Jezus als Heer in een plat land
De vragen rondom evangelie en cultuur houden de laatste jaren in toenemende mate ook de gereformeerde gezindte bezig [1]. De tijd is voorbij dat de rechterflank zich kon verschansen in het bolwerk van de eigen traditie. De secularisatie dringt ook in dat bolwerk door en op allerlei manieren ervaren pastores en evangelisatiewerkers dat er een verstaanskloof groeit. Dat is niet alleen een vormvraagstuk dat gemakkelijk op te lossen zou zijn met enkele vlotte aanpassingen in taal, stijl en structuur. Communicatieve aspecten staan niet los van inhoudelijke vragen. Hoe waarderen we onze cultuur? Moeten we aansluiten bij de eigentijdse ervaring van mensen? Moeten we inzetten bij zonde en verzoening of bij de zinvragen? Zonder dat je kunt zeggen dat er sprake is van polarisatie, is niet te miskennen dat er spanningen zijn tussen hen die het pand der vaderen willen bewaren en vernieuwers die creatief willen inspelen op de situatie van nu. De invloed van de evangelische beweging jaagt niet zelden deze spanningen aan.
In deze discussie mengt zich nu de evangelisatieconsulent van de Christelijke Gereformeerde kerken, dr. Stefan Paas met een thetische studie over de vertolking van de boodschap van het evangelie in de Nederlandse situatie van vandaag. Thetisch betekent niet dat de auteur kool en geit spaart, integendeel, hij durft zich kwetsbaar op te stellen terwijl hij tegelijk de vragen die in zijn kerk aan de orde zijn terdege aanvoelt. Je proeft in dit boek het verlangen om het evangelie te delen met mensen, zonder water bij de wijn te doen, maar wel in een dubbele luisterhouding: luisteren naar mensen en luisteren naar de Schrift. Als oudtestamenticus weet Paas hoe exegese een zaak van zorgvuldig luisteren is. Als evangelisatiewerker is hij gespitst op wat mensen bezig houdt, waar ze zich bevinden op de markt van het leven.
Paas wil in ieder geval de vanzelfsprekendheid waarmee we onze culturele erfenis aanvaarden doorbreken. Kijk eens met de ogen van een Afrikaan naar je eigen cultuur, zegt hij op een speelse manier in een van de eerste hoofdstukken. Om vervolgens na te gaan wat het betekent dat we Jezus als Heer verkondigen in een samenleving die gekenmerkt wordt door begrippen als vrijheid en gelijkheid, een maaiveldcultuur waar we niet gesteld zijn op elitair gedrag, een plat land. Ingaan op zo’n situatie is wat anders dan je er restloos aan uitleveren. Een christen is geen cultuurpessimist, wel iemand die kritisch de verworvenheden van zijn cultuur weegt en toetst.
Theologisch onderbouwt Paas dit door zijn uitgangspunt te nemen in de vleeswording van het Woord. Als God zich zozeer ingraaft in de condition humaine, zullen we in de missionaire benadering nooit op een afstand mensen met de waarheid gaan bekogelen, maar invoelend en bescheiden met hen in gesprek zoeken te raken. Paas staat te zeer in de gereformeerde traditie om de incarnatie te zien als elevatie van het natuurlijke mens-zijn. Hij weet dat ‘Golgotha begint bij Bethlehem’ (Koos van Doorne). Het evangelie van het kruis staat haaks op het streven van de natuurlijke mens. Het betekent oordeel en vrijspraak.
Die vreemdheid van het evangelie betekent ook dat we volgens de auteur uiterst voorzichtig moeten zijn met een behoeftegerichte evangelisatie. Voor je er erg in hebt, zit je verstrikt in het warnet van een antropocentrische benadering. Betekent dat een keus voor Barth tegen Schleiermacher? Ook hier brengt Paas de nodige nuanceringen aan. De existentiële vragen van mensen, hun verlangens en behoeften mogen niet ontkend worden. Vanuit het weten dat God als Schepper bemoeienis heeft met elk mens dienen we ze serieus te nemen. Maar tegelijk stelt het evangelie vragen die onze behoeften doorkruisen en oordelen.
Paas is er als gereformeerd theoloog diep van doordrongen dat we op geen enkele manier anderen het geloof kunnen aanpraten. Het is God die de deur opent en het geloof werkt. De belijdenis van het sola gratia draagt en omvat ons missionaire werk. Een missionaire gemeente dient te leven uit het besef dat God de eerste en de laatste is. Dit uitgangspunt lijkt me voor de gereformeerde gezindte van groot belang, omdat de zuigkracht van benaderingen – die gevoed door een arminiaans en methodistisch denken – soms zeer krampachtig de nadruk leggen op wat wij allemaal moeten doen en kunnen doen, ook onder ons groot is. Onbedoeld heeft dat als keerzijde een zeker triomfalisme en een denken in getallen en kwantiteit. Paas denkt in zijn boek vanuit kruis en opstanding. Juist die tweeëenheid bewaart voor fanatisme en triomfalisme, maar geeft anderzijds moed en ontspanning om te doen wat gedaan moet worden. In dit opzicht sluit Paas nauw aan bij Stott, Newbigin en voor al Tim Keller, wiens artikel The centrality of the Gospel hij uitvoerig weergeeft in zijn boek.
Een pneumatologische benadering voert niet tot lijdelijkheid. De Geest gebruikt mensen met al hun gaven. Dat roept ons tot een zorgvuldig nadenken over vragen rond vorm en inhoud, de taalaspecten, de manier waarop we de ander benaderen. Aandacht voor taal en vormgeving, structuur en organisatie betekenen overigens niet dat we de boodschap aannemelijk kunnen maken. Het evangelie verkondigen in heldere en begrijpelijke taal is onze opgave. Maar we moeten scherp onderscheiden tussen relevantie en acceptatie.
Wat Paas beoogt met een relevante vertolking van het evangelie die de mens van nu serieus neemt en ingaat op zijn vragen licht hij toe in twee slothoofdstukken waarin hij laat zien hoe we weerbarstige woorden als zonde en verzoening vandaag kunnen vertolken. Dan blijkt dat we ons niet in allerlei bochten hoeven te wringen om de boodschap aannemelijk te maken. Een zorgvuldige lees- en luisteroefening laat zien dat het spreken van de Schrift veel rijker is dan we denken en dat de bijbel zelf ons allerlei facetten laat zien die in onze tijd uiterst actueel en relevant zijn.
Links en rechts leven er ten aanzien van het apostolaat gevoeligheden. De auteur gaat daar wijs en pastoral mee om. In een tijd waarin discussies over traditie en vernieuwing, dialoog en getuigenis vaak verzanden in onvruchtbare patstellingen is een evenwichtig boek als van Paas een weldaad. Ik hoop dat zijn stem ook buiten de eigen kerk gehoord wordt. Het zou fijn zijn als er in de breedte van de SOW-kerk iets mee gedaan werd. Een gereformeerde visie op zonde en genade, heil en geloof staat een eigentijdse inculturatie van het evangelie niet in de weg, mits we de moed hebben om door te vragen en dit erfgoed tot op zijn wezenlijke noties te doordenken. Vasthouden aan het evangelie vraagt om een leven uit het evangelie, een ingaan in de woordenwereld van God met een open oog en hart voor wat mensen beweegt. Juist deze creatieve wijze van omgaan met de Schrift werkt vernieuwend en geeft moed om getuigend en dienend in de wereld te staan. Het is deze visie die de schrijver in heldere woorden vertolkt. Een belangrijk boek voor ieder die de vragen naar de communicatie van het evangelie en naar de kwaliteit van het gemeente-zijn ter harte gaan.
- Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2001, 212 blz., €16,50