Hedendaagse zoektocht naar heiligheid

Aspecten van heiligheid in de bijbel en in de joodse en christelijke traditie
C.J. van den Boogert, G.C. den Hertog

Het christelijke gereformeerde Israël-deputaatschap heeft er goed over nagedacht. Om de twee jaar organiseert het een seminar (van twee weken) in Israël.[1] Een gezelschap theologisch geïnteresseerden trekt door het heilige land, doet daar indrukken op, ontmoet tal van interessante mensen en doet ondertussen ook nog aan bezinning - over de verhouding tussen joden en christenen uiteraard. Als voorbereiding op dit seminar zijn er ook in Nederland een aantal voorbereidingsmomenten. In 1995 ging het seminar over woestijn en openbaring, in 1997 over heiligheid en dit jaar over eschatologie. Het volgen van dit seminar zou verplichte kost moeten zijn voor studenten theologie (dus studiepunten moeten opleveren) en predikanten. Tenslotte zijn we maar een wilde twijg aan een vreemde olijfboom. Misschien zou de organisatie van het seminar daarom ook wat verbreed moeten worden. Vroeger hadden we de serie Zicht op Israël - gerund door voornamelijk hervormd-gereformeerden, nu lijken de christelijke gereformeerden de fakkel te hebben overgenomen. Prima, maar waar blijven de anderen? Tekenen die ook in voor deze seminars? Ik hoop het, maar steek er mijn hand niet voor in het vuur. De keuze van sprekers blijkt in het geheel niet enghartig plaats te vinden. Misschien kan een ruimere betrokkenheid van anderen bij de organisatie, de uitstraling en het belang van deze opzet kunnen vergroten. Het gaat immers niet om een hobby.

De bundel Hedendaagse zoektocht naar heiligheid bevat de lezingen die zijn gehouden in het kader van het seminar dat in 1997 plaatsvond. Het bevat een aantal opstellen over heiligheid in de bijbel en in de joodse en christelijke traditie (o.a. over Heiligheid en heiliging in de oudtestamentische eschatologie (Peels), Liturgie en heiliging van de tijd (Van Loopik), Het land Israël als een heilig land (Mendes-Flohr), Heiliging (De Knijff) en Hunkering naar heiligheid - De vraag naar transcendentie in een postmoderne tijd (Den Hertog). Volgens de oudtestamenticus Vriezen is de notie van de heiligheid het 'meest typerend voor het oud-testamentisch Godsgeloof'. En volgens Miskotte stuiten we met de heiliging 'op een zo gewichtige letter van het geestelijk alfabet, dat wie hier verstaat, welhaast alles verstaat en tot zelfstandig lezen en leren rijp geworden is'. Miskotte kon het mooi zeggen.

Ik las deze bundel met name vanuit een vraag die in Wapenveld nummer 1 van dit jaar door milieufilosoof Koo van der Wal werd gesteld. Van der Wal stelde dat het protestantisme het christendom onder gemoderniseerde omstandigheden is, omdat in de hoofdstroom van het protestantisme de categorie van het heilige - onder invloed van de moderniteit - geheel in het transcendente wordt getrokken. Van der Wal zelf voelt zich daarentegen sterk aangetrokken door de sacramentstheologie van de godsdiensthistoricus G. van der Leeuw (1890-1950). In de sacramentstheologie wordt ervan uit gegaan dat het heilige ook in de wereld aan te treffen is. Religie verdwijnt daar waar het leven totaal desacraal wordt, zo stelde Van der Wal.

Dit thema wordt in de inleiding en in het slotartikel van Den Hertog wel aangestipt maar had misschien ook meer godsdiensthistorisch aan de orde gesteld kunnen worden. Te denken valt dan aan het beroemde werk van Otto over het heilige, en het werk van onder andere Mircea Eliade en Van der Leeuw.

Deze invalshoek is met name interessant omdat wij protestanten natuurlijk goed weten dat heiliging voornamelijk met het handelen samenhangt - De Knijff verdedigt in een prachtig opstel de stelling dat het in de bijbel om ethiek gaat -, maar mogelijk een beetje - theologisch dan - vergeten zijn dat heiliging ook de maken heeft met de werkelijkheid, met eerbied voor de dingen die van God zijn. Ik zou wel een bijdrage hebben willen lezen over zoiets vaags als wijding. Wat is dat eigenlijk, een gewijde sfeer? Onbereflecteerd zijn dergelijke noties in het protestantisme wel bekend gebleven. Toen mijn grootmoeder tot verandering kwam, deed ze op zondag de vaat niet meer, om maar eens een tot modern glimlachen leidend voorbeeld te noemen. Omdat voor haar de zondag een speciale dag geworden was. Maar als het op de bezinning aankomt, staat het protestantisme op dit punt met nogal lege handen. Juist in de huidige tijden van tomeloos genieten kon ons dat weleens opbreken. We hebben afscheid genomen van wetticisme, maar voor we het weten gebruiken we de christelijke vrijheid tot streling van het vlees. Aan prikkels op dat punt geen gebrek.

Natuurlijk, een verbrijzeld en verbroken hart, daar gaat het om, het recht doen aan weduwe en wees. Het gaat in de bijbel om ethiek, maar gaat het alléén om ethiek? Wat wil dat zeggen - in een 24-uurseconomie - dat de tijd geheiligd wordt? Frits de Lange schreef onlangs in Trouw een opstel waarin hij stelde dat de gedachte - aangehangen door Simonis en Plaisier - dat het leven heilig is, niet geworteld is in de christelijke traditie. Laat hij gelijk hebben, maar de huidige tendens om alles - ook het menselijk leven in zijn kleinste vormen - tot materiaal voor menselijk handelen te maken, heeft in ieder geval buiten-bijbelse achtergronden. Dan liever het duo Simonis en Plaisier

Bezinning op het thema van de heiligheid - en de daarmee verbonden beseffen - lijkt me van het hoogste belang. Deze bundel biedt daartoe een prachtige ingang. Stefan Zweig merkt in zijn De Wereld van Gisteren op dat 'ieder gesprek van enige duur met Rilke hem uren - en zelfs dagenlang - immuun maakte voor elke vorm van vulgariteit'. Dat moet ook met heiligheid te maken hebben.

  1. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 1998, 168 pagina's, F32,50.