Ontdekking van de hemel?

Column

Ja, het dikke boek van Mulisch is verfilmd, en Nederland gaat het resultaat massaal bekijken. Een beetje meen ik te snappen waarom het zo’n hype is. Er wordt Engels gesproken, ook door de Nederlandse acteurs, en dat geeft het gevoel dat we ècht meedoen op wereldniveau. Nee, dat is flauw, er moet echt iets in het boek en de film aanspreken.

Als ik naar de inhoud kijk snap ik toch niet goed wat het is. Waar het om gaat is, dat de Tien Geboden, zoals God die op de Sinaï heeft gegeven, moeten worden teruggehaald naar de hemel. Met het oog daarop worden we regelmatig ‘opgetrokken in de hemel’. God Zelf komen we er echter niet in tegen. Alleen engelen, die met zweet in hun handen de dingen moeten regelen. De reden waarom die Tien Geboden terug moeten is – dringt dat wel door? – diep-ernstig. Sinds de ‘dood van God’ werd geproclameerd is er geen houden meer aan. Over de volle breedte van de samenleving valt er een ernstige normvervaging te signaleren, bovendien ook nog eens systematisch in de hand gewerkt door een gedoogbeleid van overheidswege. Het boek laat ons met een afgrijselijk vooruitzicht achter: als God passé is, kan alleen een sterke staatshand ons weer in het gareel krijgen. Toch niet een blij vooruitzicht, dunkt me...

Ik denk eigenlijk, dat nauwelijks iemand boek en film serieus neemt. Niet wat er gezegd wordt over de ontwikkelingen in onze cultuur. En al helemaal niet waar de hemel in beeld komt. Nu straalt de auteur zelf ook geen ontzetting uit, maar vooral voldoening met het succes van zijn eigen Spielerei. Uit zijn laatste roman, Siegfried, walmt ronkende zelfgenoegzaamheid de lezer tegemoet.

Ontzetting – dat voel ik. Ontzetting, omdat iemand een roman kan schrijven van de allure van Dostojewski’s boeken, van Thomas Mann’s Der Zauberberg en Doktor Faustus – maar zonder er zelf door aangedaan te zijn, laat staan ondersteboven te liggen. Ontzetting – dat God zó volledig uit het verhaal weggeschreven is. Met grote opluchting hebben velen afscheid genomen van de gedachte, dat Zondag 10 een zuivere verwoording van de bijbelse boodschap aangaande Gods bemoeienis met deze wereld zou zijn. Van Psalm 139 krijgen mensen het wel ‘spaans benauwd’.

Nee, dan die engelen met hun perfecte timing. Jaren geleden had je een STER-spotje van een automatiseringsbedrijf, waar je op de begane grond een leger mensen achter toetsenborden zag werken. Als je goed keek, zag je dat hun armen met touwtjes waren vastgemaakt. Vanaf de verdieping erbóven werden deze ijverige werkbijen als marionetten door anderen bestuurd. Máár – die anderen zaten op dezelfde manier aan touwtjes vast, en helemaal boven zag je één iemand die volkomen gestresst dat alles poogde te regisseren. De boodschap van het spotje was wel duidelijk: automatiseren die handel!

God blijft in het boek van Mulisch op de achtergrond (waarom eigenlijk?) maar die engelen die alles regisseren – wordt niemand daar zenuwachtig van? Die engelen laten zich niet aanspreken. Ze kijken wel uit. Ze straffen – spectaculair beeld in de film – wie hun geheim ontraadselt. De lucht van determinisme snuif ik op, maar ik kom géén almachtige God en trouwe Vader tegen, die om Christus’ wil mijn God en mijn Vader is. Er is echt niemand daarboven, die je kunt aanspreken. Wat is er met de mensen gebeurd, dat ze onbewogen en met droge ogen deze ònzalige ruil doen?