Stuurt de overheid of de burger?
Eén dag na de verkiezingen kreeg ik tijdens het spreekuur van B en W een burger van Bodegraven op bezoek. Zijn klacht was even simpel als duidelijk: meer dan eens per week kwam het water in zijn wc-pot onrustbarend omhoog en dat water wilde niet gelijk weer zakken; inderdaad een zeer onbehaaglijke ervaring. Een bedreiging van één van de verworvenheden van de moderne beschaving. Hij stelde de gemeente aansprakelijk en verantwoordelijk. Immers, de riolering functioneerde niet meer naar behoren.
De avond van de verkiezingsdag had ik me voor de zoveelste keer bezig gehouden met de zoveelste analyse. Want daarin zijn we in Nederland bijzonder goed. Elke overwinning en elk verlies zaten er al aan te komen. De overheid en paars hadden geen voeling meer met de gewone burgerij. U snapt het al. De kloof. De kloof? Ja de kloof tussen kiezers en gekozenen. Na de verkiezingen worden de zogenaamde sociaal-psychologische trends duidelijker dan ooit verkondigd. Ach, we weten dan zo goed hoe het is. De ideologieën zijn verdwenen. Nu de politieke partijen nog. Deze hebben immers geen betekenis meer voor de organisatie van het maatschappelijk belang. Het amalgaam van een welhaast ondefinieerbare beweging die geleid werd door een parvenu die zich in een Daimler met twee hondjes op de achterbank liet rond rijden, heeft de verkiezingen gewonnen. Hij zou de politiek wel eens gaan straffen.
We zouden momenteel in Nederland weer een culturele omslag meemaken. De overheid neemt geen bovengeschikte of hiërarchische positie meer in ten opzichte van de samenleving. In de maatschappij zou steeds minder sprake zijn van één enkel herkenbaar sturingsmechanisme. We hebben een netwerksamenleving gekregen die zich met de zogenaamde horizontalisering van maatschappelijke verhoudingen ontwikkelt. Ja, laatst betoogde de nieuwe bestuurlijk ideoloog van Nederland, Paul Frissen, dat we in een casinosociety leven. De overheid is een partner geworden die je inruilt, zodra je hem niet meer nodig hebt. We moeten niet meer willen besturen. Laat de overheid desgewenst een winkelier zijn, die tegen betaling bepaalde diensten verricht. De socioloog brabbelt ook behoorlijk mee. We leven in een maatschappij waarin fragmentatie tegelijkertijd feit en norm geworden is. Elke poging tot integratie of cohesie is zinloos, en misschien ook wel onwenselijk. De werkelijkheid laat zich niet meer door ons aanpassen. Het primaat van de politiek is weg. De macht zit niet meer in instituties. Geef ons maar identy-politics, waardoor na de ontkerkelijking, alsnog de werkelijkheid geritualiseerd kan worden. Morgen is alles weer anders.
Maar wie lost het probleem van de wc-pot op? En de irritatie van de burger in de Vinex-wijk, die zich ergert aan de files, de treinen die niet op tijd rijden, de wachtlijsten, de treurnis in het onderwijs, de immigratie, de bureaucratie, ach u kent het rijtje wel. Het bestel zou niet deugen. Dat de burger niet deugt komt alleen in het brein van conservatieven en van bewoners van de Veluwe op. Wie zal het ongebreidelde narcisme van de burger die van het leven wil genieten, maar ondertussen gestoord wordt door een bijna onbegrensde mate van tolerantie, kunnen bevredigen?
Ik word een beetje moe van alle diagnoses en analyses. Daarom heb ik tegen de man met de rioolproblemen niet gerept over de postmoderne mens met zijn meervoudige identiteiten. Geen theorieën meer over bestuurlijke vernieuwing. Geen woorden, maar daden. De overheid moet weer overheid worden. Verantwoordelijkheid niet afschuiven, maar dragen. Doen wat je zegt. Als we verantwoordelijkheid blijven spreiden, in plaats van op ons te nemen, komen we pas echt in de chaos terecht. De overheid kan niet altijd leuk zijn voor de mensen. Ook omdat de mensen niet altijd leuk zijn voor de overheid. Tot slot: er is bij het desbetreffende perceel in Bodegraven een rioolinspectie uitgevoerd.