een sterke grap waarin in een tot literair cliché geworden procédé op de hak genomen wordt door het volkomen onverwacht maar zeer functioneel te verwerken. Zou het thema hier ook ontferming zijn? Vertedering, maar dat is zo'n vrouwelijk woord. Van der Meer houdt van haar personages. In haar werk is niet zo vaak een man de hoofdpersoon. Dat maakt Zo is hij tot haar interessantste verhaal.
- 'Rook', resp. 'Een man uit München' en 'De vraag'; voorts wisselden uit de tweede bundel 'Moed' en Bedrog' van plaats en werd 'Het zingen, het water, de peen' naar voren gehaald.