Over de werken der barmhartigheid (6)
Twee verhalen die met elkaar verbonden moeten blijven, vormen de kern van deze laatste meditatie over de werken der barmhartigheid. Arjan Plaisier over barmhartigheid, dat ook alles te maken heeft met het Kerstfeest. Immers, de hemel is over ons bewogen geraakt.
Verhaal één
Het christelijk geloof is geen geloof van principes, het is eerder een geloof van verhalen. Jezus vertelde vooral verhalen. Zo vertelde hij over een man die van A naar B reisde en onderweg in handen van rovers viel. Volkomen hulpeloos bleef hij aan de kant van de weg liggen. Twee religieuze dienaren trokken aan hem voorbij zonder een hand uit te steken. Een man van een ander volk zag hem liggen en hielp hem wel. Hij zette hem op de ezel en bracht hem naar een veilige herberg.
Dit is verhaal één. Het is een simpel verhaal, maar wel met een vraag: waar zit jij in het verhaal? Twee religieuze ambtenaren lopen voorbij. Een leek van een ander volk helpt. Het christelijke geloof is geen geloof van principes, maar van verhalen, met een vraag: mens, wat deed je, toen jij langs liep, toen op jouw weg een man of een vrouw lag die een appel op je deed. En dan is het eerlijke antwoord: ‘God, ik liep vaak door. Ik keek weg. Ik was gefixeerd op mijn eigen belang. Ik wist het wel maar ik deed het niet.’
Verhaal twee
Gelukkig is er dan ook nog een ander verhaal. Verhaal twee. Het is het verhaal van een man die van A naar B trok. Die man zag een gewonde liggen en werd met ontferming bewogen, met barmhartigheid. Die gewonde, dat was ik, dat was jij. Die man kwam ik weet niet waar vandaan, maar later drong het tot mij door: God was aan deze plaats en ik heb het me niet gerealiseerd. Hij haalde mij van straat en zette mij op zijn ezeltje en bracht me in zijn herberg. Later besefte ik het: hij kwam van ver, uit het hart van God dat klopte voor alle tijden, en hij reist naar zijn koninkrijk. Van A naar B. En ergens daartussenin kom ik voor, in zijn verhaal. Toevallig langs de weg, om met Achterberg te spreken: als oud roest. Tot de Zoon langskwam. De Zoon, die maar blijft oprapen, mens na mens, één voor één, op zijn tocht op een ezel, in de richting van een nieuwe stad.
Dat is het kernverhaal van het christelijke geloof. De mens Jezus, die barmhartigheid betoonde. Compassie in vlees en bloed, compassie tot in de dood. In deze mens verscheen de barmhartigheid van God. Omdat dit zo’n sterk verhaal is, krijgt het een enorme uitstraling. Omdat dit verhaal gewonden heelt, doden doet opstaan, schuldigen op de benen zet, krijgt het vleugels. Wie in verhaal twee is opgenomen, zal anders in verhaal één terechtkomen. Wie weet van Jezus, van zijn genezend woord, van brood voor het hart en wijn in de wonden, wie mag wonen in een herberg van andere gewonden en genezenden, reist anders. Barmhartigheid leidt tot barmhartigheid.
Werken van barmhartigheid
Langs de weg lopen is niet eenvoudig. Ook niet nadat je bent opgeraapt. Je ontdekt pas langzaam de weg van de barmhartigheid. Langs die weg zijn ze in de loop van de tijd ontdekt, de zeven geslagenen, die tot evenzovele werken van barmhartigheid hebben geleid. De hongerige, de dorstige, de vreemdeling, de naakte, de gevangene, de zieke, de dode. Er is een weg van barmhartigheid waarop brood wordt gedeeld, een beker water wordt geschonken, een vreemdeling opgenomen in een huis, een naakte gekleed, een gevangene bezocht en een dode begraven. De weg van A naar B van Jezus, de weg van Nazareth naar Jeruzalem, heeft de wereld veranderd. Er is een cultuur van barmhartigheid ontstaan. Een cultuur van zorg. Er is een diep besef doorgedrongen dat het niet zo belangrijk is hoe snel je van jouw A naar jouw B reist, en zelfs niet wat jouw A en B is, maar vooral waar je onderweg je ogen voor open hebt gezet. Wat er op je weg komt en wat je ermee doet. Wie er op je weg komt en hoe je daarmee omgaat.
Fragment
Die cultuur is altijd een fragment gebleven. Het vlees is zwak en de geest sluw. Jezus blijft ons vreemd en zijn Geest dringt moeizaam door. De weg van de barmhartigheid zal altijd weer gewonnen moeten worden op de weg van het egoïsme, de gemakzucht en de hardvochtigheid. Het is wel pijnlijk om mensen die zich toch aan hun spraak laten herkennen als christen, in hun daden zo weinig op Christus lijken. Soms is het nog erger. Dan worden ‘religieuze ambtenaren’ moordenaars, oplichters en verkrachters. Dan liggen er gewonden langs de kerkelijke weg. Dat is ontzettend en daar zijn geen woorden voor, tenzij het de woorden zijn van diepe verootmoediging, oprecht berouw en het vaste voornemen de slachtoffers bij te staan. Opnieuw in Jezus naam, met een bezwaard gemoed, maar toch met hoop, dat ook langs deze weg van verkrachters en slachtoffers Hij nog steeds gaat, nederig als altijd, de ezel wel wat ouder en verdrietiger, maar toch vastbesloten de Heer in zijn stad te laten aankomen.
Als het eenzaam wordt
Wat gebeurt er wanneer het tweede verhaal niet meer wordt verteld? Wanneer we niet meer mogen weten van de beslissende tocht vanuit het hart van God naar het Rijk der hemelen? Van de barmhartige Samaritaan die met ontferming bewogen is over de schare? Dan wordt het eenzaam op de levensweg. Dan zullen er nog wel daden van barmhartigheid worden gedaan, dan zullen er nog voetstappen van ezeltjes te horen zijn, want God laat de wereld geen hel worden. En toch zal het eenzaam worden. Toch zal er minder mededogen komen, minder zorg, minder hart voor vreemdelingen, minder begrip voor gevangenen, minder geduld met zieken, minder gevoeligheid voor armoede. Al die dingen pluk je niet van de bomen, je raapt ze niet van de straat, je schudt ze niet uit de mouw. Als enkelingen niet, maar ook als samenleving niet. Verhaal één staat op wankele voeten zonder verhaal twee.
Kerstfeest
Als het niet meer wordt gehoord … Maar waarom deze bittere tonen? Wij vieren weer het Kerstfeest. We staan rond de kribbe en aanbidden. De hemel is over ons bewogen geraakt. Zacharias profeteerde ervan: Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralend licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in de duisternis en verkeren in de schaduw van de dood (Lukas 1:78v). Kerstfeest is de vervulling daarvan. Het is als een open haard, die warmte geeft en gloed verspreidt. Warmte en gloed die met ons mee mag gaan, de dagen van het nieuwe jaar in, ‘zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede’ (Lukas 1:79). En weer dapper in het eerste verhaal stappen. We weten niet wie of wat we tegen zullen komen. God sta ons bij om onze ogen open en ons hart op de rechte plaats te hebben.
CV
Dr. A.J. Plaisier is scriba van de Protestantse Kerk in Nederland en redacteur van Wapenveld.