De oude wortels van het nieuwe leren
Wie dit boek wil lezen om meer te weten te komen over ‘het nieuwe leren’, komt bedrogen uit[1]. De nieuwe vormen van onderwijs, die zich onder deze term aanbieden en die tot zo heftige reacties binnen en buiten de onderwijswereld hebben geleid komen in dit boek eigenlijk niet aan de orde. Pas op de laatste tien pagina’s lezen we iets over de praktijk van het nieuwe leren. Het gaat in dit boek dus echt om de oude wortels. Maar of het de wortels van het nieuwe leren zijn is de vraag. Het lijkt er meer op, dat het de wortels zijn van de onderwijsvisie van Wigmans. Het boek is een ontwikkelingsreis door het onderwijs. Hoe is het Wigmans vergaan na zijn proefschrift met als titel: Onderwijs en bevrijding
-ontwikkelingstheorie vanuit een Messiaans vooroordeel-? De tonen daarin lijken nog steeds
op de achtergrond mee te resoneren getuige het belang van vieren, de inbreng van de Joodse traditie bijvoorbeeld rond de ordening van de tijd. Het is aangevuld met de theorieën van Egan, toegespitst op het verhaal als drager van bijvoorbeeld de cognitieve ontwikkeling. En natuurlijk zijn eigen ervaringen als leraar, voorganger, rector en inmiddels ook voorzitter van het College van Bestuur van een aantal Alphense scholen. Wigmans zet in op de visie op onderwijs. Wat willen we bereiken gedurende de tijd dat het kind en de jongere onderwijs ‘genieten’? Het is een vraag waarvoor de belangstelling aan het toenemen is, alleen al gezien het aantal aan Hogescholen verbonden lectoraten, die wat van doen hebben met het begrip ‘identiteit’.
Wigmans wil een bijdrage leveren aan de geestelijke bagage van jongeren in een geseculariseerde wereld. Bagage, die niet alleen inspiratie levert voor goed onderwijs, maar ook het fatsoensdenken de pas afsnijdt, dat meent dat waarden en normen ‘aangeleerd’ moeten worden: in de vorm van ‘overdragen’. Maar zo leer je dat niet. Wigmans breekt een lans voor het vertellen van verhalen die ‘er toe doen’. Verhalen, die je even stilzetten, die betrokkenheid, meedenken en –handelen oproepen, die je positie bepalen, je laten inspireren. Het lijkt wat te gaan in de richting van de story-line benadering, waarbij de opbouw van een verhaal allerlei vakoverstijgende activiteiten met zich meebrengt al noemt Wigmans het verhalend ontwerpen niet expliciet. Maar ook aan voorwerpen en van onderzoek valt veel te leren, mits betrokkenheid en emotie een rol spelen in het leerproces.
Naast de bijdragen van Egan en Bruner legt Wigmans ook een accent op de leer- en leefgemeenschap. Daar ligt de basis voor het echte leren. En dat echte leren komt bij Wigmans dicht in de buurt van identiteitsontwikkeling. Dat hij daarbij teruggrijpt op de Joodse traditie met zijn eenheid van leren en leven is prima, maar het zo uitgebreid behandelen van de Joodse feesten geeft het boek een zekere onevenwichtigheid. Als je het vergelijkt met het boek van Wells, Dialogic inquiry, dan zou aan het denken dat daar weer achter ligt wel wat meer aandacht gegeven kunnen worden.
Maar misschien moet je het boek vooral zien als een boeiende reis van Wigmans, die op zoek is naar geïnspireerd onderwijs en ieder uitnodigt, die reis met hem mee te maken of aan te vullen. Het gaat hem om verantwoord bijbels geïnspireerd onderwijs. Daar zit zijn motief voor zijn onderwijskundig handelen en dit boek. In het boek beschrijft hij zijn eigen ervaringen met het vormgeven aan zo’n concept. Een stuk praktijkervaring spreekt daarin door en dat maakt het een boeiend boek. Het ‘gaat ergens over’. Zo is de poging om handvatten te realiseren bij functioneringsgesprekken en bij sollicitatiegesprekken om na te gaan of iemand binnen de schoolgemeenschap echt een bijdrage aan onderwijs- en schoolontwikkeling kan geven, interessant.
Het nieuwe leren komt er bekaaid af. Wat er (ongeveer) onder verstaan moet worden zal de lezer niet duidelijk worden. Wel is duidelijk dat visie-ontwikkeling bij Wigmans het primaat heeft. Maar met beide benen op de grond: voor wie is dit onderwijs beter en waarom? Een gedreven auteur, die uit is op identiteitsontwikkeling. En daarvan zijn er binnen de onderwijskunde (nog) niet zoveel.
- SCOPE scholengroep, Alphen aan den Rijn, 2004, ISBN 9090182268, 192 pag., € 24,5