Warmte

Column

Arjen Fortuin laakt een nieuw trend in de literatuur: de onverdeeld positieve aandacht voor het eigen gezin en de ouders. Nog niet zo lang geleden schreef hij in de NRC het volgende: ‘Debuut na debuut wordt volgebabbeld vanuit het perspectief van peuters, kleuters, of pubers. Hun infantiele onschuld is een veilige vlucht uit een verwarrende wereld (...) Ouders zijn in deze boeken een begrijpende diersoort zonder kwaad in de zin.’

Het grenst zijns inziens aan onwaarheid: lieve vaders en moeders bestaan niet. ‘Ouders zijn voornamelijk hindernissen op de weg’, zo schrijft Fortuin. Bovendien, zo vindt hij, verhogen zulke vaders en moeders het truttigheidsgehalte van de Nederlandse literatuur.

Een van de door Fortuin gewraakte romans is Het huis van mijn vader van Alex Verburg. Alex Verburg schrijft ontroerend over zijn eigen vader en moeder. Over zijn vader, die ernstig ziek is en nooit weer beter zal worden, en over hoe hij als jongetje met zijn vader omging.

Een voorbeeld:

‘Dag papa. Bent u erg ziek?’
‘Ja kereltje, papa is erg ziek. Maar vanaf vandaag zal het elke dag een stukje beter gaan, let maar op.’
‘Echt waar?’
‘Echt waar.’
‘Ik mocht van de dokter niet naar u toekomen.’
‘Daarom ben ik naar jou toegekomen.’

Zo’n (bijna tedere) passage zal Fortuin een doorn in het oog zijn.

Lezers delen de kritiek van Fortuin niet. Het boek kreeg in enkele maanden tijd drie drukken. Toen ik de schrijver vroeg waarom, zei hij dat de mensen zich in zijn boek herkenden. Lezers herkenden hun eigen vader en moeder in de zijne. En, zo voegde hij eraan toe: jongere lezers vinden het gewoon fijn zo’n warm boek te lezen.

Warmte, daar heb je het. Ineens hoor je het woord overal. Warme mensen, warme boeken dus, een warme preek enzovoort. (Terwijl warm toch wel iets anders is dan waar.)

Een godsdienstfilosofe vertelde me onlangs dat zij ’s avonds nog af en toe in Goud Elsje leest. Ze zei dat die veilige wereld van Goud Elsje haar een hoop warmte gaf.

Misschien komt het allemaal wel weer terug. En dan bedoel ik niet in de eerste plaats het idealiserende proza van Max Praamsma en anderen, maar een meer realistische variant, op het snijvlak van warmte en waarheid. Dan kun je terechtkomen bij je eigen vader en moeder. En zo’n ogenschijnlijk truttige roman als die van Alex Verburg is dan niet alleen warm, maar ook waar: want die vaders en moeders bestaan gewoon.

Hoe dan ook, goede ouders, ze zijn weer bijzonder geworden.

Hulde aan de lezer.