‘Leer elkaar maar kennen’

Gerdien Bertram-Troost over onderwijs en levensbeschouwing

Abstract

In de jaren ’90 verruilt het predikantengezin Troost het Veluwse Ermelo voor Amsterdam. Voor de dan vijftienjarige Gerdien betekent dit dat ze van ‘een vrij homogene dorpsgemeenschap’ in een multiculturele stad terechtkomt. In beide plaatsen geniet ze christelijk onderwijs, maar toch zijn er grote verschillen, die haar te denken geven. Wat zouden deze verschillende benaderingen van christelijk onderwijs jongeren uiteindelijk brengen? ‘Ik was als leerling al gefascineerd door wat docenten kunnen betekenen voor leerlingen.’

Na het vwo volgt Gerdien Bertram-Troost (1979) een basisjaar aan de Evangelische Hogeschool. Vervolgens studeert ze psychologie in Leiden, waarna ze in 2006 promoveert op de levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van adolescenten. Ze blijft als onderzoeker en universitair (hoofd)docent aan de Vrije Universiteit verbonden, tot ze in 2021 benoemd wordt tot hoogleraar Onderwijs in Levensbeschouwelijk en Pedagogisch Perspectief. In een tijd waarin het christelijk onderwijs en Artikel 23 van de Grondwet onder druk staan, bezet Bertrammet deze leerstoel een belangrijke plek. Wat is haar agenda voor de komende jaren?

Door de storm Eunice, die in Amsterdam zelfs levens eiste, is maar een handvol mensen in staat de oratie bij te wonen op 18 februari 2022. Als de storm weer is gaan liggen, treffen we Gerdien Bertram, daags na het uitspreken van haar oratie.

 

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.