Ongemakkelijk beeld van Nederland

De historische serie Het verhaal van Nederland is een ambitieuze vertelling van ‘ons verhaal’, ‘het land waarin wij wonen’. Het resultaat: sterke beeldtaal en boeiende invalshoeken, maar vooral een ongemakkelijk beeld van Nederland.

Na schokkend geweld volgt steevast een periode van historische stilte, die soms later doorbroken wordt. In Spanje gebeurt dat met de erfenis van dictator Franco, die mede door de hulp van Hitler de Spaanse Burgeroorlog won en pas in 1975 overleed. Tijdens de oorlog en het lange bewind van Franco vonden talloze misdaden plaats, die mede door een amnestiewet grotendeels worden verzwegen. De sublieme documentaire El Silencio de Otros (2018) toont hoe slachtoffers en nabestaanden aandacht vragen voor dit onrecht. In 90 minuten komen talloze kwesties aan de orde, variërend van geroofde baby’s en straatnaamborden die Franco en zijn regime memoreren tot marteling en massagraven.

Deze opstapeling van feiten is zowel de kracht als de zwakte van de documentaire. Er wordt veel aangestipt, maar weinig uitputtend behandeld. Tegelijk wijst El Silencio de Otros op die manier op de omvattendheid van de misdaden en de stilte die erop volgde. Het gaat niet om losse kwesties, maar om een complex web van grof onrecht. Ook toont de documentaire beelden die beklijven. Een bejaarde vrouw vertelt, terwijl ze naast een snelweg staat die bovenop het graf van haar moeder is gebouwd, wat ze als zesjarig meisje meemaakte: de fascisten namen haar moeder mee en vermoordden haar. Een andere oudere vrouw wil het stoffelijk overschot van haar vermoorde vader – dat zich bevindt in een massagraf – fatsoenlijk herbegraven. Via een ingewikkelde juridische omweg, waarvoor zij naar Argentinië moest reizen, krijgt ze het voor elkaar dat de Spaanse staat het massagraf moet openen. Het recht zegeviert een heel klein beetje.

In De sabel van Colijn merkte historicus Jan de Bruijn treffend op dat we na de Tweede Wereldoorlog ‘eigenlijk alleen nog maar in psychiatrische termen over het recente verleden [kunnen] spreken’. Inderdaad, de traumatische verhouding tot het verleden is herkenbaar; de naoorlogse literatuur is erdoor gestempeld, evenals het publieke debat en de geschiedenisboeken. Tegelijk is de psychiatrische omgang met het verleden niet bepaald alomtegenwoordig.

Waardig monument
Vorig jaar reisde ik per camper door Andalusië, met als hoogtepunt de Alhambra in Granada. Het middeleeuwse Nasridenpaleizen-complex behoort tot het mooiste dat ik ooit heb gezien. De complexe geometrische patronen die deze paleizen kenmerken lijken te willen wijzen op de alomtegenwoordigheid van God. Daarmee vormen zij een waardig monument voor het islamitische verleden van het Iberisch schiereiland, maar hoe prachtig de Alhambra ook is, het islamitische verleden maakt niet echt deel uit van het Spaanse historisch bewustzijn.

Dat geldt trouwens ook voor de recentere koloniale geschiedenis. Cádiz, dat een tijdlang een sleutelrol speelde in het Spaanse koloniale rijk, herbergt een wat tegenvallend stadsmuseum. Zo wordt er kunst van de katholieke schilder Francisco de Zurbarán (1598-1664) getoond en ook zijn er Fenicische sarcofagen uit de oudheid te bewonderen. Ik had er graag iets gezien over de plek van Cádiz in het Spaanse koloniale rijk. Of over de Amsterdammer Balthasar Coymans en de activiteiten waarbij hij betrokken was. Deze handelaar overleed in 1686 in Cádiz, nadat hij een tijdlang betrokken was bij de Asiento, het Spaanse contract voor de slavenhandel. Over deze onderwerpen wordt door historici veel geschreven, maar in Cádiz moet je er met een lampje naar zoeken. Hier geen trauma, maar eerder vergeten verleden.

Vooral niet saai
Zoals het bijbelse verhaal over de balk en de splinter suggereert, is het eenvoudig de gebreken van anderen aan te tonen en eigen fouten over het hoofd te zien. Doen ‘we’ het in Nederland beter of is die gedachte zelf een probleem met diepe historische wortels? De tiendelige historische serie Het verhaal van Nederland, door de NPO uitgezonden tussen februari en april dit jaar, stelt dat probleem impliciet aan de orde.

De Spaanse omgang met het verleden biedt de mogelijkheid van een grof analytisch onderscheid. Zo zijn er historische onderwerpen die zich onverbiddelijk opdringen als een trauma. Andere gebeurtenissen worden gezien als irrelevant of historische curiositeit. Dat is het dubbele probleem waarmee de makers van deze serie te maken hebben. Naast trauma en irrelevantie speelde er een derde opgave: een serie moet vooral niet saai verhalen over wat voorbij gegaan is.

De focus ligt op de verschillende mensen die geleefd hebben binnen de geografische grenzen van het huidige Nederland, beginnend met de ‘jagers en boeren’ rond het jaar 5000 voor Christus. Daarna volgt de periode tot het einde der middeleeuwen: ‘Romeinen en Bataven’, ‘Friezen en Franken’, ‘ridders en graven’ en ‘pestlijders en predikanten’. Drie afleveringen geven de vroegmoderne periode weer: ‘Geuzen en papen’, ‘kapers en kooplui’ en ‘patriotten en prinsgezinden’. ‘Pioniers en paupers’ verhaalt over de negentiende eeuw, terwijl ‘bevrijders en bezetters’ de periode rond de Tweede Wereldoorlog in beeld brengt.

Zoals de ronkende frases al suggereren, is de serie niet bepaald saai. Acteurs beelden de geschiedenis uit, waarbij presentator Daan Schuurmans regelmatig door het beeld komt lopen. Daarnaast zijn er kaartjes en visualisaties, en historici die duiding geven. Het sterkste punt van de serie ligt misschien wel in de grandioze beelden van landschappen, gebouwen en mensen die ervoor zorgen dat je snel weer het Muiderslot of het Paleis op de Dam wil bezoeken.Refrein: het huidige Nederland is gevormd door migratie

De eerste afleveringen plaatsen de lotgevallen van ‘Nederland’ in een breed perspectief.

Na de laatste IJstijd ontdooit het land, waardoor er eerst flora en fauna, en daarna jagers kunnen leven. Dan komt vanuit het Midden-Oosten de landbouw langzaam naar het Europese continent, ook naar de lage landen aan de Noordzee. Al snel ontdek je dat deze vroege geschiedenis saai noch irrelevant is. Uit modern DNA-onderzoek blijkt namelijk dat de jagers en verzamelaars voor slechts 25 procent verantwoordelijk zijn voor de DNA-signatuur van huidige Nederlanders. Het leeuwendeel komt voor rekening van migranten afkomstig van de Euraziatische steppe. Zij bouwden de talloze grafheuvels die te vinden zijn in Engeland en Denemarken, Nederland en Moskou. Daarmee is een refrein ingezet: het huidige Nederland is gevormd door migratie.

De serie brengt deze migratie op indrukwekkende wijze in beeld. Acteurs spelen na hoe migranten uit het oosten een overledene begraven en daarmee een grafheuvel bouwden. De presentator loopt tussen hen in en licht toe dat dit overal op dezelfde wijze ging: ‘mannen werden op hun rechterzijde begraven, vrouwen op hun linker. Dat verschil is typerend voor deze cultuur’. Deze sublieme combinatie van kennis, beeld, soundtrack en acteerwerk dissoneert met ander acteerwerk. De persoonlijke (romantische) vetes tussen jagers en boeren doen denken aan een matige soap. Een ander zwak punt is soms het ontbreken van bredere perspectieven. Bij de moord op graaf Floris V (1254-1296) komt de achterliggende rivaliteit tussen Frankrijk en Engeland niet in beeld. Honderden jaren later komen Napoleon en zijn broer er wel heel bekaaid vanaf.

Zoals het thema migratie al aangeeft, gaat geschiedenis uiteindelijk over nu. Toch mijden de verschillende afleveringen nadrukkelijk eenduidigheid. De Romeinen brachten zowel cultuur als massamoord naar de Lage Landen. De komst van het christendom was al even ambigu. In een scène waarin Willibrord figureert wordt heidens geweld ingedamd. Tegelijk was Bonifatius, in Dokkum vermoord, zelf opzichtig op zoek naar martelaarschap. Ook later komen donkere kant van religie aan bod: de moord op Joden tijdens de grote middeleeuwse pestepidemieën en ook de beeldenstorm van 1566. 

Beladen verleden
De aflevering ‘kapers en kooplui’ behoort tot de beste afleveringen van de serie. Met acteurs wordt getoond hoe de strijd tegen Spanje nadrukkelijk samenging met expansie en geweld overzee. De arme jongens die werkten op de verschillende schepen, een zwarte vrouw en haar zoontje die gewelddadig van elkaar worden gescheiden op een slavenschip en de rijke familie die dit jongetje koopt als een statussymbool tonen de verwevenheid van leed en rijkdom. De voorlaatste aflevering volgt een soortgelijk script: een familie trekt met de stoomtrein van platteland naar stad. In de stinkende, vieze stad komt moeder om het leven, terwijl vader naar een ‘kolonie van weldadigheid’ wordt gestuurd.

De slotaflevering, die onvermijdelijk de Tweede Wereldoorlog centraal zet, is zonder twijfel de scherpste. Ook deze episode wordt klein in beeld gebracht, via een ambtenaar en zijn vrouw, die hun huis delen met de broer van de vrouw. Via hun oudere Joodse buren komt een Nederlandse houding tegenover de Jodenvervolging in beeld: de ambtenaar accepteert gelaten de legitimiteit van de nazi’s en werkt mee aan de vervaardiging van solide persoonsbewijzen. Daarna kijkt hij nadrukkelijk weg als zijn Joodse buurvrouw een manier zoekt om het land te ontvluchten. Die onwil herhaalt zich als de Duitsers bij hun buren langskomen; de oude mensen kloppen letterlijk bij hen aan, maar de deur wordt resoluut voor hun neus dichtgedrukt. Deze lotgevallen illustreren het grote beeld: de koningin en regering in Londen zwegen lang over het lot van de Joden, terwijl in Nederland de meerderheid probeerde mee te bewegen met de bezetter of niets te doen.Uniform en portret gingen direct in een la

Even sterk is de wijze waarop de verwevenheid van de Tweede Wereldoorlog met de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië wordt getoond. De zwager van de ambtenaar doet namelijk ook niets voor de Joden, maar pleegt wel wat marginale verzetsdaden in de laatste oorlogsmaanden. Belangrijker, na de oorlog vertrekt hij naar Indonesië, om daar de onafhankelijkheid te voorkomen. Net als andere ‘verzetshelden’ die in opstand kwamen tegen de nazi’s, raakte hij in Indonesië betrokken bij brute misdaden. Destijds maakten militairen in hun dagboeken al vergelijkingen met de daden van de nazi’s. De huisgenoot sneuvelt in het verre Azië en zijn zus en zwager ontvangen alleen zijn uniform. In een sublieme scène stopt de ambtenaar dit uniform direct in een la, samen met het portret van zijn zwager. Een klein gebaar markeert het besluit hier nooit meer over te spreken.

Lijfsbehoud
De reflectie op slavernij en vooral de slotaflevering wijzen voorzichtig op een moreel kader dat geschonden werd. Men wist dat slavernij niet door de beugel kon en daarom werd er soms geprotesteerd. Er werd vooral gemarchandeerd, weggekeken en gezwicht voor het geld. In de oorlog is het geld vervangen door lijfsbehoud, maar verder was veel hetzelfde.

Is dit een typering van ‘de Nederlander’ of ‘de volksaard’?

Zo simpel is het niet, maar er is wel een pijnlijke parallel met de huidige Russische invasie in Oekraïne. Historicus Hans Goedkoop legde in zijn 4 mei-voordracht de link tussen dit bittere conflict en de Tweede Wereldoorlog. In Nederland worden de sancties tegen Rusland retorisch gesteund, we sturen wat tanks naar het oosten. Toch overheersen de traagheid, de bankrekeningen die niet bevroren worden, de aangevraagde uitzonderingen en de financiële belangen. Het ‘vestigingsklimaat’ gaat boven de mogelijkheid van het ‘puntgave kompas voor goed en kwaad’. 

Dr. G. Schutte is historicus, in april 2022 gepromoveerd aan het Europees Universitair Instituut in Florence. Hij werkt aan de biografie van Groen van Prinsterer.