Archief
Nummers
Jaargangen
- 74 (2024)
- 73 (2023)
- 72 (2022)
- 71 (2021)
- 70 (2020)
- 69 (2019)
- 68 (2018)
- 67 (2017)
- 66 (2016)
- 65 (2015)
- 64 (2014)
- 63 (2013)
- 62 (2012)
- 61 (2011)
- 60 (2010)
- 59 (2009)
- 58 (2008)
- 57 (2007)
- 56 (2006)
- 55 (2005)
- 54 (2004)
- 53 (2003)
- 52 (2002)
- 51 (2001)
- 50 (2000)
- 49 (1999)
- 48 (1998)
- 47 (1997)
- 46 (1996)
- 45 (1995)
- 44 (1994)
- 43 (1993)
- 42 (1992)
- 41 (1991)
- 40 (1990)
- 36 (1986)
- 34 (1984)
- 32 (1982)
- 27 (1977)
- 25 (1975)
- 24 (1974)
- 21 (1971)
- 19 (1969)
- 18 (1968)
- 15 (1965)
- 13 (1963)
- 8 (1958)
- 6 (1956)
Ds. H. de Jong — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
De naam waaronder de Heilige Geest in de gemeente van Christus het meest bekend staat is die van Trooster. Het is de Heiland zelf die de Geest in de afscheidsgesprekken van het vierde evangelie zo genoemd heeft. De naam is voor mijn gevoel wat laconiek en heeft zelf al iets vertroostends. Het werk van de Heilige Geest is in de achter ons liggende eeuw met hooggestemde verwachtingen omhangen. Hij, de Geest, zou met het plus komen dat de kerk moet uittillen boven de middelmatigheid waaraan zij de hele geschiedenis door geleden heeft. Hij zou ervoor zorgen dat de kerkgeschiedenis op een climax gaat uitlopen. Maar met de naam Trooster worden deze hooggespannen verwachtingen de bodem ingeslagen. De naam suggereert immers veel meer dat het allemaal niet zo gelukt is en dat wij over teleurstellingen heengeholpen moeten worden. Met troost wordt niet op overwinning, maar op nederlaag gereageerd. Ik weet wel dat het Griekse woord paracleet ook wel met bijstand, rechtsbijstand, weergegeven kan worden, maar de vertaling trooster behoudt haar recht. Wanneer Job volgens de Griekse tekst van het naar hem genoemde boek zijn vrienden verwijt dat ze jammerlijke paracleten zijn (16:2), dan is de weergave van dat woord met vertroosters de enig juiste. Het warme woord Trooster heeft dus sterke papieren en behoeft niet door de gevoelsarme juridische term van advocaat of iets dergelijks vervangen te worden. De Heilige Geest slaat met deze naam zijn arm om onze schouder. Stil maar, zegt Hij.
https://wapenveldonline.nl/artikel/287/de-pinkstergeest-als-de-trooster-ik-zal-de-vader-bidden-en-hij-zal-u-een-andere-trooster-geven-johannes-14-16/
'Beleving wordt ingezet in een hardnekkige leemte'
Herman Oevermans — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
"In het inleidende artikel van Hoe wilt Gij zijn ontmoet? licht je de teloorgang van het heilige in ons bestaan toe aan de hand van Walter Benjamins analyse van de verdwijning van het auratische uit onze ervaring van de kunst. Benjamin definieert de aura als eenmalige verschijning van een verte. Dit auratische verdwijnt in de technische reproduceerbaarheid: uniciteit maakt plaats voor herhaalbaarheid, verte voor beschikbaarheid. Je kunt ook zeggen: we halen alles in ruimte en tijd nabij. Met dit transformatieproces gaat in de ervaring een afbraak gepaard van wezenlijke bindingen, die aan een collectiviteit en die aan een traditie of overlevering. Ervaring verandert in beleving. Het moreel-praktische transformeert in het individueel-esthetische. Het zwaartepunt heeft zich in onze maatschappij verplaatst naar het individuele subject dat van zich uit een zinvol verband in zijn bestaan moet zien te creëren. We doen dat in de beleving, die in de kern alles toetst aan de vraag of iets ons bevalt of niet. Maar hier licht meteen ook de wezenlijke dubbelzinnigheid van de beleving op. Want vanuit het standpunt van de Verlichting beschouwd is het unieke ervan, dat mijn gevoel ertoe doet. Daar heeft Nietzsche zich over verontwaardigd: het geweld dat wij onszelf als individu eeuwenlang hebben moeten aandoen als werktuig van een collectiviteit. Anderzijds valt ons dit recht toe in een wereld die zich aan ons opdringt in de vorm van steeds massaler en willekeuriger mogelijkheden. Een wereld waarin alles tot materiaal van zelfontplooiing wordt. Heidegger heeft deze dubbelzinnigheid in zijn opstel Die Zeit des Weltbildes kernachtig verwoord: wij bevrijden onszelf als subject, maar tegelijkertijd wordt daarmee de objectiviteit, het louter object, teken, materiaal zijn van al wat is, alsmaar groter. De vraag ten aanzien van EO-evenementen lijkt mij dan: moet ook hier de beleving niet een gat vullen, dat mét deze eis van de beleving alleen maar groter wordt? Of wordt er ernst gemaakt met suggesties die in een andere richting wijzen, die van een vernieuwde omgang met de overlevering, van een levend gesprek tussen heden en verleden? In dat geval zou de beleving op termijn moeten plaats maken voor een andere houding, die er bij filosofen als Benjamin en Heidegger veeleer een is van een wachten. Want dat is voor beiden het nihilistische van de beleving, van het vooropstellen van het beleven, dat dit de eis van onmiddellijke vervulling stelt. Beleving is de kortste weg naar het geluk. Merkwaardig genoeg is veeleer hier van toepassing wat Nietzsche in zijn Zarathoestra de "Hinterweltern", de gelovigen in de schoenen schuift: "Vermoeidheid die met één sprong naar het laatste wil, met een dodensprong".
https://wapenveldonline.nl/artikel/305/beleving-wordt-ingezet-in-een-hardnekkige-leemte/
Katrien Ruitenburg-De Bonte — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
Als ik dit schrijf, is het mei. De boekenweek waarin het actieboek Kaj van Ronald Westerbeek verschenen is, ligt al even achter ons. Vorig jaar werd bekend dat het Christelijk Lektuur Kontakt (CLK) Ronald Westerbeek gevraagd had een novelle te schrijven die als actieboek gepresenteerd zou worden tijdens de boekenweek in maart dit jaar. Het uitbrengen van een boek dat tijdens de boekenweek goedkoop gekocht kan worden, is al jaren gebruikelijk. Maar dit jaar zou het voor het eerst een literair boekje zijn. De keus voor Ronald Westerbeek was zeker geen veilige keus (hoewel dat te begrijpen geweest zou zijn na de commotie die een paar jaar geleden ontstond rond het boek van Mance ter Andere) - dat zal wel duidelijk worden in de loop van dit stuk.
https://wapenveldonline.nl/artikel/306/ronald-westerbeek-en-kaj/
Klassieke vorming - 'hellenisme' - en theologie.
Rudolf Boon — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
Atavisme? Is het niet verbazingwekkend, dat ten onzent nog steeds de kerken, vooral die van de reformatorische traditie, als propedeuse voor de theologische studie en in het bijzonder voor de bijbelwetenschap een scholing in de drie klassieke talen vereisen? Inderdaad verbazingwekkend wanneer we bedenken, dat sedert de tweede helft van de vorige eeuw die scholing in middelbaar, hoger en universitair onderwijs nog slechts een kwijnend bestaan leidt in wat resteert van de oude gymnasia en in de alfafaculteiten. De machtige bèta- en gammafaculteiten hebben allang geen boodschap meer aan een klassieke scholing. Waar wijsbegeerte tot methodenleer verschrompeld is, blijkt zij maar al te vaak van haar klassieke herkomst vervreemd te zijn. En wie zal temidden van de overweldigende veelheid van technologische en technische opleidingen zich te binnen brengen, dat ergens in een hoekje van onze maatschappij nog zo iets bestaat als klassieke opleiding? Het ziet ernaar uit, dat de theologie in een steeds beklemmender uitzonderingspositie is geraakt.
https://wapenveldonline.nl/artikel/307/klassieke-vorming-hellenisme-en-theologie/
Wanneer tijdelijkheid en eeuwigheid elkaar raken
Gerda van de Haar — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
Het licht is zichtbare muziek en muziek is hoorbaar licht. Daarom kan het zonlicht ons net als muziek laten verlangen naar oneindigheid. Deze woorden legt de auteur Pieter Nouwen zijn personage de lichtwachter Pedro de Luna in de mond, in de gelijknamige roman uit 1993 (p. 121). Het is een kenmerkend citaat, niet alleen voor Luna, maar ook voor de schrijver zelf. Muziek en licht spelen in zijn boeken een belangrijke rol.
https://wapenveldonline.nl/artikel/308/wanneer-tijdelijkheid-en-eeuwigheid-elkaar-raken/
Henk van ’t Veld — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
'Ziet, het vierde eener eeuw heeft zijn stonden doorvlogen, Sints ik aanving mijn hand aan de cither te slaan!- Weggevlotene jaren! herrijst voor mijne oogen-' I. Da Costa
https://wapenveldonline.nl/artikel/309/vijfentwintig-jaren/
Paula Rose — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
https://wapenveldonline.nl/artikel/310/anna-hanna-en-johanna/
(Robuuste tongwerken,) een stralend plenum
Marco Molenaar — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
https://wapenveldonline.nl/artikel/311/robuuste-tongwerken-een-stralend-plenum/
Winnie Verbeek — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
https://wapenveldonline.nl/artikel/312/eeuwig-kwetsbaar/
Een overzicht ten behoeve van de vakantie
Gerda van de Haar — jaargang 48, nummer 3, juni 1998
https://wapenveldonline.nl/artikel/313/een-overzicht-ten-behoeve-van-de-vakantie/