Jaarseries

In een nieuw godzalig leven wandelen — jaargang 54, 2004

Het gonst in de samenleving. Woorden als verantwoordelijkheid, deugd, waarden, normen, maar ook moraalridder en spruitjeslucht weerklinken. Onder de titel ‘In een nieuw godzalig leven wandelen’ wil Wapenveld in de jaarserie deze ontwikkelingen in kerk en samenleving van commentaar voorzien. Leegte lijkt het gevolg van grenzeloze autonomie. Maar tot welke gestalte leidt ‘opstaan tot een nieuwe leven’?

In een nieuw, godzalig leven wandelen

Wim Dekkerjaargang 54, nummer 1, januari 2004

Het gonst in de samenleving. Op tal van plekken worden pogingen gedaan tot bezinning op levenskunst en levensvernieuwing. De unieke rijkdom aan individuele vrijheid en autonomie heet doorgeschoten te zijn. Woorden als 'verantwoordelijkheid', 'deugd', 'waarden', 'normen', maar ook 'moraalridder' en 'spruitjeslucht' weerklinken. Wapenveld levert met de nieuwe jaarserie een eigen bijdrage. Onder de titel 'In een nieuw, godzalig leven wandelen' willen wij deze ontwikkelingen in kerk en samenleving analyseren en van commentaar voorzien. In de veronderstelling dat onze traditie wel weet heeft van vernieuwing, maar nog te weinig van het goede leven.

https://wapenveldonline.nl/artikel/108/in-een-nieuw-godzalig-leven-wandelen/

Lees verder

‘De zonde gaat niet zo ver als de schepping’

Aart Nederveen en Wim Dekkerjaargang 54, nummer 2, april 2004

In de jaarserie 'In een nieuw godzalig' leven wandelen stelt Wapenveld onder meer de vraag naar het goede leven. In de gereformeerde traditie is geen duidelijk antwoord op deze vraag te vinden. En niet zonder reden. Er is een grote beduchtheid voor levensheiliging die los staat van de toerekening van de genade van Christus. En aan het laatste, de toerekening van het heil, hebben we onze handen al zozeer vol, dat we aan de heiliging nauwelijks meer toekomen. Het valt gereformeerden daarom niet mee om een inhoudelijke bijdrage te leveren in het normen en waardendebat die het moralisme overstijgt en voortkomt uit het hart van het belijden: de rechtvaardiging.

https://wapenveldonline.nl/artikel/119/de-zonde-gaat-niet-zo-ver-als-de-schepping/

Lees verder

‘Ik ben niet zo optimistisch over de vitaliteit van de civil society’

Herman Oevermansjaargang 54, nummer 3, juni 2004

'De 'Volkskrant' wil elke dag de ontzuiling nog vieren', zei de Nijmeegse socioloog Bas van Stokkom in januari op Hydepark tijdens een studiedag die gewijd was aan het eind vorig jaar verschenen rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid 'Waarden en normen en de last van het gedrag' . Toch wrijft degene die tegenwoordig wel eens een los nummer van de 'Volkskrant' koopt zich in de ogen. De 'Volkskrant' slecht niet alleen meer taboes, men treft ook weer artikelen en reportages aan waarin gepleit wordt voor het stellen van grenzen

https://wapenveldonline.nl/artikel/126/ik-ben-niet-zo-optimistisch-over-de-vitaliteit-van-de-civil-society/

Lees verder

‘Hoeder der moraal’?

Govert J. Buijsjaargang 54, nummer 3, juni 2004

De Christelijk-Nationale School in ons Friese dorp vroeger had een 'hoofd der school' wiens levensbeschouwelijke antennes nog uitstonden tot diep in de negentiende eeuw. Meester Bijma wist nog van de grote bezwaren die er bij de Afgescheidenen, Dolerenden en bevindelijk Hervormden gelijkelijk bestonden tegen de negentiende-eeuwse voorliefde voor het begrip 'deugd'. Als Gereformeerd man was hij dan ook warm voorstander van de Nieuwe Psalmberijming, juist omdat allerlei vermaledijde achttiende-eeuwse ketterse uitdrukkingen die men in de Oude Berijming aantrof, zoals 'het pad der deugd' in Psalm 1:4 daar niet meer in voorkwamen. Hij liet ons smakelijk lachen om die domme, oppervlakkige negentiende-eeuwers die zo veel verwachten van burgerlijke braafheid, zonder iets te peilen van wat in de Bijbel 'zonde' heet.

https://wapenveldonline.nl/artikel/129/hoeder-der-moraal/

Lees verder

De vraag naar de deugd in een tijd van onbehagen

Ad Verbruggejaargang 54, nummer 4, augustus 2004

We leven we in een tijd waarin traditionele morele kaders of horizonten aan ernstige erosie onderhevig zijn. Zowel de christelijke religie als de traditionele ideologieën hebben hun vanzelfsprekendheid verloren en lijken cultureel gesproken niet meer richtinggevend te zijn. Tegelijkertijd kampen we met tal van problemen die cultureel en moreel van aard zijn en die vragen om een praktische stellingname. De roep om 'normen en waarden' neemt toe. De deugdethiek lijkt op het eerste gezicht het elegante antwoord te zijn op deze nood van onze tijd. Voor degene die niet veel op hebben met de christelijke traditie is haar herkomst in ieder geval niet verdacht: het gaat immers om een ethiek uit de traditie van het oude Griekenland. In deze deugdethiek vallen bovendien individuele zelfontplooiing, geluk, genot, morele vorming en gemeenschapszin samen. Er is geen sprake van 'onderdrukking' van het individu door algemene plichten; de enkeling heeft veeleer de speelruimte voor eigen afwegingen en kan afhankelijk van zijn situatie de juiste beslissing nemen - iets wat ons vanuit ons eigen vrijheidsideaal aanspreekt.

https://wapenveldonline.nl/artikel/133/de-vraag-naar-de-deugd-in-een-tijd-van-onbehagen/

Lees verder

De smalle en brede weg van het piëtisme

Jan-Kees Karelsjaargang 54, nummer 5, oktober 2004

De geschiedenis heeft het piëtisme belast met een ongelukkige reputatie. Het geldt vaak als een soort neurotische verdraaiing van het christelijk geloof. Piëtisten laten het hoofd hangen, ze missen de vrolijkheid van het geloof. Ze wentelen zich, voorbij de letter van de Bijbel, in eigen ervaringen en ideeën. En erger, ze meten andermans geloof daaraan af. Ze hangen een beklemmend verfijnde ethiek aan, doen veel aan introspectie en missen daardoor de boot naar cultuur en maatschappij. Van dit wereldmijdende piëtisme mag men in elk geval geen ‘bijdrage‘ aan een maatschappelijk deugdendebat verwachten.

https://wapenveldonline.nl/artikel/138/de-smalle-en-brede-weg-van-het-pietisme/

Lees verder

Moet je naar de kerk om een goed mens te worden?

Bert de Leedejaargang 54, nummer 6, december 2004

In mijn ijver zonder inzicht liet ik mij in het begin van mijn loopbaan als jong predikant nog wel eens verleiden tot een (apologetisch) twistgesprek op huisbezoek bij rand- of onkerkelijken. In de hervormde volkskerkgemeente van het dorp waar ik predikant was, kwam ik regelmatig bij echtparen en gezinnen waarvan de vrouw en moeder met de dochters kerkelijk meeleefde, terwijl de man en vader en dus ook de zoons des zondags morgens op bed bleven of gingen vissen. Menig keer heb ik mij tijdens zo'n huisbezoek laten verleiden tot een aanval op de onkerkelijkheid van de heer des huizes. Achteraf denk ik dat ik mij vooral ergerde aan de onverschilligheid van die kerels, die hun vrouw überhaupt lieten opdraaien voor de opvoeding van de kinderen. Die ergernis maakte mij vurig van geest. Het hielp natuurlijk niets. Het was zoiets als met de blote handen beuken op een dikke eikenhouten slotdeur van een ommuurde vesting. Ik werd er vooral moe van.

https://wapenveldonline.nl/artikel/504/moet-je-naar-de-kerk-om-een-goed-mens-te-worden/

Lees verder