Redactioneel
Het blijft een merkwaardige zaak: bevindelijke gereformeerden, die zich voorstaan op hun unique selling point, de aandacht voor de beleving en ervaring van het geloof, hebben dat zo gesystematiseerd en geschematiseerd dat hun traditie vanwege het rationalisme vrijwel onleesbaar is geworden. In zijn openingsartikel grijpt Wapenveld-redacteur Herman Oevermans op die ervaring terug, oudvaders krijgt hij niet uitgelezen. Toch vindt hij dat jammer. Daarom roept hij ertoe op de bevindelijk-gereformeerde taal te deconstrueren, los te weken onder het primaat van het denken vandaan, om zo werkelijk openheid voor de religieuze ervaring te creëren.
Opvallend is dat hij in die zoektocht naar een uitweg stuit op de middeleeuwse mysticus Meester Eckhart. Die is tegenwoordig aan een kleine revival bezig, niet alleen in rooms-katholieke en protestantse kringen, maar ook bij ‘ietsisten’. Eckhart biedt met zijn leringen over de weg naar God in z’n originele en sprankelende taal – uitstekend vertaald door C.O. Jellema – kennelijk precies wat velen nodig hebben. Oevermans gebruikt Eckhart om een theologisch en levensfilosofisch vloertje te leggen onder een waardering van de ervaring, waardoor gereformeerden én evangelicalen opnieuw een taal in handen krijgen om te spreken over de goedheid van God. Dat is beslist een originele bijdrage aan de discussie over geloofservaring, gereformeerde traditie en charismatische vernieuwing. De vraag blijft natuurlijk of via de ketterse Eckhart ook daadwerkelijk de bevindelijk-gereformeerde traditie zich weer opent. Want hoewel er van Eckhart via Ruusbroec en de Moderne Devotie een lijn loopt naar de Nadere Reformatie, is er ook nog wel het een en ander in z’n denken dat zich moeizaam verdraagt met klassieke gereformeerde overtuigingen. Het is de poging echter meer dan waard.
Eckhart heeft in ieder geval gemeen met veel moderne christenen dat er grote nadruk ligt op de individualiteit van de mens. Dat is een lijn die nader uitgewerkt wordt door de socioloog Gerard Dekker. Het is zijn stelling dat modern individualisme allerminst als opstand van de autonome mens tegen God verstaan moet worden, maar prima past binnen een christelijk geloofskader.
Politiek brengt dit nummer ook: zowel binnen- als buitenlands. Senator Gerrit Holdijk gaat zijn onverstoorbare gang en laat zich door recente discussies in zijn partij, de SGP, niet van de wijs brengen. Hij mengt zich voor het eerst publiekelijk in de ingrijpende koersdiscussie binnen de SGP, die de partijtop met alle macht binnenskamers probeert te houden. Duidelijk is dat de SGP haar positie opnieuw moet doordenken nu Nederland steeds duidelijker een postchristelijke natie wordt.
Buitenlandse reflecties zijn er van Gert-Jan Segers op het Israëlisch-Palestijns conflict, dat na de kerstdagen weer in het centrum van de aandacht is komen te staan. Ook in christelijke kring neemt de diversiteit aan opvattingen snel toe en Segers brengt daarbij enige orde aan. Er zijn weinig thema’s waarbij Bijbel, geloof en politiek elkaar zozeer raken.
Tot slot van dit gevarieerde nummer brengen we ook nog filosofie: een positief-kritische beschouwing van Vattimo’s omgang met religie door Bas Hengstmengel. Illustratief voor de herontdekking van religie door sommige filosofen.
Overigens, om dichter bij de actualiteit te komen, hebben we besloten om deze jaargang eens niet met een jaarthema te komen. Ieder nummer zal geloof en cultuur zó met elkaar confronteren, dat u blijft lezen!