Redactioneel

'Voorzover de sociologie van de laatste decennia zich bezig hield met de mens en zijn vervreemding, lag het accent op een analyse van de gevolgen van onderdrukking door instituties en tradities. Impliciet werd de oplossing gezocht in de bevrijding van mensen uit die structuren. In een zegetocht naar meer autonomie en minder beknelling sneuvelden God, kerk, overheidsgezag, en burgerlijke structuren als rollenpatroon, gezin en familiaire zorgsystemen. Met als resultaat individualisering en een verzorgingsstaat (...) De moderne mens lijkt de hele wereld gewonnen te hebben (kennis, macht, rijkdom, genot), maar lijkt tevens in het streven naar deze rijkdommen of in het bezit ervan zijn ziel te verliezen of te beschadigen.’

Met dit citaat uit het openingsartikel van Wim H. Dekker zijn de contouren geschetst van de nieuwe jaarserie Schade aan de ziel. Hierin staat de vraag centraal in hoeverre de moderne vormgeving van het leven ons werkelijk verder heeft gebracht. Of moet er juist gesproken worden van verlies, van ‘schade aan de ziel’? Op concrete levensterreinen als de verhouding tussen de generaties en de seksualiteit zal de balans worden opgemaakt en worden ingegaan op de betekenis van Jezus’ woord dat alleen degene die zijn leven zal verliezen het zal behouden.

Ds. A.J. Zoutendijk mediteert over de tekst waaraan de titel van de jaarserie is ontleend. ‘Wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won maar schade leed aan zijn ziel?’ Hoe kun je de wereld winnen, zonder je ziel te verliezen? Door de weg achter Christus te gaan. En wat zegt Jezus dan? ‘Wie achter Mij wil komen, verloochene zichzelf.’ Noordmans zegt hiervan in een meditatie: ‘Alleen wat onder het kruis is doorgegaan verduurt de eeuwigheid. Wie zijn leven zal willen behouden zal het verliezen. Wanneer het mogelijk was de mensen op aarde gelukkig te maken, was de zaligheid voorgoed verloren.’

De fransciscaan prof.dr. Theo Zweerman heeft de meditaties van Noordmans gespeld, vertelt hij in het interview. ‘Bij Noordmans bespeurde ik iets wat je bij alle grote theologen tegenkomt. Zijn intellectueel niet geringe gaven heeft hij weten te verbinden met een geest van voortdurend gebed en meditatie. Dan komen er perspectieven te voorschijn die zeer indrukwekkend zijn.’ Zweerman meent dat onze cultuur van maakbaarheid gekarakteriseerd wordt door het verzekerings-, het opvoerings-, en het onafhankelijkheidssyndroom. De westerse mens is in zijn ogen met ‘alle ongetwijfeld succesvolle emancipatie ook ontzettend bijdehand geworden’.

Verder vindt u een artikel van dr. H. Vreekamp over de mystiek van de Kabbala, een artikel van dr. A. Noordegraaf waarin hij zijn eigen bijdrage aan het CSFR-lustrumcongres verwerkt met een terugblik op congres en lustrumbundel en een In memoriam van drs. G. van Leijenhorst. Van Leijenhorst, de verpersoonlijking van de CSFR-mentaliteit en studiezin, was tot het laatst actief en leefde intens mee met de vereniging. ‘Het belangrijkste van mijn CSFR-tijd is dat ik Christus leerde kennen’, vertelde hij in wat vermoedelijk zijn laatste interview was (RD, 2 nov. 2001). Daar lag het hart van zijn betrokkenheid.