Redactioneel

Een tijdje terug las ik de roman White Noise uit de jaren ’80 van de Amerikaanse auteur Don DeLillo. Het is een verhaal over een hoogleraar, Jack Gladney, ergens in een slaperig stadje in de VS. Jack en zijn vrouw Babette zijn beiden enorm bang voor de dood en proberen die angst op allerlei manieren te onderdrukken. Maar hun angst wordt alleen maar erger als er een giftige wolk boven hun stadje komt te hangen. Nadat de wolk verdwenen is, berekent een computer dat Jack besmet is. Zijn dagen zijn geteld. Het boek is een satire op een wereld waarin kapitalisme en technologie het bestaan van mensen in de greep krijgen. Of, zoals één van Jack’s collega’s opmerkt: ‘Technology creates an appetite for immortality on the one hand. It threatens universal extinction on the other.’

Gertjan Schutte laat in dit nummer van Wapenveld zien hoe ook filmmakers onze verbeelding kunnen triggeren door onvoorstelbare rampen te laten gebeuren. Hoe reageert u als het nieuws opeens melding zou maken van ruimtevaartuigen die tegelijk op verschillende plekken in de wereld verschijnen? In de film Arrival is een van de lessen dat de dreiging van aliens leert om wantrouwen op te geven.

Dankzij de coronacrisis kunnen we ons iets voorstellen bij onverwachte en wereldwijde gebeurtenissen. Ze kunnen zomaar voor de deur staan. Zowel in het echt als in romans en films doen deze gebeurtenissen vooral een beroep op ons innerlijk. Wat betekent de aanwezigheid van de ander? Wat betekent onze dood?

In plaats van discussie over zin en onzin van de coronamaatregelen gelooft Wapenveld meer in beschouwingen van terzijde. Een bondgenoot vinden we in de Duitse filosoof Christoph Quarch. Hij schreef een boek met 15 lessen uit de coronacrisis. In zijn laatste les – Wir brauchen eine neue Religion – vestigt hij de aandacht op de oorspronkelijke betekenis van het woord religie: opnieuw verbinden. Onze redding in deze crisis ligt in een nieuwe verbinding: met de natuur, het leven en met elkaar. In zijn laatste zin spreekt hij over een liefde die sterker is dan de dood.

Wij bieden u een recente tekst van Quarch aan die sterk verwant is met zijn coronaboek, met veel dank aan Yke Bauke Eisma voor zijn zorgvuldige vertaling. Quarch ziet in deze crisis het vastlopen van een paradigma dat al langer op zijn laatste benen liep en tegelijkertijd het aanbreken van een nieuw wereldtijdperk.

Een andere debutant in Wapenveld is de Leuvense theoloog Geertjan Zuijdwegt. Hij vraagt aandacht voor het weerloze van alles wat van waarde is. Dat vergeten we gemakkelijk in discussies over coronamaatregelen als we precies proberen uit te rekenen wat de maatregelen ons kosten. Wat echt van waarde is, is weerloos en onberekenbaar. Blijf dus juist in crisistijd letten op mensen die onverwachte dingen doen. Edward van ’t Slot doet dat in zijn lezing van het evangelieverhaal over Jezus die een besmettelijke en melaatse man aanraakt.

Onze redacteur Willem Kater bespreek twee grote verhalen die recent zijn gepubliceerd: van de Leidse rechtsfilosoof Kinneging en van de Britse historicus Holland. In zijn bijdrage meandert hij om deze boeken heen, geeft hier en daar een schouderklop, maar kraakt ook kritische noten.

Met de coronacrisis in het achterhoofd, is het niet moeilijk om in dit nummer een vraag te horen. Wat kan het christelijke geloof betekenen in urgente maatschappelijke kwesties? Quarch gelooft in een nieuwe religie. Of heeft de oude religie nog onvermoede kracht? Dat is de lijn die Menno van der Beek kiest in de bespreking van het werk van een theoloog die hem lief is: Erik Borgman. Voor hem is Borgman de theoloog die zonder dogmatische zelfverzekerdheid, zoekend en tastend, een weg wijst in het grote huis van het christelijke geloof.