Traditie

Column


Minister Ella Vogelaar wil moslims in ons land anders tegemoet treden dan haar voorganger Rita Verdonk. Zij voorziet dat ons land straks een joods-christelijk-islamitische traditie zal hebben. Over deze uitspraak in een interview in het dagblad Trouw ontstond nogal wat ophef. De PVV en de VVD schoten in de stress. Zij zagen de sharia er al aankomen. Het zijn overigens partijen die ik nog niet op veel gevoel voor de waarde van de christelijke wortels van onze beschaving heb kunnen betrappen. Dat ligt natuurlijk anders bij de CU, waar de wenkbrauwen over Vogelaars opmerkingen ook werden opgetrokken.
Daar is ook wel reden voor. Zeker toen bleek dat volgens Vogelaar het ontstaan van de joods-christelijke traditie te maken had met de komst van groepen joden een aantal eeuwen geleden. Ook uit andere reacties viel op te merken dat het met het begrip van ‘joods-christelijke traditie’ niet best gesteld is. Hendrik Spiering, redacteur van het NRC, was er snel mee klaar: het moderne recht in Nederland komt van de Romeinen. De huidige democratie is een vondst van de middeleeuwse steden. Ook de scheiding van kerk en staat is een erfenis van de laatmiddeleeuwse politiek. Middeleeuwen? Had dat soms iets met het christendom te maken? We zijn er kennelijk nog lang niet met alleen het opstellen van een historische canon.
Waarom is het belangrijk wél begrip voor het belang van de joods-christelijke erfenis (ik laat die term nu maar even staan) te hebben? Om er prat op te gaan? Dat zou dan tegen de ware geest van kerk en christendom ingaan. (Als er cijfers uitgedeeld moeten worden, zijn er ook enkele onvoldoendes te geven.) Evenmin, omdat we lid zijn van een historische vereniging. Het gaat er veeleer om de missionaire betekenis van de kerk in de samenleving te herkennen, levend te houden en te vernieuwen. Dan moet je er dus wel begrip hebben hóe de kerk missionair is geweest en wat dat voor weerslag heeft gehad.
Vogelaar heeft ons dus huiswerk gegeven. Ik benoem hier in alle voorlopigheid een aantal aspecten van de missionaire betekenis, die in Europa een traditie heeft gevormd.

Het inzicht dat politiek ook niet alles is. Het is zeker niet niets, maar er is ook een kerk, die leeft van een ander gezag. Politieke machthebbers krijgen een bescheiden, zij het belangrijke, rol te vervullen. De altijd weer spannende vraag is: verdraagt de politieke macht dit tegenover? Daar hangt veel heil van een samenleving van af.
Dat in de kerk het volk meespreekt. De Geest is uitgestort op alle vlees. Dat geeft mondigheid. Daarom is het terecht dat ‘het volk’ wordt geconsulteerd. De parlementaire traditie heeft (protestants) christelijke wortels. Echter, verwordt het parlement tot stemmentrekkerij en stemmingmakerij, dan verloedert deze traditie. (Democratie in de zin van ‘meeste stemmen gelden’ is niet een echt christelijk product, hoewel er mee geleefd kan worden.)

Dat wetenschap pas echt kan opbloeien, wanneer de werkelijkheid open is (als een vrije creatie van God). Daarom is experiment en proef belangrijk. Determinisme blijft echter op de loer liggen. Binnen de kortste keren zitten we weer in de greep van een of ander monisme, dat zijn onmenselijk dictaat oplegt aan onze mens- en wereldbeschouwing.
Kan de islam in Nederland en Europa een traditie gaan vormen die de grondslag van een samenleving (mede) maakt? Dat zou kunnen, maar dat is dan het einde van Europa zoals we het nu kennen. Is dat een discriminerende opmerking? Nee, aan moslims worden rechten gegeven die alle burgers toekomen. Echter, waar ‘de islam’(ik weet het, die bestaat niet, maar taal leeft van afkortingen) wel een stempel heeft gezet, is een andere samenleving ontstaan. Het is goed dat te bedenken, ook wanneer je terecht Nederlandse moslims volledig als medelanders accepteert.