Redactioneel
Binnen de christelijke traditie zijn er slechts enkele figuren die vrijwel alle hedendaagse tegenstellingen weten te overbruggen en voor iedereen inspirerende voorbeelden vormen. De onbetwiste nummer 1 is daarbij Augustinus, ‘doctor Ecclesiae et episcopus Hipponensis’, zoals de Latijnse editie van Wikipedia (Vicipaedia) de Noord-Afrikaanse kerkvader introduceert. Nu moet natuurlijk wel worden toegegeven dat rooms-katholieken en protestanten elk andere accenten in het werk van Augustinus leggen, maar een boek als de Confessiones weet telkens weer in al zijn authenticiteit en godsvrucht interconfessionele kloven te overbruggen. Van zulke auteurs – niet alleen uit het verleden, maar ook uit het heden – kunnen we er nog wel een aantal gebruiken!
In dit nummer wordt met een Nederlandse Augustinus-kenner, Hans van Reisen, doorgesproken over de erfenis van de kerkvader en diens betekenis voor de hedendaagse christenheid. Van Reisen heeft inmiddels al heel wat werk van Augustinus vertaald – opvallend is daarbij dat met name zijn preken in de schijnwerpers worden geplaatst. Die worden geacht, meer dan dogmatisch werk, de breedte van Augustinus-liefhebbers te bestrijken. Uit deze vertalingen komt een groot prediker naar voren die met inzet van retorica de boodschap van het Evangelie met kracht heeft gebracht.
Het ontbreken van inspirerende hedendaagse Nederlandse predikers, met name ook voor een niet-christelijk publiek, is een van de observaties van de Amsterdamse predikant Bas van der Graaf. Terwijl hij moeiteloos een aantal Amerikaanse preektijgers weet op te sommen – van wie de New Yorkse Tim Keller niet de minste is –, wisten hij en zijn Amsterdamse collega’s geen vergelijkbare voorbeelden van eigen bodem te geven. De verlegenheid die Van der Graaf signaleert, is daarom meer dan valse bescheidenheid. Missionair preken in Nederland begin eenentwintigste eeuw kan maar nauwelijks aansluiten bij eerdere preektradities; kan zich natuurlijk wel door Angelsaksen laten inspireren, maar moet dan altijd nog de vertaalslag naar de eigen Hollandse samenleving maken. Opvallend is dat Van der Graaf hierbij het belang van de bevindelijke traditie benadrukt die, eenmaal uit haar zelfverkozen isolement bevrijd, veel zou kunnen betekenen binnen een missionaire context.
De jaarserie wordt vervolgd met een interview met de bedrijfskundige en psycholoog André Wierdsma. Vanuit zijn ruime ervaring weet hij het thema een stap verder te brengen. Met behulp van het denken van Hannah Arendt laat hij zien hoe maakbaarheid een farce is en hoe het nodig is om in de bedrijven co-creërend te werk te gaan. Wijze lessen voor alle managers onder onze lezers – en voor hen die managers boven zich moeten dulden!
Was de laatste Kroniek afkomstig uit Libanon, de huidige is geschreven in de zuidelijke buurstaat waar nog altijd geen vrede mee is: Israël. Sinds de Tweede Libanonoorlog, zoals een Knessetcommissie onlangs de zomercampagne officieel te boek heeft gesteld, is er in de Europese media weinig aandacht meer voor de verhouding tussen beide landen. Ondertussen duren de gevolgen aan beide zijden voort. Kees Jan Rodenburg, inmiddels al weer een aantal jaren woonachtig in Jeruzalem, deelt zijn observaties mee over het Hooggerechtshof, de politieke situatie en de culturele openheid in het Heilige Land. Uiteindelijk voert hij een pleidooi voor Israëlische tv met aandacht voor de buitenwereld. En nu maar hopen dat de mediabonzen in Israël dit geluid oppikken en ermee aan de slag gaan!