Geloof in de markt
Dr. C.P. Boele heeft de gewoonte opgevat om allerlei knipsels te bewaren.[1] Bij het doornemen daarvan is hij tot de conclusie gekomen 'dat onze samenleving meer en meer gebukt gaat onder de druk van het marktmechanisme'. In Geloof in de markt - een kritisch pleidooi werkt hij dit uit met de belofte om 'systematisch in te gaan op de relatie tussen markt, mens en maatschappij' en te laten zien 'hoe het marktmechanisme op een viertal maatschappelijke terreinen zijn werk doet'.
De boodschap is helder: 1) de economie heeft zich aan de moraalfilosofie ontworsteld; 2) met negatieve gevolgen voor mens en maatschappij; 3) ergo: de economie moet terug naar de moraalfilosofie. Een greep uit de inhoud: economische geschiedenis; financiële markten; flexibilisering; thuiszorg; euthanasie; privatisering; IVF; abortus; buitenschoolse opvang; probleemjongeren; moderne media; geestelijke gezondheidszorg; yoga, zen en tm-leer; reformatorische wijsbegeerte. Het boek besluit met een pleidooi voor 'een economie van de barmhartigheid'. De sleutel daartoe zoekt Boele in 'nieuwe bezieling' en 'nieuwe ascese', onder verwijzing naar 'eeuwige waarden', naar 'Hem die sprak: "Ik ben de weg, en de waarheid en het leven". En daarmee is alles gezegd.'
Of: en daarmee heeft Boele alles gezegd. Want op zijn boek valt nogal wat af te dingen: 1) het is niet systematisch; 2) het gaat niet echt over de markt; 3) het pleidooi is oud en krijgt geen praktische uitwerking.
Het boekje laat zich lezen als een knipselkrant. In snel tempo worden interessante feiten en zorgelijke ontwikkelingen van commentaar voorzien. Dat is aardig, maar natuurlijk nog geen systematische analyse vanuit de werking van de markt. Elk onderwerp wordt wel in verband gebracht met het marktdenken, maar binnen zijn eigen context beoordeeld en niet vanuit een integrerend normatief analysekader voor de beoordeling van marktwerking. Boele zwijgt over het prijsmechanisme, en verklaart of beoordeelt zijn onderwerpen niet vanuit de interactie van vraag en aanbod.
Het is waar dat de economie uit de moraalfilosofie is losgeweekt. Boele geeft de lezer echter onvoldoende greep op de voor het marktdenken essentiële stappen in dit proces. Hij zet wel de gebruikelijke stappen van Aristoteles tot en met de neo-klassieke economie, maar hij had het Romeinse eigendomsrecht moeten bespreken alsmede de invloed van Locke's eigendomstheorie op het marktdenken. De Leviathan van Hobbes blijft helaas buiten beeld, alsmede de belangrijke lijn via de Bijenkorf van Mandeville naar het werk van Adam Smith. Waarom wordt van laatstgenoemde alleen The wealth of nations genoemd en niet The theory of moral sentiments? Onder het kopje 'neo-klassieken' wordt Cournot lelijk weggezet vanwege 'een puur theoretische interesse in economie', maar waar blijft de visie van Alfred Marshall: 'economics is handmaiden of ethics'?
Boele is uiterst gevoelig voor klankassociaties. In zijn enthousiasme brengt hij alles wat met vraag of met bank wordt aangeduid in verband met het marktdenken. Op dezelfde manier bespreekt hij situaties waarin zelfbeschikking of keuzevrijheid een rol spelen, en plakt hij het etiket van de markt op zaken die dit etiket in het geheel niet behoren te dragen. Hij valt daarmee zelf in de kuil van economisering.
Sprekend over de gezondheidszorg relateert hij IVF via de spermabank en de kinderwens van ouders aan het marktdenken, alsook euthanasie en hulp bij zelfdoding vanwege het zelfbeschikkingsrecht dat de moderne mens claimt. Met marktwerking in de gezondheidszorg heeft dit echter niets te maken. Waar het dan om gaat is hoe het eigene (ethische) van de arts-patiëntrelatie in gevaar komt door prijsconcurrentie tussen artsen, ziekenhuizen en zorgverzekeraars. De publicaties van het Lindeboom Instituut over dit onderwerp hebben Boele kennelijk niet bereikt. Een ander voorbeeld: modulair onderwijs heeft via beroepskwalificaties inderdaad alles met de economie en de markt te maken. Het lijkt zelfs op een markt, maar is het ook een markt en hoe werkt het prijsmechanisme dan?
Al met al zegt Boele nauwelijks iets over de markt. Hij raakt verstrikt in kip-en-ei discussies. Hij ziet het marktdenken als oorzaak terwijl het in veel gevallen tezamen met al die zorgelijke ontwikkelingen een gevolg is van meer fundamentele veranderingen in technologie, maatschappij, cultuur en politiek. Het marktdenken moet juist ten opzichte van al die andere ontwikkelingen worden afgebakend. Keuzevrijheid speelt een rol, maar voor een markt heb je meer nodig, bijvoorbeeld eigendomsrechten en prijzen, vraag en aanbod.
Volgens Boele moeten de markt en de economische wetenschap 'terug in hun hok, de ethiek'. Dat betekent 'een terugkeer tot de Grieken en Scholasten' en dat 'economen en politici moeten gaan inzien dat economie slechts een aspect of bestaanswijze is'.
Boele heeft gelijk als hij zegt dat de ethiek het laatste woord over de economie dient te hebben. Maar impliceert dit een terugkeer naar de Grieken en Scholasten? Technologische ontwikkelingen zijn immers onomkeerbaar en een moderne economie laat zich niet eeuwen terug plaatsen alsof er in de tussentijd niets is gebeurd. Moeten wij zo'n terugkeer zelfs wel wensen? In de Reformatorische Wijsbegeerte worden de 'ontsluiting' van de samenleving en het zelfstandig worden van de verschillende bestaanswijzen waaronder de economische immers positief geduid. Het zijn menselijke zonden en fouten die het goede hierin doen verkeren in het kwade. Boele's tweede conclusie - het aspect-karakter van de economie en de markt moet worden benadrukt - is daarom terecht. Over de vraag hoe dat zou moeten wordt binnen de Reformatorische Wijsbegeerte al meer dan vijftig jaar nagedacht. Boele negeert deze denkrichting en volstaat met een opmerking in de trant van 'geloven moet en dan komt alles goed'. Vanzelf is zo'n oproep goed, maar Boele slaat hier wel de weg van de individuele ethiek in, terwijl het marktdenken juist om een maatschappelijk antwoord vraagt en om maatschappelijke oplossingsrichtingen.
Wie vanuit een christelijke levensvisie een antwoord op het marktdenken wil hebben is daarom bij Boele aan het verkeerde adres. Men kan het als een ernstige tekortkoming van de markt aanmerken dat er voor dit soort boekjes een markt is. Het prijsmechanisme heeft hier een belangrijke taak. Of wordt het daarin belemmerd door een vaste boekenprijs?
- Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1998, 108 pagina's, F21,-