Zorgenkinderen

Omgaan met opvoedingsproblemen
Juliaan van Acker

Zorgenkinderen is een boek over de omgang met opvoedingsproblemen, variërend van niet te handhaven kinderen, angstige kinderen, opstandige pubers tot uit huis geplaatste kinderen en gewelddadige jonge criminelen [1]. Het is geen academisch boek, gevuld met onderzoeksresultaten van empirisch getoetste behandelmodellen, wat ik van de hand van een hoogleraar pedagogiek enigszins verwachtte. Zorgenkinderen bevat gedetailleerde gevalsbesprekingen en is een ervaringsverslag van het werk als hulpverlener aan ouders en kinderen.

De auteur Juliaan van Acker is een eigenzinnig hoogleraar, die gebruik maakt van wetenschappelijke inzichten en tegelijkertijd een eenzijdige empirische aanpak onder kritiek stelt. Dit hangt samen met zijn visie op opvoeding en behandeling. Het doel van opvoeding is het kind te helpen een goed mens te zijn en te worden. Dit vraagt van de hulpverlener dat hij keuzes maakt tussen wat zinvol, waardevol en goed is. Een empirische bejegening schiet tekort, omdat je wel kan meten wat is, maar niet wat hoort.

Naast een eigenzinnig hoogleraar is Van Acker in mijn ogen nog een echte pedagoog. Het gaat hem om het kind wat zich ontwikkelt in de omgang met volwassenen en het liefst volwassenen die kunnen bezielen. Het kind kan niet tot het goede worden gedwongen, het moet geraakt worden door hun voorbeeldrol. Een sterk onderscheid tussen opvoeden en behandelen maakt hij niet. Behandelen vindt plaats via de ouders met wie nauw wordt samengewerkt door het werken aan zeer concrete problemen in het leven van alledag. Behandeling is vaak niet veel meer dan ouders te leren de gewone opvoedingsmethoden op de juiste wijze te hanteren.

De hulpverlener is daarbij een bemiddelaar. Hij weet daarbij een belangrijke valkuil in hulpverleningsland te omzeilen. Het gebeurt te vaak dat aan kinderen (biologische) gedragsstoornissen worden toegeschreven om ouders te ontschuldigen. Het gebeurt eveneens te vaak dat voorbijgegaan wordt aan de kwetsbaarheid en het moeilijke temperament van het kind, moeilijke omstandigheden van bijvoorbeeld eenoudergezinnen of gezinnen met zeer zwakke sociaal-economische omstandigheden. Hierdoor voelen ouders zich vaak beschuldigd en in de steek gelaten, waardoor het extra moeilijk wordt deze ouders te motiveren en te betrekken bij de gedeelde zorg om hun kind.

De kunst die Van Acker verstaat is op een respectvolle en steunende manier de vinger op de kwetsbare en zere plekken te leggen en tegelijkertijd ouders tot partner in de hulpverlening te maken. Van Acker beschrijft hoe hij en zijn medewerkers met eindeloos geduld proberen toegang te krijgen tot het laatste restje warme gevoelens die de opvoeders nog kunnen opbrengen voor kinderen die het gezinsleven al jarenlang verzieken ofwel die door hun gedrag al jarenlang proberen duidelijk te maken wat ze van volwassenen nodig hebben.

Een welomschreven methodiek geeft hij niet en dat is zowel de kracht als de zwakte van het boek, afhankelijk van wat je erin zoekt. Hij schept een kader, waarmee hij de ingrediënten schetst die deel uit maken van zijn benaderingswijze van ouders en kinderen en dat is het. Dit hangt samen met zijn houding dat ieder gezin uniek is en een aanpak op maat vraagt. Om dezelfde reden wijst hij het strikt werken vanuit één visie af. Niet de visie staat voorop en is bepalend voor de inhoud van de behandeling, maar de hulpvraag van de ouder en het kind. Bij Van Acker zie je een eclectische mengeling van met name gedragstherapeutische interventies (o.a. beloningssystemen) en interventies op hoe ouder en kind met elkaar omgaan, hoe de rollen verdeeld zijn. Sommige passages zijn bezielend, je proeft de vasthoudendheid van werken en het geloof in de mogelijkheden van een gezin, ook al is de problematiek nog zo ernstig. Ronduit sympathiek is dat er een half mislukte behandeling in beschreven staat. Deze casuïstische aanpak heeft als nadeel dat zowel de beschrijvingen als de omschreven interventies wat gefragmenteerd van karakter zijn. Overigens verwijst Van Acker voor de behoefte aan specifiekere informatie naar zijn andere boeken, dat de lezer dat maar weet.

  1. Ambo, Amsterdam 2001, 346 blz, €22,60