Jaarseries
Jaarserietitels
- Journalistiek en de plurale samenleving
- In de schaduw van catastrofes
- Dit kan echt niet meer!
- Liturgische bewustwording
- Om een gemeenschappelijk huis
- Geduld leren
- Thuis in ballingschap
- Geboren, niet gemaakt
- Zwarte bladzijden
- Geheimen openleggen
- Geloof en sociale wetenschap
- En toen stopte de muziek
- Overwegingen na Dordt
- Zorg
- Pinksteren in de kerk
- Plaats voor trage vragen
- Dieper dan ik mijzelf ooit ken
- Is het tijd voor ernst?
- In een nieuw godzalig leven wandelen
- Bijna goddelijk gemaakt
- Schade aan de ziel
- De eeuw in ons hart
- Vitaal gereformeerd
- Balans van een eeuw
- Hoe wilt Gij zijn ontmoet
Dieper dan ik mijzelf ooit ken — jaargang 56, 2006
De moderne mens moet weten wie hij is. Wat dat precies inhoudt, gaat Wapenveld in haar jaarserie 'Dieper dan ik mijzelf ooit ken' na. De grondslagen van de persoonlijke identiteit worden verkend: opvoeding, lichamelijkheid, persoonlijke geschiedenis en vriendschap. En welke ruimte is er voor anderen en de Ander bij zoiets individueels als de persoonlijke identiteit?
Dieper dan ik mijzelf ooit ken
Ella Lobregt-van Buuren — jaargang 56, nummer 1, februari 2006
'Van wie ben jij er een?' is een vraag die aan mijn moeder nog is gesteld. Niet vaak, want de omgeving wist het wel: van de melkboer. Aan mij vroegen ze: 'Hoe heet jij?' 'Ella.' Ik ben primair ik. Daarna komt de familie, werk en in mijn geval kerk. Maar ook een Ik-mens wil ergens bij horen en ontwikkelt enkel een eigen identiteit in relatie tot zijn omgeving, tot belangrijke anderen . De condities waaronder een mens een eigen identiteit ontwikkelt zijn drastisch veranderd en niet in het minst door de individualisering. Terwijl er nog nooit zoveel aandacht is geweest voor het eigen ik en de ontplooiing ervan, lijkt de ontwikkeling van een persoonlijke identiteit problematischer te worden.
https://wapenveldonline.nl/artikel/635/dieper-dan-ik-mijzelf-ooit-ken/
Dieper dan ik mijzelf ooit ken
Bert de Leede — jaargang 56, nummer 1, februari 2006
Wanneer we van iemand zeggen dat hij mensenkennis heeft, dan geven we zo iemand een groot compliment. Wij mensen kunnen ons immers heel erg vergissen in een ander, ons op het verkeerde been laten zetten door de (schone) schijn. Mensen kunnen zich anders voordoen dan ze zijn. Menigeen is ernstig in een eenmaal geliefd of belangrijk ander mens teleurgesteld. Wanneer kennen wij een ander echt?
https://wapenveldonline.nl/artikel/636/dieper-dan-ik-mijzelf-ooit-ken/
Dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij
Arjan Plaisier — jaargang 56, nummer 1, februari 2006
De vraag naar de menselijke identiteit is een vraag van alle tijden. We houden onszelf een leven lang gezelschap en toch is het geen uitgemaakte zaak dat we onszelf kennen. Wat voor alle tijden geldt, zo bleek uit het artikel van Ella Lobrecht, doet het voor onze tijd op een intensieve manier. Daarmee is de vraag naar de bronnen van de identiteit evenzeer dringend aan de orde. Na een kleine omtrekkende beweging, verricht ik in dit artikel een poging opnieuw de bijbelse en christelijk bron aan te boren, in de vooronderstelling dat deze bij uitstek relevant is voor het verstaan van de menselijke identiteit.
https://wapenveldonline.nl/artikel/637/dieper-dan-ik-mijzelf-ooit-ken-kent-gij-mij/
‘Zoals Marleentje is er maar eentje’
Wim Dekker en Kees Guijt — jaargang 56, nummer 2, april 2006
Enige tijd geleden verscheen er in het dagblad Trouw een artikel, waaruit bleek dat het behoorlijk goed gaat met de opvoeding. De kinderen zijn tevreden over de prestaties van hun ouders en ouders vinden zelf ook dat ze het niet zo slecht doen: ze geven zichzelf en elkaar mooie cijfers. Toch is er wel een kanttekening te plaatsen bij het succes van de opvoeding. Opvoeders worden steeds huiveriger om hun kinderen regels en normen bij te brengen. Met Bas Levering, als pedagoog verbonden aan de Universiteit van Utrecht praten we over het hart van de opvoeding, het belang van regels en de identiteitsontwikkeling van kinderen. Kinderen moeten door hun ouders aangesproken worden als een persoon, meent Levering, 'want zoals Marleentje is er maar eentje.'
https://wapenveldonline.nl/artikel/648/zoals-marleentje-is-er-maar-eentje/
Arjan Plaisier — jaargang 56, nummer 2, april 2006
De worsteling van Jakob met God is een gebeurtenis die zich voltrekt in de nacht en duurt tot de zon opgaat. Voor Jakob heeft deze worsteling als gevolg gehad dat hij levenslang mank ging aan de heup. Ongetwijfeld een lastige handicap. Het opvallende is, dat juist deze handicap een teken en zegel is geworden van de zegen die Jakob in diezelfde nacht heeft ontvangen. Die zegen bestond vooral in het krijgen van een nieuwe naam: 'Israël'. Als de zon is opgegaan boven Jakob, is de man in de nacht verdwenen, maar de sporen van zijn presentie zijn blijvend: een manke heup en een nieuwe naam. ''A sadder man and a wiser man / he rose the morrow morn'' (S.T. Coleridge).
https://wapenveldonline.nl/artikel/649/hoe-is-uw-naam/
Mijn kracht openbaart zich in zwakheid
Anthonij Rietman — jaargang 56, nummer 3, juni 2006
Er is iets vreemds aan de hand met de waardering van het lichamelijke in onze cultuur. Enerzijds is er de overwaardering van het volmaakte en gezonde lichaam, anderzijds is er sprake van een onderwaardering van het zwakke, dat inherent is aan het onvolmaakte en zieke lichaam. Kernvraag is of en hoe ons lichaam bepalend is voor ons mens zijn, onze identiteit. Zonder in een verheerlijking van het ongerepte lichamelijke of het natuurlijke te vervallen, zijn er in het bijbelse spreken over mens-zijn inzichten voorhanden om op een positieve wijze te spreken over de lichamelijkheid. Zo kan het bijbelse spreken over schepping en opstanding tegenwicht bieden aan de cultus van het menselijk lichaam en ons aansporen om onze theoretische opvattingen over 'wie' en 'wat' een mens is eens ter discussie te stellen.
https://wapenveldonline.nl/artikel/661/mijn-kracht-openbaart-zich-in-zwakheid/
‘Licht uit licht én duisternis’
Bert de Leede — jaargang 56, nummer 3, juni 2006
Vroeger en nu. Zo typeert het Nieuwe Testament, en vooral Paulus, het christelijke leven. 'Jullie waren vroeger duisternis, maar nu zijn jullie licht in de Here'. 'Vroeger' - dat is het leven in het heidendom, onder het machtsbereik van de afgoden, in de morele orde van de Grieks-Romeinse cultuur. 'Nu' - dat is het leven als navolgers van God en geliefde kinderen in de gemeente, het Lichaam van Christus, onder het machtsbereik van de God van Israël en van de Geest van Christus. 'Vroeger' en 'nu', dat zijn twee sferen, twee machtsbereiken met tweeërlei geest.
https://wapenveldonline.nl/artikel/662/licht-uit-licht-en-duisternis/
Het perpetuum mobile van de liefde
Elizabeth den Otter-Kuiper — jaargang 56, nummer 3, juni 2006
'Het perpetuum mobile van de liefde 'is het verhaal van twee zussen die beide schrijver willen worden. De ene zus slaagt daarin (de schrijfster Renate Dorrestein), de andere zus niet (zij pleegt zelfmoord): 'Ik (…) schrijf mijn memoires. Ik ben tenslotte vierendertig, en men weet nooit wanneer en waaraan men ten onder zal gaan (mijn zusje sprong van een flatgebouw, nog voordat ze volwassen was).' In het falen van de jongste zus ligt de inhoud besloten. Wat volgt is een boek waarin het allesoverheersende thema lichamelijkheid is, in combinatie met vrouw-zijn.
https://wapenveldonline.nl/artikel/663/het-perpetuum-mobile-van-de-liefde/
Hanneke Meulink-Korf — jaargang 56, nummer 4, augustus 2006
Sinds de tweede helft van de vorige eeuw bestaat de levenslooppsychologie, als onderdeel van psychologisch nadenken. Daarin wordt de ontwikkeling van een persoonlijke identiteit psychologisch onderzocht. In deze bijdrage wordt dit belicht vanuit een optiek waarin de relationele geschiedenis van een mens met anderen, ten overstaan van God, verschijnt als de meest persoonlijke.
https://wapenveldonline.nl/artikel/673/mensen-onderweg-naar-hun-naam/
De twee kanten van onze identiteit
Andries Zoutendijk — jaargang 56, nummer 4, augustus 2006
De man die hier gekleed en gekapt zit, is rijp voor een televisie-optreden. Hij kan dienen om een wonder in beeld te brengen. Nu krijgen we hem te zien als toonbeeld van een zachtmoedig christelijk mens maar via flashbacks wordt zijn woeste en redeloze verleden teruggehaald. Zo verwilderd was hij dat hij geen kleren meer verdroeg en niet meer leefde in een woning maar op de plek van de doden. Toen de mens in het paradijs van God los raakte, verloor hij veel maar niet zijn menselijkheid, hij werd geen dier en geen duivel. Kleding werd hem aangereikt om zijn menselijke waardigheid te beschermen en de aarde kreeg hij ter bewoning. Maar bij deze bezetene wordt de val extreem doorgetrokken, de verwildering breekt naar buiten en dat gaat gepaard met onbedwingbaar geweld (vers 29).
https://wapenveldonline.nl/artikel/674/de-twee-kanten-van-onze-identiteit/
‘Nokia is de redder van de jongeren’
Herman Oevermans en Ella Lobregt-van Buuren — jaargang 56, nummer 5, oktober 2006
Ruud Lubbers hield op het Christelijk Sociaal Congres afgelopen augustus in Doorn een indrukwekkend verhaal over het belang van verbondenheid met de aarde, verbondenheid tussen generaties en culturen en de betekenis van de spirituele dimensie voor een vruchtbaar bezig zijn met deze thema's. In zijn speech schemerde zijn biografie door. Als ondernemer in de jaren '60 nam hij al waar dat in Rotterdam het kraanwater ondrinkbaar was en dat hij een vieze laag van zijn tuintafel moest vegen. Veel later - in de jaren '90 - was hij betrokken bij het opstellen van het Handvest voor de Aarde. Op de milieutop in de Rio de Janeiro in 1992 gaven veel inheemse deelnemers aan dat oplossingen voor het milieuprobleem ondenkbaar zijn, indien ze niet verbonden worden met de manier waarop we in het leven staan. Het opende Lubbers' ogen.
https://wapenveldonline.nl/artikel/686/nokia-is-de-redder-van-de-jongeren/
Gerard den Hertog — jaargang 56, nummer 5, oktober 2006
Als het 'lijf' in Europa tekort gekomen is gedurende de vele eeuwen christendom, dan is dat nu wel voorbij. Inmiddels mag het lichaam zich in grote aandacht verheugen en wordt het ronduit verwend (nu ja, als ook een 'extreme make over' onder het kopje verwennen valt). Die omslag hangt tot op zekere hoogte ook wel samen met het afscheid van het christelijk geloof, zoals zich dat in onze cultuur aftekent. Nietzsche heeft het christendom als 'platonisme voor het volk' bestempeld en we doen er goed aan ons die sneer aan te trekken. We konden uit de Schrift én de christelijke traditie weten dat wij mensen geen tijdloze geesten, laat staan denkmachines, zijn. We ervaren en denken lichamelijk - in die volgorde.
https://wapenveldonline.nl/artikel/687/lijfelijke-metamorfose/
De gapende leegte achter het succesvolle bestaan
Bart Wallet — jaargang 56, nummer 5, oktober 2006
Hij is de 'It Boy' van het moment: zijn naam is op ieders lippen en je hoeft de bladen maar open te slaan om een verhaal over hem te lezen. Pontificaal prijkt hij op de covers, al dan niet in gezelschap van zijn knappe vriendin, het topmodel Chloe Byrnes. Aangenaam: Victor Ward, MTA, Model turned Actor, woonachtig in Manhattan, New York. Rijk, knap en succesvol.
https://wapenveldonline.nl/artikel/688/de-gapende-leegte-achter-het-succesvolle-bestaan/
Als een hamer die een rots verbrijzelt
Guus Labooy — jaargang 56, nummer 6, december 2006
Over persoonlijke identiteit is in 'Wapenveld' een boeiende reeks artikelen geschreven en de redactie heeft mij gevraagd om een slotbeschouwing. Dat is echter niet zo makkelijk: ik voel me als iemand die wordt gevraagd om een nieuw slot voor een Mozart-strijkkwartet te schrijven. Hoe voeg je hieraan wat toe!? En met de keuze voor een kort 'da capo' zou ik de inhoud van deze rijke artikelen onrecht doen. In deze verlegenheid heb ik gekozen voor een verbreding: ik beschrijf de problematiek rond identiteit op twee terreinen die niet direct binnen de eerste doelstelling van de redactie vielen. Ik wil wat zeggen over het filosofische probleem van identiteit en over de relatie tussen persoonlijke identiteit en de cultuur in haar historische ontwikkeling.
https://wapenveldonline.nl/artikel/706/als-een-hamer-die-een-rots-verbrijzelt/
Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken
Arjan Plaisier — jaargang 56, nummer 6, december 2006
('Een persoonlijke meditatie van de koude grond, als proloog') Ik ben… de moederbodem, waarop de wijnstok groeit. (Beste lezer, neem me niet kwalijk dat de bodem hier voor een moment het woord neemt, hij is lang verbannen geweest uit het theologisch spraakgebruik, zeker in combinatie met bloed. Maar enig recht van spreken heeft hij toch wel).
https://wapenveldonline.nl/artikel/707/ik-ben-de-wijnstok-en-jullie-zijn-de-ranken/
Gilead en het geheim van het menselijke bestaan
Arjan Plaisier — jaargang 56, nummer 6, december 2006
De roman 'Gilead' van Marilynne Robinson is een gefingeerd geestelijk testament door dominee John Ames, voorganger van een Congregationalistische gemeente. Hij schrijft het omdat hij een verzwakt hart heeft en rekening moet houden met zijn dood. Hij is dan een man van 76 jaar, die is hertrouwd met een veel jongere vrouw. Hij richt zich tot zijn zoontje van zes jaar. De aanvankelijke bedoeling raakt al schrijvend (en levend) op de achtergrond. 'Ik wilde je een tamelijk waarheidsgetrouw testament van mijn betere zelf achterlaten, en wat je hier volgens mij zult zien is gewoon een oude man die worstelt met de moeilijkheid om te begrijpen waar hij nu eigenlijk mee worstelt.' (p. 231) Terwijl John Ames zijn doopceel licht, stapt zijn naamgenoot en peetkind, John Ames Boulton (Jack) het verhaal binnen. Jack is de zoon van zijn ambtsgenoot en vriend, de presbyteriaanse dominee Boulton. En daarmee begint een nieuwe worsteling.
https://wapenveldonline.nl/artikel/708/gilead-en-het-geheim-van-het-menselijke-bestaan/