Van verstaan naar vertolken
In 1992 legde E.R. Jonker een interessant boek op het vakgebied van de catechetiek op tafel, namelijk Aan het Woord komen. [1] In deze publicatie gaat hij in op de wijze waarop men in de catechese met gemeenteleden van 17 jaar en ouder vandaag in gesprek kan komen met de bijbel. Het eerste deel van dit boek bevat een hermeneutisch/theologische onderbouwing van het tweede deel, waarin hij allerlei praktische voorbeelden geeft. Toen dit boek verscheen dacht ik: dit had een dissertatie moeten zijn. Het boek gaat namelijk in op een cruciaal probleem in de catechese. Het spanningsveld tussen de tekst van de bijbel en de situatie waarin wij ons vandaag als lezers/hoorders bevinden. Jonker hanteerde toen de hermeneutische vierhoek van Baudler. Mijn gedachte aan een dissertatie was misschien voorbarig, maar toch niet onjuist, want op 15 oktober heeft Jonker zijn proefschrift over deze problematiek verdedigd aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Daarmee wensen we hem van harte geluk.
In deze studie verricht Jonker onderzoek naar wat er hermeneutisch en theologisch gezien gebeurt in het voorbereidingsproces voor het houden van een preek en het geven van catechese. Het gaat in dit boek dus niet alleen om catechese, maar ook om homiletiek. Preek of catechese draait om de vertolking van een getuigenis van een bijbelgedeelte. Bij de voorbereiding daarvan neemt iedere prediker of catecheet een reeks beslissingen van hermeneutische en theologische aard. Welke beslissingen dat zijn, ben je je meestal niet bewust. Jonker haalt in deze studie de cruciale punten van dit proces boven water en laat zien waar en hoe de beslissingen genomen (kunnen) worden. De weg van de tekst naar de preek of de catechese noemt hij de weg naar vertolken. Hij analyseert die weg en neemt een eigen positie in dat spanningsveld in. Zijn onderzoeksvraag luidt: onder welke voorwaarden kunnen predikanten en catecheten als vertolkers een betekenis en getuigenis van een bijbelgedeelte verantwoord omzetten in een vertolking voor kerkgangers of catechisanten? (p. 42). Bij dit onderzoek betrekt hij enkele teksten uit het boek Openbaring van Johannes. Dat geeft aan de toch wel lastige materie iets levendigs, iets fascinerends.
In deze bespreking komen maar enkele dingen aan de orde. Jonker laat zien dat je in de voorbereiding van preek of catechese drie belangrijke momenten passeert. Het maken van een betekenisontwerp, van een getuigenisontwerp en van een vertolkingsaanbod. In de analyse van dit proces maakt Jonker gebruik van de hermeneutische denkbeelden van Gadamer en Ricoeur. Vooral het getuigenisontwerp vindt Jonker van groot belang. Hij ziet een bijbeltekst als een getuigenis van het handelen van God. Kenmerkend voor het maken van een ontwerp is dat je daar als lezer zelf middenin zit. Je brengt jezelf en je eigen ervaringen mee in het maken van dat ontwerp. Teksten zijn 'open' teksten, die uitnodigen tot een kritische interactie. De derde stap in dit proces is de vertolking. We kunnen deze activiteit beschouwen als een respons op het ontwerp van betekenis en getuigenis (p. 71). Het is een moeilijke en inspannende taak. Het gaat om de versmelting van drie verstaanshorizonten: de wereld van de bijbeltekst, de eigen wereld van de vertolker en de wereld van de gemeenteleden.
Nu gaat Jonker naar het boek Openbaring als een getuigenis van Gods handelen. Hij illustreert hoe zowel in het boek Openbaring zelf als profetische literatuur, als in het verstaan en vertolken daarvan allerlei interpretaties plaats vinden. De communicatie tussen God en mens, waarover het gaat in het boek Openbaring wil zich doorzetten in de communicatie met ons. Deze aanpak geeft Jonker de gelegenheid om bijvoorbeeld in te gaan op de vraag hoe je met beelden en beeldspraak om kunt gaan in het hermeneutisch proces. Symbolen geven te denken (Ricoeur). Ondertussen komen de interpretatievelden in zicht, waarop je als vertolker voortdurend bezig bent. Er is allereerst het bijbels-theologisch veld. Dan het veld van het theologisch paradigma (een overkoepelend interpretatiemodel (Dingemans)) dat je hanteert. Jonker wil zelf uitgaan van het paradigma van het Koninkrijk van God en de strijd tegen het kwaad. Van de andere interpretatievelden noem ik nog het cultureel/maatschappelijke.
In het laatste hoofdstuk geeft de auteur een praktisch-theologische slotbeschouwing en komt hij tot het antwoord op zijn onderzoeksvraag. Hij noemt vijf essentiële voorwaarden: er moet sprake zijn van een kritische aansluitende interactie tussen tekst en vertolker nu (1); er moet duidelijk aangegeven worden welke vorm van anamnese gevolgd wordt (2); de tekst moet als een open tekst zijn verstaan (om de openheid van het bestaan) (3); helder moet zijn waarin het eigen paradigma verschilt van de wereld van de tekst (4); de mondigheid en de vrijheid van de mens mogen niet ontkend worden (5).
Jonker heeft ons met deze studie een grote dienst bewezen. Catecheten en predikers kunnen hier veel aan hebben. Al is het alleen maar dat je je bewust wordt van wat je eigenlijk hermeneutisch doet bij de voorbereiding van preek of catechese. Hopelijk kan deze studie voor een bredere lezerskring operabel gemaakt worden (via Toerusting?). Al lezende wordt je geraakt door de spanning die er bestaat tussen de tekst, de wereld van de tekst en jouw lezen en vertolken daarvan (in jouw wereld). Je merkt hoezeer je daar zelf in zit. Er is sprake van een afwegingsproces, waarin het hermeneutische en theologische hand in hand gaan. Als het om het resultaat van dat afwegingsproces gaat, zou ik zelf een kritischer positie innemen tegenover de vooroordelen, de bril waarmee we als vertolkers nu de tekst van de bijbel lezen. Het moet mijns inziens duidelijk worden in preek en catechese dat er altijd van a-symmetrie sprake is in het gesprek tussen bijbeltekst en lezer nu. Ook heb ik me al lezende afgevraagd of er niet meer onderscheid gemaakt moet worden tussen de manier waarop de bijbel in de preek en in de catechese aan de orde komt. In de prediking staat dunkt me de verkondiging centraal. In catechese gaat het vooral om het gesprek met de tekst. Zo zou ik nog wel meer vragen willen stellen. Ik denk dat dat ook de bedoeling van het boek is.
Juist daarom vind ik het een prachtige studie. De auteur maakt het onderscheid tussen het maken van een betekenisontwerp, een getuigenisontwerp en een vertolkingsaanbod. Je voelt je als lezer uitgedaagd en uitgenodigd om dit boek op dezelfde wijze te verstaan en te vertolken. In het perspectief van het komend Koninkrijk exerceren we in de hermeneutische cirkel. Niet doelloos, maar doelgericht.
- Groningen 1998, 292 blz., ¦ 35,-. Het boek wordt u toegestuurd als u ¦ 35,- overmaakt naar E.R. Jonker, Epse, postgiro 1935927 onder vermelding van 'Van verstaan naar vertolken'