Ontregelende verbeelding

Filmvenster

De films van Alex van Warmerdam spelen een boeiend spel met de kijker. Hij zet al zijn talent in om de verveelde filmkijker te verrassen en op het verkeerde been te zetten. Daarbij is het steeds de vraag hoe ver hij kan gaan voordat de kijker afhaakt. Zijn films Borgman en Nr. 10 stijgen daardoor ver uit boven het vlakke Nederlandse filmlandschap.

In zijn recente boek Alle dingen nieuw schrijft theoloog Erik Borgman terloops over de ‘culturele overproductie’ die de moderne tijd kenmerkt. Door een overschot aan meningen, publicaties en andere cultuuruitingen lijkt iedereen gedwongen zich zo direct mogelijk uit te drukken, om maar relevant, scherp of actueel te lijken. Als historicus herken ik daarin de eeuwenoude klacht dat er te veel boeken verschijnen, maar die relativering is ook te makkelijk. Ik denk dat Borgmans opmerking blijft hangen omdat ontzaglijk veel kennis, info en amusement binnen handbereik ligt, maar het aanbod vaak zo vlak en voorspelbaar lijkt.

Het probleem ligt niet alleen bij de cultuurmakers. Denk bijvoorbeeld aan de columnisten die dagelijks hun voorspelbare meningen de wereld insturen, aan politici met hun afgebakende meningen of het filmaanbod op Netflix. Ook consumenten zijn onderdeel van het probleem, door via oude en nieuwe media dit aanbod te accepteren. Er zijn wederzijdse verwachtingen, die over en weer gerespecteerd worden. Veel cultuur doet niet echt een beroep op de gebruiker, die daar ook niet op zit te wachten.

Deze persoonlijk getinte ervaring dient niet als aanzet voor een pessimistische cultuurfilosofie, ook dat genre kenmerkt zich door overproductie. Zij is echter wel de wijze waarop ik het publieke debat volg, boeken lees en films bekijk. Ik houd van cultuur die mijn verwachtingen doorkruist, die een beroep doen op de grenzen van mijn verbeelding. Nu is het lastige hieraan dat originaliteit altijd eenmalig lijkt. De maker van de meest vernieuwende film kan niet simpelweg de werkwijze van zijn of haar vorige film herhalen, omdat de kijker hier al mee bekend is en op dit procedé anticipeert.  Bovendien behoort elke film tot een genre met bepaalde conventies en kaders; het vereist vakmanschap om deze overboord te zetten.

Iets anders gezegd, ik ben geneigd het talent van filmmakers te wegen naar de mate waarin zij kunnen spelen met de verwachtingen van de kijker. Slagen zij erin de kijker mee te trekken met hun visuele middelen, zonder in filmclichés te vervallen? En als de filmmaker daarin slaagt, lukt dit ook een tweede, een derde keer?

Burgerlijke beslommeringen
Met die criteria in de hand, kunnen we stellen dat cineast Alex van Warmerdam (1952) wellicht de beste filmmaker is van Nederland. Zijn films slagen er consequent in de verwachtingen van kijkers te ontregelen, met als gevolg dat slechts een kleine groep zijn films omarmt.

Van Warmerdams bekendste film Borgman (2013) heeft bijvoorbeeld een kleine 18.000 stemmen op website IMDB. Zwartboek (2006) van de bekendere filmmaker Paul Verhoeven verzamelde 76.000 stemmen.

Borgman draait om Marina en Richard, een rijk stel met drie kinderen, wonend in een kolossale, afgelegen villa. De beslommeringen van hun beschutte leven zijn burgerlijk en niet erg opzienbarend. Marina is kunstenaar, terwijl Richard in het zakenleven werkt. Een au-pair zorgt voor hun kinderen, ook heeft de familie een tuinman in dienst. De villa wordt van de buitenwereld afgeschermd door hekken, bos en een poort. Deze veilige, voorspelbare wereld wordt vervolgens bedreigd door een zwerver, Camiel Borgman. Als een aanhoudende intrigant eigent hij zich een plaats toe in de villa, daarbij geholpen door Marina. Vanaf het moment van zijn komst ontregelt Borgman het familieleven op grondige wijze, daarbij geholpen door een groepje handlangers.

Boeiend genoeg lijkt Van Warmerdam vastbesloten de handelingen van deze stoet protagonisten niet te verklaren. Als man des huizes is Richard gehecht aan zijn overzichtelijke, welvarende leven. Hij probeert Borgman eerst met geweld zijn leven uit te jagen, met weinig blijvend succes. Borgman maakt bij Marina iets anders los, een gevoel van leegte; zijn komst leidt zowel tot fascinatie als angst.

Op hun beurt zijn Borgman en zijn vrienden parasitair en gewelddadig, maar hun motieven blijven onduidelijk. Van Warmerdam deed hier in interviews nog eens een schepje bovenop. Naar eigen zeggen wilde hij ‘gewoon een enge film maken’, zonder grootse vergezichten.

Ook op andere manieren versterkt Van Warmerdam het mysterie. Zo begint de film met een citaat: ‘En zij daalden neer om hun gelederen te versterken’. Deze zin wekt de indruk uit de Bijbel afkomstig te zijn, maar is geheel verzonnen. Het filmgenre geeft ook al geen aanknopingspunten. Borgman doet ergens denken aan het werk van de Amerikaanse regisseur David Lynch, de maker van klassiekers als Mulholland Drive (2001) en de legendarische serie Twin Peaks.Een deel van het publiek komt van een koude kermis thuis

Het werk van Lynch kenmerkt zich door zwarte humor, absurde personages en onverwachte stukjes sciencefiction. Door wel zwarte humor toe te passen, maar andere kenmerken van Lynch links te laten liggen, behoudt Van Warmerdam zijn eigenzinnigheid. Bovenal beheerst hij de filmtechniek tot in de puntjes. Bij hem geen aanzwellende synthesizers die spanning moeten oproepen, maar wel puntgave decors, originele beeldvoering en goed gekozen acteurs, die steeds anders handelen dan je verwacht.

Van Warmerdams laatste film, No. 10 (2021), gaat in sommige opzichten nog verder. No. 10 volgt Günter, een toneelacteur die als kind werd aangetroffen in de bossen. Daarna werd hij geadopteerd en bouwde hij een gewoon bestaan op in de filmscene. Als alleenstaande vader heeft Günter een moeizame band met zijn dochter. Ook gaat hij vreemd met de vrouw van zijn baas, toneelregisseur Karl. Doordat de betrokkenen samen aan een toneelstuk werken, lopen de spanningen op; Karl neemt op zeer indirect wijze wraak op Günter. Ook wordt Günter door zijn dochter gefilmd, die op haar beurt weer door een mysterieuze man in de gaten wordt gehouden. Deze werkt in opdracht van een Duitse kardinaal.

Vervolgens leidt Warmerdam deze lijnen geduldig tot een absurde sciencefictionachtige ontknoping. Dat stelt de kijker voor een dilemma. Enerzijds heeft Van Warmerdam de plotlijnen ijzersterk neergezet, anderzijds is de finale volstrekt onwaarschijnlijk. Een deel van het filmpubliek komt van een koude kermis thuis, maar ik merk dat deze aanpak mij charmeert. 

Hoogstaand vermaak?
Dat sentiment wordt nog verstrekt door de wijze waarop Van Warmerdam het thema religie aansnijdt. Borgman begint met een scene waarin een pastoor en twee anderen Camiel Borgman en twee van zijn vrienden uit het bos verjagen. In No. 10 blijkt Günter een fanatiek atheïst die niets van het christendom moet hebben. Er vindt een confrontatie tussen Gunter en de kardinaal plaats, maar het thema wordt verder niet toegelicht.

Die aanpak is kenmerkend voor Van Warmerdams films. Als kijker kan ik niet anticiperen op wat er in zijn films gebeurt en na afloop lukt het me niet echt, de plot toe te lichten of te verklaren. Toch ben ik van begin tot einde geboeid. Is dit lichtzinnig nihilisme, hoogstaand vermaak of kunst, zo kun je je afvragen. In een tijd waarin alles toegelicht en geïnterpreteerd wordt, zijn deze films een boeiende, ontregelende ervaring.

Dr. G. Schutte is historicus en promoveerde in april 2022 aan het Europees Universitair Instituut in Florence. Op dit moment schrijft hij een biografie van de negentiende-eeuwse politicus Willem Groen van Prinsterer.