RRQR: een vitale oudledenvereniging

Het gaat goed met de RRQR. In 1997 startte een zoektocht naar een vitale reünistenvereniging . Vijf jaar later is de RRQR oudledenvereniging van de C.S.F.R., en is het ledental verdrievoudigd: van ruim 200 toen tot ruim 600 nu. Het RRQR-bestuur wil de ingezette lijn verder doortrekken. Samen met de redactie van 'Wapenveld', en in samenwerking met de C.S.F.R. Hieronder een overzicht van de zaken die aangepakt zijn, en de ideeën waarmee we verder willen. Uitgangspunt daarbij is de gedachte dat de RRQR de oudledenvereniging van de C.S.F.R. is. In onze activiteiten willen we dienstbaar zijn aan de studie óp de C.S.F.R., en tevens de voort-durende bezinning ná de C.S.F.R.-tijd zoveel mogelijk aanzwengelen, ondersteunen en ook weer inzetten.

Congres

In ’97 is besloten om per jaar één duidelijke hoofdactiviteit te organiseren. Eén congres op een zaterdag in november (dit jaar op 30 november). Het congres zou steeds een aansprekend thema moeten hebben, uitgewerkt in lezingen en workshops. Inmiddels is het jaarlijkse congres hét verenigingsmoment voor de leden. Inhoudelijk zijn verschillende, belangwekkende thema’s aan de orde geweest: Europa, de evangelicaalslag, het goede leven, de vitaliteit van de gereformeerde orthodoxie. Dit jaar staat geloofsoverdracht en -opvoeding centraal. Een inleidend artikel vindt u elders in dit nummer. Gemiddeld trekt het congres zo’n 120 bezoekers.

Tijdens de congressen blijkt waarin de RRQR uniek is; ze vormt een podium waar leden uit verschillende reformatorische kerken elkaar kunnen ontmoeten en inspireren. Die ontmoeting is inhoudelijk, gebaseerd op diepgang. Dat is waar we naar blijven streven: het leveren van een inhoudelijke bijdrage aan discussies die leven binnen de gereformeerde gezindte. Op zoek naar verdieping. Om extra diepgang te winnen en aan te sluiten bij belangrijke discussies willen we het congresthema in de toekomst sterker laten aansluiten bij de thema’s die in Wapenveld worden behandeld. Graag zouden we leden zelf meer aan het woord laten tijdens het congres. Bijvoorbeeld door het leiden van een workshop. Hierdoor wordt de betrokkenheid van leden op het congresthema vergroot, en wordt een te consumptief karakter tegengegaan. Een tweede mogelijkheid om de actieve betrokkenheid op het congres te vergroten is leden te vragen deel te nemen aan voorbereiding en organisatie.

De ontmoetingen op het congres zijn naast inhoudelijk ook amicaal. Het congres is de plek waar studievrienden elkaar ontmoeten om weer eens ouderwets door te bomen. Om de kans op dit soort ontmoetingen te vergroten zullen we meer aandacht schenken aan de publiciteit rond het congres.

Studiekringen

In ’97 was er het vermoeden dat er een flink aantal zelfstandige, besloten studiekringen zou bestaan. Vriendengroepen die na hun studie verder wilden met het bespreken van literatuur, filosofie, theologie, en het vieren van de vriendschap. Het vermoeden bleek niet ongegrond. Een eerste inventarisatie (najaar ’97) mondde uit in een studiekringenoverzicht van 16 kringen, en bracht een veelheid aan boeken, thema’s en verbazingwekkende vriendschappen aan het licht.

Op veel C.S.F.R.-disputen ontstaat inmiddels bijna jaarlijks op eigen initiatief een kring van afgestudeerden. Dat blijkt ook uit de toename van het aantal studiekringen. Op het overzicht van najaar 2001 prijken inmiddels 35 studiekringen. Zonder het besloten karakter van deze vriendenclubs aan te tasten wil de RRQR deze activiteiten zoveel mogelijk stimuleren, juist omdat zo’n kring een voor de hand liggende (en dus duurzame) structuur biedt voor voortgaande bezinning. Naast de stimulans van het studiekringenoverzicht wordt daarvoor Wapenveld ingezet, waarin nu en dan kringverslagen verschijnen. Komend congres willen wij leden zonder kring de mogelijkheid bieden met elkaar een kring te vormen, danwel aansluiting te laten vinden bij een bestaande kring die open is voor nieuwe leden.

Wapenveld

Ook Wapenveld heeft de laatste zes jaar veel veranderingen doorgemaakt. In inhoud, vormgeving, en redactie. Het blad richt zich vanuit christelijk perspectief op vragen van geloof en cultuur. Gestreefd wordt naar diepgang en kwaliteit, naar het vormen van opinies, naar het peilen van de tijd. Wapenveld vervult een kritische, opbouwende rol waarbij het gaat om het vinden van nieuwe wegen ‘waarlangs de voet kan gaan’.

Wapenveld heeft een groeiend aantal abonnees. Momenteel is de toename gelijkelijk verdeeld over de aanwas van de RRQR en ‘externen’. Het blad lijkt dus positief te worden gewaardeerd. Om meer inzicht te krijgen in de waardering van het blad overweegt de redactie een lezersonderzoek onder abonnees op te zetten. Dit naast het reeds bestaande jaarlijkse C.S.F.R.-lezersonderzoek.

De redactie wil de groei van het aantal abonnees verder bevorderen. Mede in overleg met de uitgever, Boekencentrum Uitgevers, wordt hiervoor een gericht pr-beleid ontwikkeld. Voor de groei wordt gemikt op zowel de aanwas van de RRQR als op ‘gewone’, externe groei.

De redactie wil aanstormend talent graag de ruimte bieden. Dat kan bijvoorbeeld door jaarlijks een bewerking van een voor de lezers interessante scriptie in Wapenveld te plaatsen. De redactie speelt met de gedachte hiervoor een scriptie-prijs in het leven te roepen.

Wapenveld en RRQR als expertisecentrum

Binnen het ledenbestand van de RRQR en de archieven van Wapenveld is heel wat deskundigheid aanwezig. Deze expertise kan beter worden ontsloten; handzamer en duidelijker zichtbaar. Dit heeft voordelen voor intern gebruik (van zowel RRQR als C.S.F.R., bijvoorbeeld voor thema’s en congressen), en geeft tevens de mogelijkheid met onze expertise iets te betekenen voor de buitenwereld.

Hiervoor is internet een geschikt medium. Inmiddels hebben zowel RRQR als Wapenveld een eigen website. Op de site van de RRQR kan de informatie van het deskundigenregister (zie hieronder) en het studiekringenoverzicht bereikbaar en up-to-date blijven. Door op het web een besloten gedeelte te realiseren worden namen van leden en kringen niet direct aan de openbaarheid prijsgegeven. Extern kan via de verschillende websites (C.S.F.R./RRQR/Wapenveld) aan de hand van trefwoorden worden aangegeven dat de expertise er is, en wat die globaal inhoudt.

Op www.wapenveldonline.nl zijn verschillende belangrijke artikelen(-series) digitaal ontsloten. Bekeken wordt hoe het Wapenveld-archief voor een deel digitaal gemaakt en verder ontsloten kan worden, mogelijk door per decennium een bloemlezing aan te leggen. De website zou in de toekomst ook benut kunnen worden om discussies en reacties rond artikelen en thema’s beter tot uitdrukking te brengen.

C.S.F.R.

Sinds ’97 zijn de banden met de C.S.F.R. sterk aangehaald. Twee maal per jaar vergaderen het RRQR-bestuur en het landelijk bestuur van de C.S.F.R. met elkaar. Daarnaast is de RRQR jaarlijks aanwezig op het kaderweekend (voor aankomende dispuutsbesturen) en op de zomerconferentie alwaar zij de traditionele voetbalwedstrijd om de prof. dr. A.A. van Ruler-bokaal wint. Laatstelijk nog met 20-9.

Ook formeel is de verhouding tussen beide verenigingen veranderd. Sinds de ‘Samenwerkingsovereenkomst inzake de oudleden der C.S.F.R.’ van 23 november 2000 is de RRQR de officiële oudledenvereniging van de C.S.F.R. Concrete gevolgen hiervan zijn dat sinds de overeenkomst nieuwe oudleden van de C.S.F.R. automatisch lid worden van de RRQR. Daarnaast fungeert het ledenbestand van de RRQR als het centrale oudledenbestand van de C.S.F.R. De oudleden uit dit bestand worden uitgenodigd voor landelijke en disputaire lustra. Voor de C.S.F.R. betekent dat een eind aan periodiek terugkerende frustraties over disputaire en landelijk oudledenbestanden die niet meer up-to-date waren.

Als oudledenvereniging van de C.S.F.R. wil de RRQR inhoudelijk dienstbaar zijn aan de studie op de C.S.F.R. Die dienstbaarheid krijgt al concreet gestalte: op bijna alle disputen is een RRQR-mentor actief, jaarlijks geven we een training voor presides van de C.S.F.R., en de op de RRQR aanwezige expertise wordt aangeboden via het deskundigenregister.

Mentoraat

In ’97 is het idee gelanceerd om per dispuut een adviseur vanuit de RRQR te benoemen. Dit om de studie op de C.S.F.R., die door de teruglopende studieduur onder druk staat, te ondersteunen. De disputen waren vrij in hun keuze voor het mentoraat. Inmiddels is op vrijwel alle C.S.F.R.-disputen namens de RRQR een mentor actief. De mentor adviseert op de onderdelen die het studiekarakter van het dispuut betreffen. Hij of zij reageert op voorstellen voor (jaar)thema’s, studiekringen, weekendthema’s. Daarbij heeft de mentor contact met het bestuur, en (in mindere mate) met kringleiders en commissies.

Inhoudelijk voorziet het mentoraat duidelijk in een behoefte. Toch zou het in een aantal steden beter kunnen functioneren. Vanwege het gevaar van bemoeizucht en moralisme hebben we mentor en dispuut tot nu toe slechts globale richtlijnen meegegeven. Mede vanwege de structuur van de C.S.F.R. (met jaarlijks een nieuw bestuur) blijkt dit niet altijd even doeltreffend. Een jaarlijks instructie- en informatiepakket, en meer monitoring en coaching moet in het mentoraat verbetering aanbrengen.

Grensactiviteit: afstuderende C.S.F.R.-leden

De overstap van studie naar werk is ingrijpend, ook voor C.S.F.R.-leden. Bij afstuderenden en pas afgestudeerden leven veel vragen over het geven van vorm en inhoud aan het werkend bestaan. Hieraan wil het RRQR-bestuur, door middel van een ‘grensactiviteit’ aandacht besteden. Om de behoefte te peilen is afgelopen voorjaar een eerste proef-avond opgezet. De formule was kleinschalig: in groepjes van vier (twee C.S.F.R.- en twee oudleden) werden ervaringen, vragen en verwachtingen rond het werkend leven besproken. Het bleek een echte pilot; de reacties waren wisselend, maar kansrijk genoeg voor verder uitwerking. Een tweede pilot moet uitwijzen of het nuttig is dit idee verder in gang te zetten.

Het woord ‘deskundigenregister’ is al eerder gevallen. Het is een overzicht van alle RRQR-leden, inclusief hun studierichting, huidige werkzaamheden en expertise. C.S.F.R.-besturen en commissies kunnen uit dit register putten voor het benaderen van sprekers voor lezingen en thema’s.

Naast dit alles wil de RRQR de bestaande activiteiten richting dispuutsbesturen voortzetten: het blijven verzorgen van de jaarlijkse presidestraining en jaarlijks participeren in het C.S.F.R.-kaderweekend voor dispuutsbesturen.

Ledenwerving

Het verenigen van zoveel mogelijk leden blijft een belangrijk streven van de reünisten-vereniging RRQR. Ook Wapenveld streeft naar verdere uitbreiding van het aantal abonnees. Werving kan onder C.S.F.R.-leden, en onder ‘gewone’ oudleden.

De nauwere band heeft de bekendheid van de RRQR bij de C.S.F.R.-leden aanzienlijk vergroot en haar imago verbeterd. Dat leidde al vrij snel tot een sterkere aanwas vanuit de C.S.F.R. Sinds de samenwerkingsovereenkomst worden nieuwe oudleden van de C.S.F.R. automatisch lid van de RRQR. Voor C.S.F.R.-leden moet het nóg gebruikelijker worden om lid te worden van de RRQR.

Daarvoor is een betere beeldvorming van de RRQR op het niveau van het dispuut nodig. Dat is vooral te bereiken door het optimaliseren van de inhoudelijk betrokkenheid (mentoraat, grensactiviteit). Daarnaast kan een goede wervingstekst mensen extra aansporen het oudlidmaatschap bij hun afscheid van de C.S.F.R. aan te vragen.

Voor uitbreiding van het ledenbestand binnen de kring van oud- en ex-leden zoeken we vooral naar aanknopingspunten bij de leden zelf, en bij hun wens elkaar te (blijven) ontmoeten. We zijn tenslotte reünisten.

Zo is naar aanleiding van de laatste almanak en het laatste lustrum aan leden gevraagd wie van hun studievrienden ze graag nog eens hadden gesproken, maar hebben gemist. De genoemde mensen zijn vervolgens benaderd voor het lidmaatschap.

Omdat de leeftijdsopbouw van het ledenbestand onevenwichtig is willen we op deze wijze ook gericht gaan werven binnen specifieke generaties van RRQR-leden. Van sommige disputen ontbreken hele jaargangen veertigers en vijftigers. Op termijn brengt dat de continuïteit van RRQR-activiteiten (onder andere het jaarlijkse congres) en de overdracht van kennis tussen de generaties in gevaar. Het bestuur zal generatiegenoten van RRQR-leden uit magere jaren persoonlijk (laten) benaderen voor het RRQR-lidmaatschap. Door toetreden van deze leden kan de continuïteit van de RRQR-activiteiten in de toekomst beter worden gewaarborgd.

Een derde, voor de hand liggende mogelijkheid vormen de studiekringen. Daaraan nemen immers ook ex-leden van de C.S.F.R. deel. Het is goed voorstelbaar dat deze leden RRQR en Wapenveld zinvolle instrumenten vinden bij de bezinning op de vragen van kerk en cultuur. Bovendien blijven ze zo verbonden met een traditie die die eigen wijze van bezinning grotendeels gevormd heeft.

  1. Zie Wapenveld, jrg 47, nr. 1, 1997, W.H. Dekker, ‘Op zoek naar een vitale RRQR’.