Psychologisering

Als psycholoog door het leven gaan kan zeer aantrekkelijk zijn. Voor jezelf, zo leert mijn ervaring, maar ook voor anderen. Over de aantrekkelijkheid voor mezelf zal ik niet al te zeer uitweiden. Psychologen onder u zouden er maar wat van kunnen gaan denken (substitutie, verdringing, rationalisatie, wat u maar wilt). Begrijp me overigens goed: ik ga er volstrekt niet onder gebukt iets af te weten van de mogelijkheden van het menselijk systeem het bestaan hier op aarde voor zichzelf zo aangenaam mogelijk te maken en te houden. De aantrekkelijkheid die anderen menen te ontwaren in het psycholoog-zijn kan twee vormen aannemen. Sommigen vinden het wel prettig met een psycholoog te maken te hebben. Anderen lijkt het zeer boeiend, maar ietwat gedurfd - zo lijkt het soms - om je in je eigen en andermans psychisch functioneren te verdiepen. Het eerste type mensen stort graag zijn of haar hart uit, verontschuldigt zich voor dingen die niet of juist wel gedaan zijn, begeerd worden, van belang worden geacht etc. Ze menen zich niet groot te hoeven houden, of gaan er vanuit dat je hen toch wel doorziet ('je vindt het zeker maar gek dat ik na 20.30 uur alleen nog maar rechtsaf wil slaan, mijn moeder had dat met linksaf'). In dat laatste komen ze overeen met het tweede type mensen, zij die wat huiverig staan ten opzichte van de gedachte een psycholoog te ontmoeten. Deze mensen denken dat je als psycholoog voortdurend en onafgebroken bezig bent de psyche van je naasten te ontleden, het liefst in termen van onbewuste driften.

Dergelijke reacties ergeren me keer op keer. Het beeld van de psychologie in de samenleving is zo enorm beperkt. Vrijwel de enige associatie die mensen hebben met psychologie ligt in fobieën, trauma's, het onbewuste, driften, libido etc. De psychologie als truckendoos. Veel mensen menen dat het belangrijkste gebied binnen de psychologie de psycho-therapie is. Zelfs de psychologisering van de maatschappij, waar we ons ook in Wapenveld-verband wel eens zorgen over maken, neemt vooral de vorm aan van het duiden van de samenleving in termen van de hulpverlening, of smaller geformuleerd: de psycho-analyse. Het alom gebezigde hulpverlenersjargon is een ware plaag. Mensen zijn geen slachtoffer meer, maar 'zitten in de slachtoffersrol'; iedereen blijkt een 'zelf' te hebben, dat 'ontplooid' moet worden, het liefst door 'onbewuste wensen' te 'duiden' etc.

Uitgesproken jammer is het dat op deze manier zoveel aspecten van de psychologie niet opgepakt worden. Psychologie is zoveel meer dan hulpverlening. En, wat de psychologie wel aan therapeutische kracht bevat is veel breder dan alleen inzichten uit de psycho-analyse. Sterker nog de psycho-analyse heeft binnen de wetenschappelijke psychologie allang afgedaan. Voor het onbewuste, het super-ego is nooit enig wetenschappelijk bewijs gevonden, maar in de verpsychologiseerde samenleving gaat het er nog in als koek. Terwijl de echt interessante kanten van de psychologie onbekend blijven. Denk aan onderzoek naar de werking van het bewustzijn: hoe zitten denkprocessen in elkaar? Zo fundamenteel is psychologie. Ik denk ook aan de ontwikkeling van inzichten over het geheugen, over (selectieve) waarnemingsprocessen, over emoties, over de relatie tussen lichamelijke factoren en psychisch functioneren enz. Dát is psychologie, en dat is wat mij betreft het aantrekkelijke aan psycholoog-zijn. Nu kan men binnen de psychologie als wetenschap uiteraard verschillen van mening over het belang van de verschillende deelgebieden binnen de psychologie. Laten we echter in de samenleving het hulpverlenersjargon bewaren voor de mensen die daar echt bij gebaat zijn en tegelijk meer oog hebben voor het gehele gebied als we het over de psychologie hebben.